H4 Iets afspreken

Iets afspreken
hoofdstuk 4
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NT2BasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Iets afspreken
hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

Maar eerst...
Vragen hoe het gaat (asking how someone is).

Slide 2 - Slide

How can you ask in Dutch
how someone is doing?

Slide 3 - Mind map

Asking how someone is doing.
Hoe gaat het (met jou/met u)?
Hoe is het?
Alles goed?
Hoe was je weekend/dag/week?

Hoe ist? (is and het is combined. Not a real word, only spoken).
Enne?      (means something like: And?)

Slide 4 - Slide

How can you respond?
++ heel goed
+ prima
+ goed

Not often used
++ fantastisch
++ uitstekend
++ hartstikke goed
How can you respond?
+- het gaat wel
+- niet zo (goed)

Not often used
- slecht
Only with friends maybe

                      ............ (en) met jou?

Slide 5 - Slide

Iets afspreken

Slide 6 - Slide

Iets voorstellen (to propose something)
Zullen we... (shall we...)

Zullen we zondag iets gaan doen?
Wanneer zullen we afspreken?
Zullen we naar de bioscoop gaan?

Slide 7 - Slide

More casual
Heb je zin om.../Ga je mee.../Zin om.../

Heb je zin om dit volgende week te gaan uit eten?
Would you like to go out for dinner next week?

Ga je mee naar het park?
Are you coming along to the park?

Zin om een drankje te gaan doen?   
Want to go for a drink?


Slide 8 - Slide

Propose something:
Ik heb honger.

Slide 9 - Open question

Propose something:
Sanna is jarig volgende week.

Slide 10 - Open question

Propose something:
Ik verveel me.

Slide 11 - Open question

How can you respond
to someones proposal?

Slide 12 - Mind map

Positief
+ Ja, leuk!
+ Ja, is goed!
+ Gezellig!
+ Goed idee
+ ...
Negatief
- Nee, dan kan ik niet
- Nee, dat gaat niet lukken
- Nee, dat vind ik niet zo leuk
- ...

Slide 13 - Slide

Laten we iets afspreken!

Slide 14 - Slide