This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
herhaling hoofdstuk 4, 5 en 6
Slide 1 - Slide
wat weet je nog van de afgelopen van hoofdstuk 4, 5 en 6? noem minstens 3 dingen.
Slide 2 - Open question
als een fabriek werknemers ontslaat en gaat automatiseren (robots nemen het werk over), dan spreken we van ... werkloosheid
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
conjuncturele werkloosheid
Slide 3 - Quiz
op welke 4 manieren kun je aan werk komen?
Slide 4 - Open question
noem een overheidsmaatregel die ervoor zorgt dat de positie van een groep wordt verbeterd op de arbeidsmarkt en leg uit waarom deze maatregel de positie verbeterd voor deze groep.
Slide 5 - Open question
Welke maatregelen kan de overheid treffen om werkloosheid op te vangen?
Slide 6 - Open question
onder welke sector vallen landbouw, veeteelt, jacht en visserij?
A
primaire sector
B
tertiaire sector
C
secundaire sector
D
quartaire sector
Slide 7 - Quiz
bij welke sector spreken we ook wel van commerciële dienstverlening (bijv. handel, transport en banken)?
A
primaire sector
B
tertiaire sector
C
secundaire sector
D
quartaire sector
Slide 8 - Quiz
wat wordt er bedoeld met sociale ongelijkheid?
Slide 9 - Open question
noem een voordeel en een nadeel van flexibel werken.
Slide 10 - Open question
Noem drie persoonlijke gevolgen van het verliezen van je baan.
Slide 11 - Open question
leg uit wat seizoenswerkloosheid is met behulp van een voorbeeld.
Slide 12 - Open question
welke gevolgen heeft veel werkloosheid op de samenleving?
Slide 13 - Open question
wat wordt er bedoeld met het 'aanbod van arbeidskrachten'?
Slide 14 - Open question
de overheid heeft een 'startkwalificatie' ingesteld, wat houdt dit in?
Slide 15 - Open question
om welke 3 redenen is het nadelig voor werkgevers om vrouwen aan te nemen?
Slide 16 - Open question
een ZZP'er werkt ...
A
flexibel voor verschillende bedrijven
B
vast voor één bedrijf
Slide 17 - Quiz
Noem een voordeel en nadeel voor ZZP'ers
Slide 18 - Open question
hoe vinden de meeste mensen gemiddeld een baan
A
Door het UWV
B
Door uitzendbureaus
C
door solliciteren op vacatures
D
Door netwerken
Slide 19 - Quiz
leg uit waarom Nederland een 'postindustriële samenleving' wordt genoemd.