Spelling F: Samenstellingen

Taalverzorging
D. Samenstellingen
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Taalverzorging
D. Samenstellingen

Slide 1 - Slide

Huiswerk bespreken
Het huiswerk was:


Spelling B: Bijvoeglijke naamwoorden blz. 110
Opdr. 2 t/m 9


































Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les: 
- Kun je samengestelde woorden juist spellen 

Slide 4 - Slide

Waarom schrijf je 'schoudertas' aan elkaar, maar 'fantastische tas' los?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Moeten we stoppen met contact hebben?

Slide 7 - Slide

Zijn de glazen rood? 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat is juist?
A
fiets sleutel
B
fietssleutel

Slide 15 - Quiz

Wat is juist?
A
Fransehoofdstad
B
Franse hoofdstad

Slide 16 - Quiz

Wat is juist?
A
onderwijsinspectie
B
onderwijs inspectie

Slide 17 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
Zuid-Hollander
B
ZuidHollander
C
Zuid Hollander

Slide 18 - Quiz

Aan elkaar of los?
A
bruinebonensoep
B
bruine bonensoep
C
bruine bonen soep

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Samenstelling -en, -e, -s, er
Groentesoep of groentensoep
kippehok of kippenhok
rodekool of rodenkool

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Uitzonderingen op de hoofdregels 
1. Zelfstandige naamwoorden met geen letterlijke, maar een versterkende       betekenis: apetrots, beresterk, takkewijf

2. Unieke personen en zaken: Koninginnedag, hellevuur, maneschijn

3. Samenstellingen waarbij de aparte delen onherkenbaar zijn: 
     papegaai, bakkebaard, bullebak

Slide 26 - Slide

Wat is het meervoud van seconde?
A
seconde
B
secondes
C
secondes/seconden
D
seconden

Slide 27 - Quiz

Wat is hier dan de juiste samenstelling?
Secondewijzer
Secondenwijzer

Slide 28 - Poll

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
dorpkern
B
dorpskern

Slide 29 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
doktersassistent
B
dokterassistent

Slide 30 - Quiz

ei + salade =

Slide 31 - Open question

zon + hemel =

Slide 32 - Open question

Wat is juist?
Reuzetrots
Reuzentrots

Slide 33 - Poll

Met of zonder tussen-n?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 34 - Quiz

Met of zonder tussen-n?
A
hogeschool
B
hogenschool

Slide 35 - Quiz

Waarom schrijf je maneschijn zonder tussen-n?
A
Je hebt er maar 1 van.
B
Het eerste woord heeft 2 meervouden.
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s.
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen.

Slide 36 - Quiz

Waarom schrijf je horlogemaker zonder tussen-n?
A
Je hebt er maar 1 van.
B
Dit woord heeft twee meervouden.
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s.
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen.

Slide 37 - Quiz


Ja
Nee

Slide 38 - Poll

In hoeverre heb je deze les actief meegedaan?
0100

Slide 39 - Poll

In hoeverre heb je de spelling van samenstellingen onder de knie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Aan de slag
Wat

Maak je huiswerkopdrachten van deze week



Hoe
Eerste 10 minuten individueel, in stilte.
Als de timer afgelopen is mag je zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw


Hulp nodig? 
Steek je vinger op, dan kom ik langs.


Klaar?
Ga dan extra oefeningen maken in Kern of lezen in je leesboek.


timer
10:00

Slide 41 - Slide