La classe du 10 mai 2022

1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Le 10 mai: tu te rappelles?
J'aime le français
Je déteste les maths
L'histoire, j'aime ça!
La biologie, je déteste ça!

Slide 2 - Slide

Le 10 mai: on répète! 
pag. 214, 215, 216
activity 54
pag. 226, 227, 228
activity 59

Slide 3 - Slide

Difficile! 
Avoir en être
mon/ton/son etc.
ne...... pas
et........ les trois questions!!!!

Slide 4 - Slide

On répète: 
1 Verbes en - er
2 avoir + être
3 La négation
4 Comment poser des questions

Slide 5 - Slide

Les verbes en -er: 
A toi maintenant! 

- tourner: je/tu/il
- compter:je/tu/il
- aider
- casser
- cocher
- copier


- souffler
- ramasser
- présenter
- penser
- apporter
- mémoriser
- écouter
- corriger
- regarder
- dessiner (tekenen)

Slide 6 - Slide

Werkwoorden op -er: voorbeeld: chanter ( gebaar?)
Vertaal: 
1 ik raap op
2 jij blijft
3 hij herhaalt
4 ik laat zien / presenteer
5 zij zingt
6 men leert uit het hoofd
  
hebben en zijn: 
ik heb
jij bent
hij heeft
zij is
ik ben
men heeft
jij hebt 
men is
het is

Slide 7 - Slide

Werkwoorden 
tomber = vallen

je tombe = ik val
parler = praten

je parle = ik praat
présenter = presenteren

je  présente = ik presenteer
tu tombes =
jij valt
tu parles = jij praat
 
tu présentes = jij presenteert
il/elle/on tombe = hij/zij/men valt
 
il/elle/on parle = 
hij/zij/men praat
il/elle/on présente = hij/zij/men presenteert

Slide 8 - Slide

Werkwoorden 
s'appeler = heten
je m'appelle = ik heet
être = zijn

je suis = ik ben
avoir = hebben

j'ai = ik heb

tu t'appelles =
jij heet
tu es = jij bent
 
tu as = jij hebt

il/elle/on s'appelle = hij/zij/men heet
 
il/elle/on est = 
hij/zij/men is
il/elle/on a = 
hij/zij/men heeft

Slide 9 - Slide

 Poser une question:
Est-ce que .....
Comment ........
Où (est-ce que)......... 
Qu'est-ce que ...
Pourquoi (est-ce que) ......
Quand (est-ce que)........
Qui ....
Combien (de)
Quel (quelle) + substantif

Slide 10 - Slide

L'ordre dans la phrase
Les règles:
1  sujet - verbe - le reste
2 un substantif a toujours un article (le/un  -  la/une - les - des)
   le / un devant un mot masculin (voor een mannelijk woord)
   la / une devant un mot féminin ( voor een vrouwelijk woord)
3 ne...pas staat altijd om het eerste verbogen werkwoord heen
    (je ne suis pas un cochon en: je ne veux pas aller à l'école!)

Slide 11 - Slide

Donne une réponse à la question
Est-ce que c'est une phrase correcte? : le loup chante et danse.
Est-ce que le loup danse et chante dans l'histoire des TPC?
Est-ce que c'est une phrase correcte?: le troisième petit cochon fait la soupe.

Est-ce que le premier petit cochon fait la soupe dans l'histoire des TPC?
Est-ce que le deuxième petit cochon tombe dans la soupe dans l'histoire des TPC? 

Suite oralement 54 et 56 

Slide 12 - Slide

ATTENTION:
Répète TOUJOURS la question dans la réponse! 

Slide 13 - Slide

Comment.....?
Tu es......?
C'est quel jour et.........?

Slide 14 - Open question

être = ?
ik ben, jij bent, hij is

Slide 15 - Open question

avoir = ?
ik heb, jij hebt, zij heeft

Slide 16 - Open question

de broer, mijn broer
de vader, haar vader
de school, jouw school

Slide 17 - Open question

la maison va tomber
c'est le livre de Paul
Qui cherche les toilettes?

Slide 18 - Open question

Est-ce que le loup est méchant? Non, .........
Est-ce que c'est une brique? Non, ......
Est-ce que la maison est brune? Non, .......

Slide 19 - Open question

Bezittelijk voornaamwoord
mon 
mon livre

ma
ma chaise
mes
mes livres (m)
mes chaises (v)
ton 
ton cahier
ta 
ta classe
tes
tes cahiers (m)
tes classes (v)
son 
son cochon
sa 
sa guitare
ses 
ses cochons (m)
ses guitares (v)

Slide 20 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord

Zeg in het Frans:
1 mijn liedje
2 zijn familie
3 haar broer
4 zijn zus
5 jouw vriend
6 haar vriendin 
Stel de vraag in het Fransen antwoord met ja en nee

Is het jouw hoed? 
Is het zijn tafel?
Is het haar stoel? 
Is het mijn pen? 
Is het haar boek? 
Is het jouw hoofd? 

Slide 21 - Slide