Much, many, a lot of, (a) little, (a) few

1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vertaal het woord 'veel' naar het Engels.

Slide 2 - Open question

'Veel' in het Engels
'Veel' kun je op verschillende manieren vertalen. Het ligt aan de soort zin waar het woord in staat.
a lot of / lots of / much / many

Slide 3 - Slide

'Veel'
Bevestigende zinnen (+) : 'veel' vertaal je met a lot of/lots of.
 vragende zin waarbij je 'ja' (+) verwacht: a lot of / lots of

Vragende zinnen (?) en ontkennende zinnen (-) :
Much > voor niet-telbare woorden
Many > voor telbare woorden
Vragende zinnen waarbij je 'nee' (-) verwacht

Slide 4 - Slide

Telbaar en niet-telbaar
I don't have much money.
money is niet telbaar > much

Have you got any books on sale?
books is telbaar > many

Slide 5 - Slide

Dus:
Bevestigende zinnen (+): gebruik altijd 'a lot of'
Ontkennende (-)/vragende (?) zinnen:
- bij ontelbaar: much
- bij telbaar: many 

Ff checken of je het snapt...

Slide 6 - Slide

The library has lots of books.
Wat voor soort zin is dit?
A
vraagzin
B
bevestigende zin
C
een Engelse zin
D
ontkennende zin

Slide 7 - Quiz

Much, many or a lot of?
I don't have _____ money
A
Much
B
Many
C
a lot of

Slide 8 - Quiz

Much, many or a lot of?
Do you have ____ information?
A
Much
B
Many
C
a lot of

Slide 9 - Quiz

Much, many or a lot of?
I have _____ questions.
A
Much
B
Many
C
a lot of

Slide 10 - Quiz

Vertaal het woord 'weinig' naar het Engels.

Slide 11 - Open question

Weinig, een beetje, een paar
Weinig vertaal je met 'little'en 'few'.
little gebruik je bij niet-telbare woorden.
few gebruik je bij telbare woorden.

Een beetje/een paar:
a little > niet-telbare woorden
a few > telbare woorden

Slide 12 - Slide

Little
I picked ... peaches.
There is ... you can do about it.
I have ... problems with it.
I would like ... peace and quiet.
A little
Few
A few

Slide 13 - Drag question

LITTLE/FEW
..... water
A
few
B
little

Slide 14 - Quiz

There were ... horses in the field.
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 15 - Quiz

... cities match the beauty of Rome.
A
little
B
few
C
a little
D
a few

Slide 16 - Quiz

Nu alles door elkaar heen!

Slide 17 - Slide

tables
coffee
children
rain
bicycles
much
many

Slide 18 - Drag question

There are ................ people here!
A
much
B
many
C
a lot of
D
few

Slide 19 - Quiz

There is ................ water here!
A
much
B
many
C
little
D
few

Slide 20 - Quiz

I have ..(1).. friends, but ..(2).. time.
A
1. much 2. a lot of
B
1. much 2. little
C
1. many 2. few
D
1. a lot of 2. little

Slide 21 - Quiz

"Mom, I'm going to bake a .............. cupcakes this afternoon. All my friends want to taste them. How .............. eggs do we still have? And how ............. butter is in the fridge?" 

Mom: "Ow, let me check. It looks like there is only a ............ eggs left. And there is also just a ............ butter. I don't think you will have enough. I'm doing groceries later today. I'll bring you some." 
much
many
little
few
lot of

Slide 22 - Drag question

Samenvatting:

Slide 23 - Slide

weinig + niet telbaar
weinig + telbaar
Een beetje + niet telbaar
Een paar + telbaar
veel + niet telbaar
veel + telbaar
many
much
a few
A little
few
little

Slide 24 - Drag question

Much/Many (-)(?)
Much
Betekent veel
gebruik je bij niet telbare woorden

I don't have much time.
We don't have much money.
Many
Betekent veel
gebruik je bij telbare woorden

I have many friends.
There are many museums.

Slide 25 - Slide

A little/A few, Little, Few
Little
Weinig
niet telbaar
A little
Een beetje
niet telbaar
Few
Weinig
telbaar
A few
Een paar
telbaar

Slide 26 - Slide