Slides eindopdracht De Aarde en ik! MHV

• Ges
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Eindopdracht De Aarde & Ik

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Uitleg eindopdracht De Aarde en ik! (MHV)

Eindopdracht: wetenschappelijk onderzoek (SSIBL) door metingen te doen en stappen te nemen om te verduurzamen. 

Stappen:

1. Kiezen onderwerp. 

2. Schrijven onderzoeksvraag en hypothese.        

3. Onderzoeksontwerp voor verzamelen data. 
4. Verzamelen en interpreteren data. 

5. Conclusies en presenteren van het onderzoek.    

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 1: onderwerp kiezen (brugklas)

Klas 1: je mag kiezen uit vier onderwerpen:

1. Hoe kunnen we thuis ons verbruik van gas meten en welke stappen kunnen we nemen om ons verbruik te verminderen en meer bij te dragen aan een duurzamere wereld? 

2. Hoe kunnen we thuis ons verbruik van water meten en welke stappen kunnen we nemen om ons verbruik te verminderen en meer bij te dragen aan een duurzamere wereld?

3. Hoe kunnen we thuis ons verbruik van elektriciteit meten en welke stappen kunnen we nemen om ons verbruik te verminderen en meer bij te dragen aan een duurzamere wereld?

4. Hoe kunnen we thuis de hoeveelheid door ons geproduceerd afval meten en welke stappen kunnen we nemen om ons verbruik te verminderen en meer bij te dragen aan een duurzamere wereld?

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 1: onderwerp/onderzoeksvraag kiezen 

(klas 2 en 3 - in tweetallen/drietallen)

1. Hoe kunnen we de biodiversiteit van onze buurt meten en welke stappen kunnen we nemen om deze te bevorderen, zodat we bijdragen aan een duurzamere en gezondere leefomgeving? 
2. Hoe kunnen we op school de principes van een circulaire economie toepassen om afval te verminderen en grondstoffen optimaal te benutten, en welke concrete acties kunnen we ondernemen om onze school duurzamer te maken?
3. Hoe kunnen we de ecologische voetafdruk van onze school bereken en welke maatregelen kunnen we implementeren om deze te verkleinen, zodat we onze bijdrage aan klimaatverandering verminderen?

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 2: formuleren onderzoeksvraag en hypothese

Een goede onderzoeksvraag:

- Is een vraag. 

- Bevat een onderwerp en wat je daar van wilt weten. 

- Begint met 'hoe', 'waarom' of 'welke'? (Kun je niet beantwoorden met ja of nee).

- Is niet te groot én niet te klein.
- Kun je onderzoeken door data te meten/gegevens te verzamelen. 

Hypothese: een verwachting of voorspelling van de uitkomst van je onderzoek. 
Het hoeft niet echt uit te komen, maar is iets wat je onderzoekt. 
Nadat je de onderzoeksvraag heb beantwoord, kun je schrijven of je hypothese wel of niet klopt. 

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 2: formuleren onderzoeksvraag en hypothese

Voorbeeld onderzoeksvraag: 

Hoe kunnen we de luchtkwaliteit in het klaslokaal meten en welke stappen kunnen we zetten om de luchtkwaliteit te verbeteren? 

Voorbeeld hypothese ("voorspelling"):

Wanneer we de ramen een half uur open zetten, stijgt het zuurstofgehalte met 20%, waardoor de luchtkwaliteit verbetert.  

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 2: formuleren onderzoeksvraag en hypothese

Voorbeeld onderzoeksvraag: 

Hoe kunnen we het verbruik van elektriciteit in de school meten en welke stappen kunnen we zetten om het verbruik te verminderen? 

Voorbeeld hypothese ("voorspelling"):

Wanneer we in de maanden maart tot en met september geen lichten meer aan doen in de leslokalen, daalt het verbruik van elektriciteit met 30%. 

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 3: onderzoeksontwerp

Opdracht: bedenk een geschikte manier ('experiment') om jouw onderzoek te verrichten en data (meetgevens) over jouw onderwerp te verzamelen.

- Belangrijk: het experiment en de meetgegevens moeten jou helpen antwoord te geven op je onderzoeksvraag en hypothese!
- Belangrijk: de meetgegevens moeten nauwkeurig bijgehouden en onderzocht worden!

- Bij twijfel: raadpleeg je docent!

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Hoe ga je meetgegevens/data verzamelen?

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Stap 3: onderzoeksontwerp

Opdracht: bedenk een geschikte manier ('experiment') om jouw onderzoek te verrichten en data (meetgevens) over jouw onderwerp te verzamelen.

- Belangrijk: het experiment en de meetgegevens moeten jou helpen antwoord te geven op je onderzoeksvraag en hypothese!
- Belangrijk: de meetgegevens moeten nauwkeurig bijgehouden en onderzocht worden!

- Bij twijfel: raadpleeg je docent!

Huiswerk voor de volgende les: onderzoek hoe je meetgegevens voor je onderzoek gaat verzamelen. Noteer komende alvast wat meetgegevens/maak foto.  

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 4: verzamelen en interpreteren van data

Over een bepaalde periode (bijvoorbeeld twee weken of een maand) verzamel je meetgegevens. Daarna kun je de gegevens gaan interpreteren. Dat wil zeggen: berekenen en uitleggen wat deze gegevens over jouw onderzoeksvraag zeggen. 

Eerst doe je metingen in de 'gewone' situatie. Daarna meet je de situatie nadat je stappen hebt gezet zoals in je onderzoeksvraag omschreven, dus stappen om te verduurzamen. 

Je vergelijkt de gegevens over beide helften, om vast te stellen of de stappen om te verduurzamen effectief waren. De uitkomsten leg je ook vast in een tabel, grafiek of staafdiagram.

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 5: conclusies en presenteren van het onderzoek

Wanneer de je de data hebt berekend en in een tabel, grafiek of staafdiagram hebt verwerkt, kun je conclusies schrijven: 

- je geeft een antwoord op je onderzoeksvraag
- je concludeert of je hypothese klopt of niet (of je voorspelling wel of niet is uitgekomen)

- ook geef je een uitleg over waarom jij denkt dat deze wel of niet is uitgekomen, en welke 
andere maatregelen je aanbevelt om verder te verduurzamen. 
 

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Stap 5: conclusies en presenteren van het onderzoek

Tot slot presenteer je het onderzoek (klas 2-3 in tweetallen/drietallen)

Dat mag in de vorm van: 
- een presentatie in powerpoint, inclusief tabel/grafiek/staafdiagram, totaal 5-10 slides)

- een poster/infographic en korte presentatie (max 3 minuten)

- een verslag (voorblad, inhoud, inleiding met onderzoeksvraag en hypothese, onderzoeksontwerp, data en interpretatie data inclusief tabel/grafiek/staafdiagram, conclusie, reflectie, totaal 7-10 pagina's) 
- een filmpje, inclusief tabel/grafiek/staafdiagram, max 3 minuten
- ??? 
Overleg vooraf met de docent!

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Hoe ga je het onderzoek presenteren?

6. Actieve verwerking

De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Stap 5: conclusies en presenteren van het onderzoek

Tot slot presenteer je het onderzoek (klas 2-3 in tweetallen/drietallen)

Dat mag in de vorm van: 
- een presentatie in powerpoint, een poster/infographic en korte presentatie
  een verslag, een filmpje of iets anders
- overleg vooraf met de docent 
- vertel ook iets over hoe jullie terugkijken op de opdracht en hoe de samenwerking is
  gegaan.

Presentaties in de week van ...... 

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Toevoegen Rubric

Exit ticket