Hulples 1

Nederlands
Hulples


1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Hulples


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma
  • Lezen/Woorden
  • Paragraaf
  • Boekpromoties
  • Evaluatie/vragen

Slide 3 - Slide

Doelstelling
Na deze les:
  •  Kun je de titel en tussenkop en foto gebruiken om  dieper in een tekst te duiken
  • Ken je de betekenis van 6 schooltaalwoorden

Slide 4 - Slide



Waarom is het lezen van een krant lastig?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Video

Niet alle woorden zijn even belangrijk.

Als je een bericht wilt lezen, hoef je dus niet alle woorden te lezen. Je kunt dan toch begrijpen waar de tekst over gaat.

Voorbeeld: Twee jongens van vijftien jaar zijn zondagavond opgepakt.

De twee belangrijkste woorden zijn hier dikgedrukt: 
jongens en opgepakt.

Slide 7 - Slide


Bekijk de kop en de foto van dit artikel.
Wie werd(en) bedreigd?
Jongens (15) bedreigen tramconducteur
A
de bestuurder van een bus
B
de bestuurder van een tram
C
de conducteur van een bus
D
de conducteur van een tram

Slide 8 - Quiz

Bekijk de kop en de foto van dit artikel.
Wat weet je ook? Sleep het vinkje naar het voorzetsel
Jongens (15) bedreigen tramconducteur
hoe oud de jongens waren
wie de tramconducteur was
hoe de jongens heten
waar het is gebeurd

Slide 9 - Drag question

Jongens (15) bedreigen tramconducteur
Aangehouden
De politie kon de twee even later in de buurt aanhouden. Dat meldt de politie woensdag.
1
Mes en pistool
Volgens de politie pleegden de jongens een overval op tram 26, toen die zijn eindhalte op IJburg had bereikt. De trambestuurder werd met een mes bedreigd, de conducteur met een vuurwapen.
2
AMSTERDAM
Twee jongens van vijftien jaar zijn maandagavond opgepakt. Ze hadden in Amsterdam een trambestuurder en een tramconducteur overvallen en bedreigd.
A

Slide 10 - Slide

Wat weet je ook?
De tussenkoppen van het bericht staan erbij.
Weet je nu of de jongens zijn opgepakt?
A
Nee, dat staat nergens
B
Ja, dat staat in de titel
C
Ja, dat staat in de eerste tussenkop
D
Ja, dat staat in de tweede tussenkop

Slide 11 - Quiz

Wat weet je ook?
Kun je ook ergens aan zien waar dit gebeurd is?
A
Nee, dat staat nergens
B
Ja, dat staat in de titel
C
Ja, dat staat in de eerste tussenkop
D
Ja, dat staat in de tweede tussenkop

Slide 12 - Quiz

Jongens (15) bedreigen tramconducteur
Aangehouden
De politie kon de twee even later in de buurt aanhouden. Dat meldt de politie woensdag.
1
Mes en pistool
Volgens de politie pleegden de jongens een overval op tram 26, toen die zijn eindhalte op IJburg had bereikt. De trambestuurder werd met een mes bedreigd, de conducteur met een vuurwapen.
2
AMSTERDAM
Twee jongens van vijftien jaar zijn maandagavond opgepakt. Ze hadden in Amsterdam een trambestuurder en een tramconducteur overvallen en bedreigd.
A

Slide 13 - Slide

Wat weet je ook?
Lees de tekst
Is alleen de tramconducteur overvallen?
AMSTERDAM- Twee jongens van vijftien jaar zijn maandagavond opgepakt. Ze hadden in Amsterdam een trambestuurder en een tramconducteur overvallen en bedreigd.
A
Nee, ook de trambestuurder
B
Ja, alleen de tramconducteur
C
Nee, ook twee passagiers
D
Nee, ook twee jongens van vijftien

Slide 14 - Quiz

Sleep de gebeurtenissen naar de juiste dag
De jongens bedreigen 
de tramconducteur
De jongens worden aangehouden
De politie maakt 
het nieuws bekend

Slide 15 - Drag question

Waar ging lijn 26 naartoe?
Sleep de cirkel naar de juiste plek.

Slide 16 - Drag question

Zijn de conducteur en de bestuurder met 
hetzelfde wapen bedreigd?
Ja
Nee

Slide 17 - Drag question

Terugkijken
  • Ik kan de foto, de kop en de tussenkop bij een krantenartikel lezen en bekijken

Slide 18 - Slide

timer
25:00
  • lees wat je wilt (moet op papier)
  • oordopjes zijn toegestaan 
  • je mag tegen de muur leunen
  • ipad plat
  • In stilte lezen!

Slide 19 - Slide

toelichten 
uitleggen

kenmerken
=
belangrijke eigenschappen

noteren 
opschrijven

formuleren
met woorden omschrijven

omschrijven
met andere woorden zeggen

toepassen 
leerstof in een opdracht gebruiken
term 
begrip

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Wat doe je als je 'buitenspel' moet omschrijven?

Slide 22 - Open question

'Buitenspel' is een term
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

Kun je toelichten waarom hij buitenspel staat?

Slide 24 - Open question

Een belangrijk kenmerk van 'buitenspel' is dat de speler de bal moet aannemen.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

timer
6:00
Doel: 
Gebruik de nieuwe woorden in vragen
Hoe: 
iPad in notities
Hulp: 
Vraag je buur 
Klaar?
Stuur ze naar het bord!
Wat:
Verzin drie vragen voor een proefwerk Nederlands en gebruik  toelichten, noteren, term, kenmerk, omschrijven, formuleren, toepassen.


Slide 26 - Slide

Stuur je beste vraag in!

Slide 27 - Open question

Huiswerk
Op je Ipad in Talent online:
  • Zoek het antwoord voor je vraag voor het proefwerk Nederlands op. Gebruik Google of Talent (kijk bij lesstof).

Slide 28 - Slide

Boekpromotie(s)

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Ontleed de volgende zin: Aan het einde van de les kan iedereen zinnen ontleden! Benoem PV, WG, O, LV

Slide 33 - Open question

In de biologieles hebben we een kikker (ontleden). Benoem de PV, WG, O, LV

Slide 34 - Open question

More lessons like this