SCHRIJVEN & FORMULEREN 4 / schrijven van een e-mail

Wat gaan we vandaag doen?






1. Zinnendictee (woordenschat & spelling)
2. zakelijke e-mail
3. Zelfstandig werken
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?






1. Zinnendictee (woordenschat & spelling)
2. zakelijke e-mail
3. Zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

We starten met een zinnendictee. Pak pen & papier!

Slide 2 - Slide

Schrijven & Formuleren 4

Zakelijke e-mail

Slide 3 - Slide

Vooraf:

  • Elke presentatie/les hoort bij een stukje lesstof uit NU Nederlands/Taalblokken
  • Op de laatste slide van de presentatie vind je de bijbehorende opdrachten uit Nu Nederlands/Taalblokken
  • Die opdrachten maak je in de digitale leeromgeving van Nu Nederlands/Taalblokken

Slide 4 - Slide

Deze Les hoort bij:

Nu Nederlands Onderdeel SCHR3 , paragraaf 3.2
Taalblokken 01.Tekstsoorten=> schrijven
03. Inleiding, kern, slot => schrijven

Slide 5 - Slide

Wat leer je vandaag?

  • Je leert de indeling van een zakelijke e-mail.
  • Je leert welk taalgebruik je het beste kunt gebruiken bij een zakelijke e-mail

Maar eerst een stukje herhaling uit de vorige les!

Slide 6 - Slide

Formeel / informeel taalgebruik.
Noem een woord dat je onthouden hebt uit de vorige les.

Slide 7 - Mind map

Wat hoort bij elkaar?
FORMEEL
INFORMEEL
Een e-mail afsluiten met 'groetjes'
Iemand aanspreken met 'geachte'
Het gebruik van emoji's
Iemand aanspreken met 'u'
Respectvol en netjes

Slide 8 - Drag question

Ik vond het fijn dat je me meehielp.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 9 - Quiz

Je schrijft een zakelijke e-mail aan Martijn Koenders.

Welke aanhef is dan goed?
A
Geachte Koenders,
B
Geachte Martijn Koenders,
C
Geachte heer Koenders,
D
Geachte Martijn,

Slide 10 - Quiz

Ga nu mijn lokaal uit! = informeel.

Hoe kan ik hetzelfde op een formele manier zeggen?


A
Wil je nu het lokaal verlaten?
B
Wilt u nu mijn lokaal verlaten?

Slide 11 - Quiz

Als je formeel schrijft dan moet je dit kort en bondig doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

INFORMEEL
(vrienden, familie etc.)

  • Schatje 
  • Lieve 
  • Yo
  • Thnxs 
  • Groetjes 
  • See you!

FORMEEL
(instanties)

  • Geachte 
  • Beste 
  • Gebruik u / uw i.p.v. je of jullie 
  • Dank u wel 
  • Met vriendelijke groet 

Slide 13 - Slide

Een zakelijke e-mail schrijven

Slide 14 - Slide

Schrijf je bij een zakelijke e-mail formeel of informeel?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 15 - Quiz




Indeling van een e-mail
  1. Aanhef  
  2. Inleiding  
  3. Middenstuk (kern)  
  4. Slot  
  5. Afsluiting 
  • Geachte…… of Beste……. 
  • Wie ben je en waarom schrijf je. 
  • Informatie. Boodschap. Vragen. Verwijzing naar bijlagen. 
  • Verwachting. Bedanken.
  • Met vriendelijke groet,
    Je naam

Slide 16 - Slide

Goed voorbeeld!

Slide 17 - Slide

Waar moet je nog op letten bij het schrijven van een zakelijke email?
- Hoofdletters, komma's, punten, vraagtekens.
- Spelling van samenstellingen (bv keukenkast, tuintafel).
- Werkwoordspelling.
- Algemene spelling van woorden.

Slide 18 - Slide

Nog een voorbeeld!

Slide 19 - Slide

Controle voor jezelf:

  • Je weet nu dat je formele taal moet gebruiken bij een zakelijke e-mail?
  • Je weet nu uit welke 5 onderdelen een zakelijke e-mail bestaat?

Slide 20 - Slide

Opdracht:

Je hebt morgen een cursus op je werk. Helaas ben je ziek en kun je niet komen.

Schrijf een e-mail aan de docent Teun Janssen die de cursus geeft. Leg uit dat je niet kunt komen en vraag hem of je cursus online kunt volgen.

Houd rekening met de indeling van jouw e-mail!

Maak de opdracht in Word. Klaar? Extra opdracht bij docent.
1. aanhef
2. inleiding
3. middenstuk
4. slot
5. afsluiting
timer
20:00

Slide 21 - Slide

Huiswerk:

  • Ga zelfstandig aan de slag met de opdrachten in NU Nederlands:

Onderdeel SCHR3 , paragraaf 3.2
Opdracht 1 - 2 & examenopdracht



Afronden vóór de volgende les.




Slide 22 - Slide

Huiswerk:

  • Ga zelfstandig aan de slag met de opdrachten in Taalblokken:

Leerroute Bouwstenen
01. Tekstsoorten=> schrijven
03. Inleiding, kern, slot => schrijven

Afronden vóór de volgende les.




Slide 23 - Slide

Noem 3 dingen die je vandaag geleerd hebt.

Slide 24 - Mind map

Waarover wil je graag meer uitleg?

Slide 25 - Mind map

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll