VG3A ma 15/05 uitleg gr H: venir

Bestudeer:

Grammaire H
Het werkwoord "venir"

Présent & passé composé
timer
5:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bestudeer:

Grammaire H
Het werkwoord "venir"

Présent & passé composé
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Uitleg
Maak groepjes van 3/4
Elke groep krijgt 2 blaadjes (1x présent, 1x passé composé)
+ losse vervoegingen
De groep die als eerste zowel de présent als de passé composé goed heeft neergelegd, wint

Slide 2 - Slide

Grammaire H: het werkwoord venir
  • Betekent "komen" -->
  • Komen jullie met de bus?
  • Komt zij uit Italie?

  • Onregelmatig werkwoord
  • Dus: uit je hoofd leren

Slide 3 - Slide

Grammaire H: het werkwoord venir
Présent:
je viens
tu viens
il / elle / on vient
nous venons
vous venez
ils / elles viennent

Slide 4 - Slide

Grammaire H: het werkwoord venir
Passé composé:
  • Onderwerp + vorm van être + venu
  • Er kan een extra e/s achter het voltooid deelwoord komen:

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
venu
Il est venu en bus.
venue
Elle est venue à la fête.
meervoud
venus
Nous (Marc et Eric) sommes venus de France.
venues
Elles (Marie et Claire) sont venues en métro.

Slide 5 - Slide

VG3A le 15 mai 2023
WEEKTAAK:
- Bron H: 29abcd, 30abcd
- Leren: vocabulaire F (ABE herhalen)
- Leren: grammaire H

Slide 6 - Slide

Quiz

Slide 7 - Slide

12

Slide 8 - Video

WAAR GAAN DEZE BEZOEKERS NAAR TOE?
A
EEN MUSEUM
B
EEN RESTAURANT

Slide 9 - Quiz

Comment s'appelait les visiteurs d'un restaurant autrefois?
A
des visiteurs
B
des gens
C
des clients
D
des personnes

Slide 10 - Quiz

Als de mensen niet meteen aan de beurt waren, wat kregen ze dan vaak aangeboden tijdens het wachten?
A
een plaatsje op een barkruk
B
een staan of zitplaats bij de bar
C
een krantje en een bal
D
een barkruk en een bakje pinda's

Slide 11 - Quiz

Welke reden geeft de gids dat bezoekers vroeger hun handen in het bakje stopten?
A
Klanten waren dol op pinda's
B
Klanten vonden dat niet vies
C
klanten vonden dat gezellig
D
klanten waren bijna voor niets bang

Slide 12 - Quiz

Wat vraagt het jongetje al fluisterend?
A
Wat zijn dat; pinda's?
B
Wat is dat : een kus?
C
wat is dat : een barkruk?
D
wat is dat , een bol?

Slide 13 - Quiz

Wat is de lievelingsplek van de gids?
A
de keuken
B
de stoelen
C
de bar
D
de tafel

Slide 14 - Quiz

Waar bestonden dit soort bedrijven vroeger mogelijk ook?
A
in Engeland
B
in steden
C
in de VS

Slide 15 - Quiz

Wat is de vraag die vaak gesteld wordt?
A
Et toi, qu' est-ce que tu prends?
B
Et toi, qu' est-ce que tu bois?
C
Et toi, qu' est-ce que tu vends?
D
Et toi, qu' est-ce que tu rends?

Slide 16 - Quiz

Met hoeveel mensen zaten ze soms aan dezelfde tafel?
A
2
B
20
C
12
D
22

Slide 17 - Quiz

Qu'est -ce que c'est : L'addition ?
A
de rekening
B
een briefje
C
de fooi
D
het kleding van de ober

Slide 18 - Quiz

Waarom vraagt het jongetje wat "un cinéma"is?

Slide 19 - Open question

Wat hopen de makers van dit filmpje?
A
dat we nooit meer naar dit museum hoeven
B
dat mensen snel hun mondmaskers op zetten en naar huis gaan
C
dat mensen moed houden en de restaurants snel weer open gaan
D
dat de mensen snel naar de bioscoop gaan

Slide 20 - Quiz