V1 semaine 19/20 - Texte B ex 8 10 11

Woord van de dag
progressief = vooruitstrevend

Voorbeeldzin:
Nederland is een progressief land. Er is hier al veel meer mogelijk dan in andere landen.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Woord van de dag
progressief = vooruitstrevend

Voorbeeldzin:
Nederland is een progressief land. Er is hier al veel meer mogelijk dan in andere landen.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weten jullie
nog van... Paris?!

Slide 2 - Mind map

Terugblik les voor de vakantie met presentatie over Parijs.
Eiffeltoren, Louvre, Champs Elysées, Disneyland Parijs, Notre-Dame, Sacré Coeur, Arc de Triomphe.
11 miljoen inwoners, 20 arrondissementen.
Winkelen op de Champs Elysées.

Welke woorden ken je nog van Voca A?
Korte quiz: welke woorden ken je al van Voca A?

Ga in je browser naar quizlet.live en voer de code in.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Denkvraag:
1. Maak je een weekplanning en weet je hoeveel tijd er voor Frans staat?
2. Is er een relatie is tussen je cijfer en het maken van de opdrachten?
3. Noem 1 reden waarom je denkt dat het niet uitmaakt
4. Noem 1 reden waarom het handig is je maakwerk te maken
4.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Objectifs
  • Je kunt een Franse tekst lezen en er vragen over beantwoorden
  • Je weet hoe je het beste een tekst leest, ook al ken je niet alle woorden
  • Je weet wat je kunt verwachten op de formatieve evaluatie in week 23

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Question 8.1
Lis le titre et l’introduction du texte B et regarde les images. Réponds aux questions en néerlandais.

1 Waar denk je dat de tekst over gaat?
2 Welke twee vragen worden in de inleiding van de tekst gesteld?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Question 8.2
Hoeveel mensen komen er aan het woord in de tekst?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Question 8.3
Lis les sous-titres du texte B puis lis les premières phrases de chaque (elke) alinéa.
Remplis pour chaque personne les données en français: Nom, Idole, Ville, Arrondissement.
Wat moet je hier doen?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan tekst lezen
  1. STAP 1: Bekijk de tekstopmaak, plaatjes, kopjes en bedenk wat voor tekst het is. Wat kun je verwachten?
  2. STAP 2: Lees de tussenkopjes en de 1e zinnen van de alinea's en kijk of wat je dacht klopt met wat je daar ziet.
  3. STAP 3: Lees de tekst helemaal door en beantwoord de detailvragen. Zoek naar woorden die waarschijnlijk met het antwoord te maken hebben.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Objectifs atteints?
  1. Ik kan een Franse tekst lezen en er vragen over beantwoorden
  2. Ik weet hoe je het beste een tekst leest, ook al ken ik niet alle woorden
  3. Ik weet wat ik kan verwachten op de formatieve evaluatie in week 23

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Facile, difficile?
  1. Vond je dit makkelijk? Ga dan zelfstandig verder met ex. 8, 10 en 11 van chapitre 5 op de website van Grandes Lignes.
  2. Vind je het (best wel) lastig? Kijk dan mee naar de uitleg van de opdrachten.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions