Horen, zien en schrijven 5 jfr
1 / 20
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welke woorden kun je al schrijven?
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
De muis is _______ de bank
A
voor
B
naast
C
achter
D
op
Slide 5 - Quiz
De muis is _______ de tv
A
voor
B
naast
C
achter
D
op
Slide 6 - Quiz
De muis staat ______ de deur.
Slide 7 - Open question
De muis staat ___ de tafel
Slide 8 - Open question
De muis zit _____ de kaas
Slide 9 - Open question
A
de school
B
de vriendin
C
de vriend
D
de speelplaats
Slide 10 - Quiz
A
de vriend
B
de vriendin
Slide 11 - Quiz
A
de vriend
B
de vriendin
Slide 12 - Quiz
Typ het woord
Slide 13 - Open question
Typ het woord
Slide 14 - Open question
Typ het woord
Slide 15 - Open question
Typ het woord
Slide 16 - Open question
Typ het woord
Slide 17 - Open question
A
het licht
B
de lucht
C
de lacht
D
het locht
Slide 18 - Quiz
voor
achter
laag
nacht
dag
hoog
Slide 19 - Drag question
De muis zit ______ de doos
in
achter
voor
op
naast
