This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Startklaar
Telefoon in het zakkie
Laptop dicht op tafel Map en pen op tafel
Jas uit
Oortjes en koptelefoon af
timer
2:00
Slide 2 - Slide
Welkom bij wiskunde!
Unit 3: Een Continent Doorklieven
Learner Profile: Knowledgeable
ATL: Information literacy, Communication
Related concepts: Approximation, Representation
Key concept: Logic
Slide 3 - Slide
Deze les
Uitleg over procenten
Tijd voor opdrachten
...vragen voor herkansing
...vragen voor project(en)
Slide 4 - Slide
Overzicht periode 3
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Inschatten
Decimalen
Eenheden
Instrumenten
Percentages
Grafieken
W'schappelijke notatie
Slide 5 - Slide
Procenten
"Procent" betekent "per honderd"
35%, 35 procent, betekent dus "35 per 100"
BIj een vraag als "hoeveel procent van leerlingen heeft een rekenmachine mee" vraag je dus eigenlijk, "hoeveel leerlingen zouden een rekenmachine meehebben als er 100 leerlingen waren, en de verhouding niet veranderde?"
Slide 6 - Slide
Er zijn 100 leerlingen. 35 hebben hun rekenmachine mee. Hoeveel % is dat?
A
100%
B
35%
C
135%
D
65%
Slide 7 - Quiz
Hoeveel is 20% van 100?
A
5
B
10
C
20
D
100
Slide 8 - Quiz
Hoeveel is 20% van 20?
A
4
B
5
C
20
D
100
Slide 9 - Quiz
Procenten berekenen
"Procent" betekent "per honderd"
35%, 35 procent, betekent dus "35 per 100"
35% van 200 is
Meestal berekenen we percentages met een rekenmachine.
10035⋅200=35⋅100200=35⋅2=70
Slide 10 - Slide
Opdracht
Maak opdracht 33
Begin dan vooraan in het boekje:
1, 2, 5, 9 t/m 19
Slide 11 - Slide
Reflectie
Herkende je de theorie van vorige keer nog?
Zou je iemand anders kunnen vertellen wat je vandaag geleerd hebt?
Denk je dat je volgende les nog zult weten wat je vandaag geleerd hebt?