hoofdstuk 2: paragraaf 3:deel 2





2.3 De Inuit op Groenland
1 / 33
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson





2.3 De Inuit op Groenland

Slide 1 - Slide

Lesplanning
- intro 2.3-filmpje (vorige keer niet gedaan)
- herhalen vorige les 
- samen lezen 2.3
- samenvatting + extra uitleg
- testen kennis

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Het noordpoolgebied ligt boven de
A
66½° noorder breedte
B
55½° noorder breedte
C
22½° noorder breedte
D
33½° noorder breedte

Slide 4 - Quiz

Dit is op een:
A
hoge breedte
B
lage breedte

Slide 5 - Quiz

De bevolkingsspreiding van Groenland is...
A
Gelijk
B
Ongelijk

Slide 6 - Quiz

van koud landschap naar warm
A
loofbos/toendra// Landijs
B
toendra/loofbos/ Landijs
C
Landijs/toendra/loofbos

Slide 7 - Quiz

Permafrost is de omschrijving:
A
van een specifiek klimaat
B
van de planten die er groeien
C
dat de ondergrond altijd bevroren is
D
van een woord die ik net verzonnen heb

Slide 8 - Quiz

Lesdoelen
- Je kent de kenmerken van landijs en zee-ijs.
- Je kent de topografie en landschappen van het noordpoolgebied 
- (basisboek) je kunt uitleggen dat de verwarming door de zon niet overal hetzelfde is op aarde
- (basisboek) je kent de verschillende luchtstreken

Slide 9 - Slide

Samen lezen
- paragraaf 2.3
- sneeuw en ijs
- B47 Breedteligging en temperatuur
- B49 Luchtstreken

Slide 10 - Slide

Samenvatting+ extra uitleg

Slide 11 - Slide

Sneeuw en ijs
-  des te noordelijker je komt, des te kouder het wordt (joh, echt?)
- In het poolgebied is het te koud voor plantengroei
- neerslag valt alleen in de vorm van sneeuw
- deze sneeuw dooit vrijwel nooit in het noordpoolgebied, deze sneeuw noemen we 'eeuwige sneeuw'
-  Als deze sneeuw de kans krijgt om verder op te bouwen, verandert dit door druk in landijs

Slide 12 - Slide

 - Een groot deel van het noordpoolgebied bestaat uit zee 
- Alleen op Groenland ligt landijs. Het bevroren zeewater noem je zee-ijs. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Zee-ijs/landijs
- Het zee-ijs bestaat vaak uit ijsschotsen die aan elkaar zijn gevroren. In de zomer breken grote platen ijs soms af en drijven weg. Dit heet drijfijs

Slide 15 - Slide

Nadeel 1:
Afbrekend land/zee-ijs


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Nadeel 2
- veel smeltend ijs = veel extra vloeibaar water
- veel extra vloeibaar water = zeespiegelstijging
Hoge zeespiegelstijging = voor landen zoals Nederland: oeps

Slide 18 - Slide

- (basisboek) je kunt uitleggen dat de verwarming door de zon niet overal hetzelfde is op aarde

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Van koud naar warm
1.  landijs/zeeijs (Groenland)
2. Toendra (Noord-Zweden)
3. Taiga ( Centraal-Zweden)
4. loofbos (Nederland)

Slide 22 - Slide

- (basisboek) je kent de verschillende luchtstreken
- Er zijn twee manieren om de luchtstreken te begrenzen. 
  1. Bij de ene manier gebruik je de breedtecirkels. Dit noem je de wiskundige begrenzing
  2. De andere manier is de thermische begrenzing (B50)

Slide 23 - Slide

Wiskundige begrenzing

Slide 24 - Slide

Thermische begrenzing


- thermisch heeft te maken met temperatuur
- begrenzing, geeft dus aan waar de grens loopt wat betreft temperatuur

Slide 25 - Slide

Isothermen
Lijnen die plaatsen met een gelijke temperatuur met elkaar verbinden, heten isothermen (iso = gelijk, thermos = warmte)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Thermische begrenzing
- om grote klimaatgebieden in beeld te krijgen zijn er temperatuurmetingen gedaan wereldwijd
- hieruit komen minimum en maximum temperaturen, afhankelijk van het seizoen
- deze lijn is door zeestroming en dominante windrichting niet recht, zoals de wiskundige begrenzing

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Huiswerk voor volgende les
Maken in online werkboek hoofdstuk 2 §3   opdrachten 3,4 en 7

Slide 31 - Slide

Afsluiting

Slide 32 - Slide

Geef aan of je de volgende lesdoelen beheerst:

Je kent de landschapszone toendra.
Je weet waar de mensen op Groenland wonen.
Je weet waarom het klimaat op Groenland koud is.
A
Ik beheers de lesdoelen.
B
Ik beheers de lesdoelen (nog) niet.

Slide 33 - Quiz