H3 ch5 les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Programme

On parle de quelle ville?

Introduction chapitre 5

Bloc A

Travail individuel

Bloc C (grammaire)

Devoirs

Introduction chapitre 5

Prenez votre livre de textes à la page 54.

On va lire le texte en blanc ensemble.

Puis on va regarder : 3 op reis --> Nantes.

6.40min tot en met 10.15min

https:

Noem 3 dingen die je kunt zeggen over de stad Nantes.

Bloc A (tb. 56 wb.7)

En route vers le succès --> Des débuts glorieux?

Où sont Inès en Nathan en ce moment?

Ils parlent de quels sujets? (regardez bien les images)

faire exercice: 4 at/mc

Hoe heet de Franse voetbalbond?

1. FL1
2. FFF
3. UEFA
4. KFVB

Hoeveel teams doen er mee in de Ligue 1?

1. 20
2. 22
3. 18
4. 24

Welk team speelt in blauw en rood bij thuiswedstrijden?

1. Olympique Marseille
2. Paris Saint Germain
3. AS Monaco
4. Toulouse FC

Wie is op dit moment de topscoorder in de Ligue 1?

1. Dembele
2. Neymar
3. Mbappé
4. Cavani

Bloc A (tb. 56 wb.7)

En route vers le succès --> Des débuts glorieux?

Exercice 4d et 4e

Mots

Poste --> numéro au dos

carton rouge

carton jaune

le but

l'entraîneur

le terrain

le mi -temps

le banc

gagner

het veld

de bank

winnen

het doelpunt

de helft

de trainer

travail individuel= les devoirs

• Faire exercices 1t/m4 + 6
• Apprendre Bloc A 

Bron C: L'imparfait

De verleden tijd

Hoe klinkt dat in het Nederlands?

présent - imparfait

ik heb - ik had

ik ben - ik was

ik ga - ik ging

ik loop - ik liep

ik werk - ik werkte

ik eet - ik at

ik praat - ik praatte

Hoe maak je de imparfait?

stap 1

Neem de nous-vorm van het ww uit de tegenwoordige tijd.

stap 2

Haal -ons van het ww af

stap 3

Plak de juiste uitgang erachter

Uitgangen imparfait

Je parlais

Tu parlais

Il/ elle/ on parlait

Nous parlions

Vous parliez

Ils/ elles parlaient

Hoe zeg je: Wij praatten

1. Nous parlons
2. vous parlez
3. nous parlions
4. vous parliez

Vertaal: Zij hadden

1. ils avaient
2. ils avait
3. ils avent
4. ils ont

Vertaal: Zij nam

1. elle prendrait
2. elle prendait
3. elle prenait
4. elle prenaient

Les devoirs!

faire:

* Intro (1, 2, 3)

* A (4, 6),

* C (13, 14)

Apprendre:

Voca A + grammaire C