Ironie, sarcasme en meer 3 v

1 / 44
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Stijlfiguren
  • Stijlfiguren zijn manieren om een uiting zo te formuleren, dat het de tekst aantrekkelijker maakt.
  • Met stijlfiguren kun je ook een onderliggend gevoel benadrukken, zonder dat letterlijk te verwoorden.
  • Er bestaan veel verschillende stijlfiguren.
  • Vandaag: hyperbool, understatement, litotes, eufemisme.

Slide 4 - Slide

De spot drijven met iets = iets belachelijk maken.



Om iets belachelijk te maken wordt in het dagelijks leven, de politiek en de literatuur vaak een vorm van humor gebruikt: ironie, cynisme of sarcasme.

Slide 5 - Slide

3 vormen van spot:                                                                                (deze verschillen in karakter en in sterkte)

ironie
cynisme
sarcasme

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Ironie
 Je zegt het tegenovergestelde van wat je bedoelt. Ironie wordt vaak gebruikt om te laten zien dat je het er niet mee eens bent. 

Vriendelijke, milde spot
• Je bent weer mooi op tijd. (als iemand te laat komt)
• Wat een goed idee van jou. (als het idee heel stom is) 
• Fijn, al die moddersporen op de schone vloer!

Wanneer gebruik je zelf ironie? 

Slide 8 - Slide

Cynisme (verbitterd)
Cynisme komt vaak voort uit een (pijnlijk...) ongeloof in het goede van de mens, of uit een gevoel van machteloosheid vermengd met woede.
Vaak is dat een vorm van zelfverdediging: men doet het uit machteloosheid of teleurstelling.
Uitspraak is inhoudelijk waar, maar die op het bewuste moment niet gezegd hoort te worden. 

(bij een echtscheiding) Mijn vrouw krijgt het huis. Mijn vervanger kan er zo in. De beste huwelijken zijn gebaseerd op leugens.

wrede, bittere spot; zwartgallig
  • Ach, een hond is tenminste goedkoper dan een kind.
  •  Tja, als je een paar wedstrijden niet scoort heeft niemand meer belangstelling voor je.


Slide 9 - Slide

Sarcasme (bijtend)
Je zegt (net als bij ironie) het tegenovergestelde van wat je bedoelt. Alleen is de toon gemener van aard. 

bijtende, scherpe spot; kwetsend
  • (een ouder tegen een kind met een slecht rapport) 
  • Je bent weer eens de beste leerling van de klas!
  • (over iemand die heel vals zingt) 
  • Je zus is helemaal klaar voor het Idols.

Slide 10 - Slide

Sarcasme
Harde, bijtende spot die veel verder gaat dan ironie.

Slide 11 - Slide

Verschil ironie en sarcasme:

Ironie: pijnlijke humor, die niet kwetsend bedoeld is.

Sarcasme: pijnlijke humor, die juist wél kwetsend bedoeld is!


Geen duidelijke grens te trekken tussen ironie en sarcasme.
Ook is dit vaak persoonlijk, maar het gaat om
de bedoeling van de spreker!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Deze grap is
A
cynisch
B
ironisch
C
sarcastisch

Slide 15 - Quiz

Goh, de vorige keer had je een betere smoes toen je te laat kwam.
A
ironie
B
sarcasme
C
beide
D
geen van 2

Slide 16 - Quiz

Jij stond zeker achteraan toen de intelligentie werd uitgedeeld
A
Ironie
B
sarcasme
C
beide
D
geen van 2

Slide 17 - Quiz

"Dat mevrouw Eijgermans humor gaat uitleggen in een droge LessonUp, is wel een beetje..."
A
sarcastisch
B
ironisch
C
cynisch
D
dodelijk

Slide 18 - Quiz

"Handig van jou om geen sleutel mee te nemen."
A
Ironisch
B
Sarcastisch
C
Cynisch

Slide 19 - Quiz

"Wat een geweldige jongens, om iemand die al op de grond ligt te trappen en te slaan."
A
Ironisch
B
Sarcastisch
C
Cynisch

