Onderzoek

1 / 27
next
Slide 1: Slide
SLBHBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Centrale vragen
  1. Ben je in staat informatie uit een geschreven bron te gebruiken voor een artikel? 
  2. Ben je in staat volgens APA-richtlijnen te verwijzen?  
  3. Kun je cohesie aanbrengen in je artikel?  
  4. Kun je juiste zinsconstructies gebruiken in je artikel?  

Slide 2 - Slide

Even kort herhalen
  • In semester 1:  kies één vraagstelling   
  • Vraagstelling vormt aanleiding voor artikel (omvang ± 1000 woorden)   
  • Doelgroep: medestudenten en docenten   
  • Inhoud: objectieve uitwerking onderwerp   
  • Basis: 4 verantwoorde bronnen  

Slide 3 - Slide

Wat hebben we besproken?
  • Onderzoekscyclus 
  • Voorlopige keuze onderwerp 
  • Eerste ronde literatuur zoeken en beoordelen.  
  • ViP 1: algemene structuur 
  • ViP 5: refereren, parafraseren en citeren 
  • College Marja over literatuur zoeken.   

Slide 4 - Slide

1
2
3
4
5
6
7
Probleem
Vraagstelling
Hypothese
Literatuuronderzoek
Praktisch onderzoek
Conclusie en samenvatting
Nieuwe onderzoeksvraag

Slide 5 - Drag question

Wat moet je doen uit zelf leren schrijven?
  1. Algemene structuren 
  2. Wetenschappelijk review-artikel 
  3. Voorbereiding op het schrijven 
  4. Het schrijven van de inhoud 
  5. Refereren, parafraseren en citeren 
  6. Argumentatie 
  7. Cohesie en zinsopbouw 
  8. Wetenschappelijke schrijfstijl 
  9. Revisie en afwerking (lezen voor onderzoek 4)  

Slide 6 - Slide

Even opfrissen: Inleiding artikel (ViP 1)
Inleiding   
  • Introductie op het onderwerp: doel is de aandacht van de lezer te trekken. Waarom schrijf je dit artikel? Wat is de aanleiding? Bijv. speel in op de actualiteit of koppeling aan stage.
  • Introductie van de vraagstelling: vraagstelling (kort) toelichten.   
Theoretisch kader   
  • Op basis van vier verantwoorde bronnen diep je het onderwerp uit (vaktijdschrift, krantenartikel en boek). (NB: zoek en gebruik de primaire bron) 
  • Je legt verband tussen de bronnen: waar zitten de overeenkomsten en verschillen? 
  • Let op: altijd APA verwijzen en parafraseren (alleen citeren als het niet anders kan).   
Conclusie   
  • Antwoord op de vraagstelling op basis van de gevonden bronnen. (NB: de lezer leest hier dus geen nieuwe informatie)  

Slide 7 - Slide

Even opfrissen: APA (ViP 5)
Gebruik je het werk van anderen, dan moet je de bron vermelden. Dat doe je, volgens APA, in: 
  • De tekst  
  • De literatuurlijst   
Regels en handige tips zijn te vinden in: 
- Zelf leren schrijven. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

APA in de tekst: referen 
  • Geen voornamen    
  • Structuur is de sleutel!   Probeer een hiërarchie aan te leggen. Bijvoorbeeld:  
            Uit onderzoek (Hoover, Dempsey & Sandler, 1995) blijkt dat ouderbetrokkenheid wordt                 bepaald door: de leerling, de leerkracht, de ouders en de omgeving.   
                  De betrokkenheid van ouders wordt bepaald door zowel de prestaties van de leerling
                  als het gedrag van de leerling (Mcneill, 2012). 
                            De ouderbetrokkenheid neemt toe op het moment dat de prestaties van de
                            leerling onder verwachting zijn (Mcneill, 2012). 
                                  Met name in de bovenbouw lijken ouders de prestaties belangrijk te zijn.   
  • Maak in de tekst altijd duidelijk naar wie je refereert    
  • Verbind bronnen met elkaar     

Slide 10 - Slide

APA veel voorkomende fouten
Indien de gehele alinea naar 1 onderzoek verwijst dan dient er ook maar 1 keer naar verwezen te worden. Wel moet in de tekst duidelijk zijn dat het nog steeds om hetzelfde onderzoek gaat!    

Gebruik daarom vaak woorden als:    

Uit onderzoek blijkt (bron)… Uit ditzelfde onderzoek blijkt… Tevens vonden deze onderzoekers dat…. Als derde was een van de bevindingen van dit onderzoek dat…. en tot slot concludeerde zij dat……  

Slide 11 - Slide

APA veel voorkomende fouten
Et al. 
  • Sommigen gebruiken ook e.a. dit is alleen toegestaan in de lopende tekst dus: Pietersen e.a. (2014) vonden dat…..  En niet: Uit onderzoek (Pietersen e.a. 2014) 
  • Bij meer dan drie schrijvers 
  • Vanaf de 2e keer  Bijvoorbeeld:   
    Tussen haakjes ==>  eerste keer: (Bakker, Denissen, Denissen, Janssen & Van Vliet, 2009)  Daarna: (Bakker et al., 2009)  
    In de tekst eerste keer: Bakker, Denissen, Denissen, Janssen & Van Vliet, 2009.  Daarna: Bakker et al. (2009)   
    Bij meer dan 6 auteurs. eerste keer et al.    

