lundi 16 juin (h2b-s25)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

bonjour!

Aujourd'hui

- app 3 ww op ir herhalen

- woordjes/herhalen

- lire extra ster 2

- toets inkijken

Les verbes -ir

remplir

réussir

choisir

réfléchir

grandir

finir

Le présent
Hoe maak je de présent van een werkwoord op -ir?

1. stam van het ww + is, is, it, issons, issez, issent
2. hele ww + ais,ais,ait,ions,iez,aient
3. hele ww+ ai,as,a,ons,ez,ont
4. avoir/être + volt.dw

De stam van de regelmatige werkwoorden in de présent op -ir vind ik door ...

1. -ir eraf te halen
2. de uitgang achter het hele werkwoord te zetten

Wat zijn de juiste uitgangen van de regelmatige WW op -IR (présent):

1. is, is, it, issons, issez, issent
2. is, is, is, ons, ez, ent
3. is, it, it, isons, isez, isent
4. is, it, it, issons, issez, ont

Je

Ils/elles

Vous

Nous

Il/elle/on

Tu

Verbes                -ir        (grandir, rougir, réagir, finir)

Verbes réguliers -ir

-is

-issent

-issons

-is

-issez

-it

WW -ir présent :
Welke vorm is juist?

1. je choissisis
2. je choisis
3. je choisit
4. je choises

WW -ir présent :
Welke tijd is juist?
Nous finissions

1. présent
2. passé composé
3. imparfait

WW -ir présent :
Welke tijd is juist?
Vous vomissez

1. présent
2. passé composé
3. imparfait

WW -ir présent :
Welke tijd is juist?
Ils ont grandi

1. présent
2. passé composé
3. imparfait

WW -ir présent :
Welke tijd is juist?
tu réussissais

1. présent
2. passé composé
3. imparfait

WW -ir présent :
Welke tijd is juist?
ils finissent

1. présent
2. passé composé
3. imparfait

WW -ir présent :
Welke tijd is juist?
on a choisi

1. présent
2. passé composé
3. imparfait

Vervoeg in de présent:
choisir, je

Vervoeg in de présent:
grossir, il

Vervoeg in de présent:
grandir, elles

Vervoeg in de présent:
wij maken af

Vervoeg in de présent:
u kiest

Blooket unité 6 app 6 en 8

Maintenant

- lire extra ster 2 afmaken

- ww oefenen met verbuga.eu

- woordjes herhalen