16-09-2020 SO voorbereiding

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

die Planung

- Proefvragen SO

- Zelfstandig werken / herhalen

Ich bin

Ich war

Ich bin gewesen

Ich war gewesen

onvoltooid tegenwoordige tijd

onvoltooid verleden tijd

voltooid tegenwoordige tijd

voltooid verleden tijd

Herhaling afgelopen lessen: Gebruik je bij een beweging haben of sein?

1. haben
2. sein

Kies de juiste vorm van haben/sein in de v.t.t. (das Perfekt):
Er ......... vor einer Woche bei mir gewesen.

1. hat
2. habt
3. ist
4. bist

Vul de zin aan in met de o.v.t. van werden:
Ihr .......... gestern mit dem Auto gebracht.

1. werdete
2. wurden
3. wurdet
4. wurde

Übersetze die Fettgedruckten Wörter ins Niederlandische:
Viele alte Städte >>gehören zum<< UNESCO-Weltkulturerbe

Übersetze die Wörter ins Deutsche:
Ich schlafe in den Ferien in einem (slaapzak)

Notiere die Sätze auf Deutsch:
Graag gedaan!

Ergänze das Partizip II (= voltooid deelwoord) von den schwachen Verben:
bemühen (bemoeien) - Hast du dich mit ihm .... ?

Lies die Sätze. Bestimme zuerst, ob du das Verb haben, sein oder werden ergänzen musst. Ergänze das Verb im Präteritum (= de verleden tijd):
Ich ............... zu meiner Schule gelaufen.

Was jetzt? Keuze:

Was? - Degenen die meer uitleg willen mogen voorin komen zitten, de rest verhuist naar achteren.

Wie? - Je gaat in stilte aan de slag met opdrachten / leren.

Wie lange? - We stoppen circa 10 minuten voor het einde van de les.

Mit wem? - Je werkt alleen.

Hilfe? - Vraag het op fluistertoon aan de buurman, zorg dat de rest er geen last van heeft.