Slide 20 - Quiz

Eufemisme
Een verzachtende uitdrukking-> niet spottend bedoeld is
  • voorkomen dat een mededeling hard of onaangenaam overkomt
  • bepaalde zaken fraaier over laten komen
  • DUS: op een verzachtende manier of nette manier onder woorden brengen van iets wat niet zo prettig of netjes is





Slide 21 - Slide

voorbeelden eufemisme
  • Na een lange lijdensweg ging hij heen. 
  • Volgens mij is er aan jou een steekje los! 
  • De examinator heeft onzorgvuldig gehandeld. 
  • Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
  • Zij werkt daar als interieurverzorgster.
  • 'Hoe is het met uw stoelgang?', informeerde de dokter.
  • De dierenarts heeft de hond laten inslapen. 
  • De directie wil het personeelsbestand afslanken. 

Slide 22 - Slide

In welke zin staat een eufemisme?
A
Peter wordt gek van de jeuk.
B
Peter moet een kleine boodschap.
C
Toen Peter klaar was met het overschrijven van de Bijbel, zei hij: "Ach, een kleine moeite."
D
Peter sterft van de honger.

Slide 23 - Quiz


Hij heeft een glaasje teveel op.
Hyperbool , eufemisme of understatement?
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 24 - Quiz

Welk stijlfiguur?

Je kunt beter een stel slakken leren hardlopen, dan dat je hem wiskunde bijbrengt.
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme

Slide 25 - Quiz

Welk stijlfiguur?

Je hebt je zaken wel goed geleerd, moet ik zeggen!
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme

Slide 26 - Quiz

Welk stijlfiguur?

Je bent helemaal klaar voor het Eurovisiesongfestival.
A
ironie
B
sarcasme
C
cynisme

Slide 27 - Quiz

"Jij stond zeker achteraan toen de intelligentie werd uitgedeeld."
A
Ironisch
B
Sarcastisch
C
Cynisch

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Stijlfiguren
  • hyperbool = overdrijving
  • understatement = minder groot, mooi, enz. beschrijven dan je bedoelt
  • eufemisme = zachtere woorden gebruiken om boodschap minder hard over laten komen

Slide 30 - Slide

Hyperbool
Overdrijving. 

We hebben ons kapot gelachen.
Ik heb me dood gewerkt.
Ik schrik me dood.
(kan vervangen worden door enorm/hard)

Slide 31 - Slide

Understatement
Afzwakking. Je zegt het minder mooi, groot, belangrijk dan in werkelijkheid.

De koning woont in een leuk optrekje.
Van Gerwen kan wel een aardig pijltje gooien.

Slide 32 - Slide

Eufemisme
Je zegt iets om het minder erg of hard over te laten komen. Je probeert een pijnlijke situatie of een taboe minder "erg" te laten klinken. Je probeert te voorkomen dat je iemand kwetst.

Ik had een woordenwisseling met mijn moeder.
Die rijke man doet aan belastingvermijding.
Hij ging creatief om met de waarheid (liegen).


Slide 33 - Slide

Climax- anticlimax:
- Twee, zes, twintig, honderd mensen kwamen naar het feest toe.
- Zij was eerst Miss Bonaire, toen Miss Caribbean en uiteindelijk 
Miss World.

- Zij is bekend in heel de wereld, in heel Europa, nou ja, iedereen in Den Haag kent haar.

Slide 34 - Slide

Retorische vraag
Een vraag waar je eigenlijk het antwoord al op hebt of weet.
Verhuisd

Namen in mijn oude straat,
bordjes die er altijd waren.
Nog dezelfde buurvrouw staat
uit hetzelfde raam te staren.
Hoe zijn mensen toch in staat
om te blijven, alle jaren?

Willem Wilmink

Slide 35 - Slide

Paradox
'Schijnbare tegenstelling': tegengestelde begrippen worden toch aan elkaar verbonden. 

We moeten vechten voor de vrede.

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

De oude bejaarde ging op donderdag een gezellig potje klaverjassen.
A
Tautologie
B
Pleonasme

Slide 38 - Quiz

Wij hopen in staat te zijn u volgende week te kunnen halen.
A
Tautologie
B
Pleonasme

Slide 39 - Quiz

geleerd?

Slide 40 - Mind map

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Wat is hier het pleonasme?
?

Slide 43 - Slide

?

Slide 44 - Mind map