les 11 Duits B1b begrijpend lezen 2

Datum: 21-05-2025
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Datum: 21-05-2025

Slide 1 - Slide

Lesen und verstehen 2 



Kleding & kleuren
op tafel:
boek 1
etui
snelhechter 


Wat doen wij in deze les:
- stille start oefenen
- herhalen & oefenen "sein"&"haben"
- uitleg persoonsvormen
- stille ontspanning (lezen, laptop)
- samen lezen en begrijpen
- stil lezen en vragen beantwoorden 
- luisteren naar een verhaal


Slide 2 - Slide

Lesdoel
  1. Je kunt stil aan een leesopdracht werken.
  2. Je kent de persoonsvormen van "haben" & "sein" nog.
  3. Je weet wat "IDEWIS" betekent.
  4. Wij kunnen samen een tekst lezen en proberen hem te begrijpen.

Slide 3 - Slide

STILLE START
Textarbeitsbuch 1 blz. 50 
1. Maak opdracht 2 
Textarbeitsbuch 1 blz. 52
1. Maak opdracht 8
Textarbeitsbuch 1 blz. 63 
1. 63 Maak Aufgabe 2

timer
10:00
stil


Wij vergelijken de antwoorden.
Wir vergleichen die Antworten.

Slide 4 - Slide

HERHALING ezelsbruggetje = IDEWIS
persoonlijke voornaamwoorden:
  • ich
  • du
  • er/sie/es
  • wir
  • ihr
  • sie/SIE
ik
jij/u
hij/zij/het
wij
jullie
zij
  • I
  • D
  • E
  • W
  • I
  • S

Slide 5 - Slide

Grammatica oefening 1
  • Frau Mentink, Sie sind/seid die Deutschlehrerin. 
  • sind
  • Du bin/bist  ein guter Sportler.
  • bist
  • Peter ist/sind ein guter Schüler.
  • ist

Slide 6 - Slide

AAN DE SLAG 1
Open je Textarbeitsbuch 1 blz. 79
Maak de opdrachten, die op de kopie staan.
timer
7:00

Slide 7 - Slide

Grammatica oefening 2
  • Herr Präsident, Sie haben/hat einen Hund. 
  • haben
  • Du hast/hat Hunger.
  • hast
  • Lisa haben/hat eine Katze.
  • hat

Slide 8 - Slide

Korte ontspanning

Je blijft op je plaats zitten.
Je mag op je laptop.  
Het geluid staat uit.
Je praat alleen met je buurman/vrouw heel zachtjes.
timer
7:00

Slide 9 - Slide

Herhaling
  1.   ......du Haustiere? (hast/bist)
  2. Wir ....... einen Hund. (sind/haben)
  3. Ich ...... ein Mädchen. (habe/bin)
  4. Ihr .... keinen Sportunterricht. (seid/habt)
  5. Er .... mein Freund. (ist/hat)

Slide 10 - Slide

Luister en lees mee
Textarbeitsbuch 1 blz. 54

  • Maak nu blz. 55 opdracht B & C


timer
7:00

Slide 11 - Slide

AAN DE SLAG 2
Open je Textarbeitsbuch 1 
Lees nu blz. 58  Aufgabe 6 - probeer het hard op!
Onderstreep in de tekst:
  • per zin onderwerp en persoonsvorm 
  • omcirkel woorden, die bij IDEWIS horen
  • Markeer in een andere kleur woorden die je niet kunt begrijpen
timer
7:00

Slide 12 - Slide

Luister naar het verhaal

Welke dieren komen voor in het verhaal?

Slide 13 - Slide

Terugblik - hebben wij dit bereikt?
Je kunt stil aan een leesopdracht werken.
Je kent de persoonsvormen van "haben" & "sein" nog.
Je weet wat "IDEWIS" betekent.
Wij kunnen samen een tekst lezen en proberen hem te begrijpen.



Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

HERHALING
  • habe
  • hast
  • hat
  • hat
  • hat


  • haben
  • habt
  • haben
  • haben

Slide 16 - Slide

HERHALING (Wiederholung) werkwoord "sein"
  • bin
  • bist
  • ist
  • sind
  • seid
  • sind

Slide 17 - Slide