Slide 12 - Slide

APA handigheidje
Truc met google scholar

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

APA in literatuurlijst
  • Geen onderscheid tussen soort bron.  
  • Alfabetisch op naam van de auteur 
  • Geen auteur, maar een instantie? Dan beschouw je de instantie als de auteur. 
  • Anoniem artikel? Opnemen onder de (verkorte) titel van het artikel. 
  • Internetbron: blz. 76 Zelf leren schrijven.  

Slide 15 - Slide

Voldoen de volgende fragmenten aan de APA regels? 

Slide 16 - Slide

Fragment 1
Faber Taylor en Kuo vinden dat embodied learning ook tot uiting komt in de natuur. In de natuur zijn er oneindig veel mogelijkheden, als kinderen met elkaar buiten spelen kan dit tot gevolg hebben dat er een fantasierijk spel ontstaat. Er kunnen dan nieuwe woorden voorkomen die in het spel voorkomen en gebruikt worden voor voorwerpen die de kinderen gebruiken. Fjertoft geeft als argument dat wanneer kinderen elke dag buiten spelen het niet alleen voordelen heeft voor de woordenschat maar dat ook de motoriek van een kind er flink op vooruit gaat.

Slide 17 - Slide

Voldoet het fragment aan APA?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Fragment 2
Leraren zijn er om het goede voorbeeld te geven. (Leeferink, 1999) Enkele maatregelen die je als school kunt treffen om het risico van meeroken zo klein mogelijk te houden is door afspraken te maken met het personeel dat er niet gerookt wordt waar de kinderen bijzijn. Zorg dat het personeel in hun vrije tijd rookt. Als school kun je ook van het schoolplein een rookvrije-zone maken. Laat de ouders weten dat er niet op het schoolplein gerookt mag worden. Dit zorgt ervoor dat de kans op meeroken aanzienlijk wordt verminderd. De hersenen van kinderen zijn nog in ontwikkeling en (mee)roken kan voor blijvende hersenschade zorgen. (Trimbos instituut, sd) Tevens experimenten de kinderen in de bovenbouw graag met allerlei dingen. Experimenten met roken is erg gevaarlijk omdat het snel een verslaving wordt en degene die op jonge leeftijd zijn begonnen met roken komen heel moeilijk van hun verslaving af. (Centrum Gezond Leven, 2017)

Slide 19 - Slide

Voldoet het fragment aan APA?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quiz

Fragment 3
Vliet (2016) heeft onderzoek gedaan naar het automatiseren van rekensommen door middel van bewegen. Uit haar onderzoek bleek dat bewegen een positief effect heeft op het automatiseren van rekensommen. Veel kinderen komen niet aan automatiseren toe omdat de strategie die ze gebruiken om een keersom op te lossen niet snel genoeg is. Terwijl het automatiseren juist zo belangrijk is om later sneller complexere sommen op te lossen. Ook Hartman et al. (2015) heeft onderzoek gedaan naar de schoolprestaties van kinderen in combinatie met bewegen. Hij heeft verschillende kinderen automatiseringsopgaven voor rekenen gegeven terwijl zij aan het joggen waren.

Slide 21 - Slide

Voldoet het fragment aan APA?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Fragment 4
Competentie is een van de drie basisbehoeften van het kind. In deze basisbehoefte moet worden voorzien om optimaal te kunnen ontwikkelen. Stevens (1997) omschrijft competentie als een basisbehoefte waarin een kind zich effectief wil voelen. Het kind vindt het fijn als hij/ zij het gevoel heeft dat het iets kan. Uit natuurlijke drang willen zij graag laten zien wat ze kunnen en waar ze trots op zijn. Als het kind het gevoel heeft dat zijn/ haar ontwikkelingen niet serieus genomen worden kan dit tot gedragsproblemen leiden. Blijswijk (2012) concludeert dat het heel erg belangrijk is om een kind haalbare doelen te geven. Als het kind dit doel behaalt zal er in de basisbehoefte competentie worden voorzien. Het doel moet goed afgestemd zijn op het kind en dus niet te makkelijk maar ook niet te moeilijk zijn.  

Slide 23 - Slide

Voldoet het fragment aan APA?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Artikel - vormcriteria
  1. Vormgeving  
    -Titelblad  
    -Inhoudsopgave  
    -Paginanummering  
    - Times New Roman 11, regelafstand 1,5 
  2. Stijl 
  3. APA 
  4. Bijlagen (niet bij dit artikel)  
=> Controleer de toelichting op ELO (onder onderzoek)  

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Opdracht 1

1) Zoek iemand met hetzelfde onderwerp (vorm tweetallen).   2) Bekijk elkaars artikelen en beoordeel de betrouwbaarheid en of ze kwalificeren als "verantwoorde bronnen".  
Opdracht 2

1) Schrijf een ontwerp van de inleiding. 
2) Voorzie elkaar van feedback.   

Slide 27 - Slide