3T stoffen en straling

Les 10 Straling en gezondheid
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 10 Straling en gezondheid

Slide 1 - Slide

Ioniserende straling

In de vorige lessen hebben we geleerd dat ioniserende straling moleculen kapot kan maken. 

Slide 2 - Slide

Radioactieve stoffen
Radioactieve stoffen zenden spontaan ioniserende straling uit.

Radioactieve stoffen vind je overal, meestal in kleine hoeveelheden: in de bodem, het water, in lucht, in gebouwen en zelfs in je lichaam.

Veel van deze stoffen zijn natuurlijk radioactief.

Slide 3 - Slide

Men heeft ook geleerd om zelf nieuwe radioactieve stoffen te maken: 
kunstmatig radioactief

Slide 4 - Slide

Stabiele en instabiele kernen
Stabiele kernen veranderen niet uit zichzelf en daardoor zijn deze stoffen niet radioactief.

Een radioactieve isotoop heeft atoomkernen die instabiel zijn. Ze veranderen spontaan en zenden daarbij een kleine hoeveelheid straling uit: dit noemen we radioactief verval.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Activiteit
Activiteit = aantal kernen dat per seconde verandert.

Activiteit wordt gemeten in becquerel (Bq)

Activiteit kun je meten met een geigerteller. 
radioactief verval

Slide 7 - Slide

Hoe meer kernen per seconde veranderen, hoe meer straling er wordt uitgezonden.

De activiteit van een hoeveelheid materiaal wordt steeds kleiner. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Halveringstijd (halfwaardetijd)
Halveringstijd is T
Na de halveringstijd:
- is de helft van de instabiele atoomkernen verdwenen (zij zijn vervallen en een ander soort atoom geworden)
- is de hoeveelheid straling ook met de helft verminderd (er blijven steeds minder instabiele kernen over)

Slide 10 - Slide

Halveringstijd
Elke radioactieve isotoop heeft een eigen halveringstijd.


Slide 11 - Slide

Halveringstijd
Na hoeveel seconden is de activiteit van deze stof gehalveerd? 

T = ?

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
De halveringstijd van jood (I-131) is 8 dagen. Artsen gebruiken dit om afwijkingen aan de schildklier te behandelen.
Het ziekenhuis ontvangt een hoeveelheid jood met een activiteit van 64 MBq. Dit betekent dat er elke seconde 64 miljoen atoomkernen veranderen. 
Bereken hoe groot de activiteit van I-131 na 40 dagen is. 
antwoord
start: 64 MBq
Na 8 dagen: 32 MBq
Na 16 dagen: 16 MBq (+ 8 dagen., want dan is de activiteit gehalveerd)
Na 24 dagen: 8 MBq (+ 8 dagen, want dan is de activiteit gehalveerd))
Na 32 dagen: 4 MBq ( enz.)
Na 40 dagen: 2 MBq

Slide 13 - Slide

PET scan
Eerst wordt een tracer (radioactieve stof) die in je lichaam gespoten.  Bijvoorbeeld Jodium.
Een orgaan, bijvoorbeeld de schildklier, neemt de Jodium tracer op. 

Het  radioactieve Jodium zendt straling uit,
door de straling te meten kan de PET-scan zichtbaar maken welke delen van de schildklier slecht werken. 
Met een PET-scan kun je ook kankercellen zichtbaar maken. 

Slide 14 - Slide

CT scan
De CT-scan werkt met röntgenstraling. De scanner bestaat uit een röntgenapparaat dat onder verschillende hoeken röntgenfoto’s maakt. 

Zo ontstaat een 3D-röntgenbeeld van de binnenkant het lichaam.

Slide 15 - Slide

CT scan
De CT-scan werkt met röntgenstraling. De scanner bestaat uit een röntgenapparaat dat onder verschillende hoeken röntgenfoto’s maakt. 

Zo ontstaat een 3D-röntgenbeeld van de binnenkant het lichaam.

Slide 16 - Slide

Toepassing Industrie
Materiaal onderzoek (Bragg reflectie)
Conserveren van voedsel (doorstralen)
Steriliseren van instrumenten

Slide 17 - Slide