EHBO

kennisquiz

EHBO, Brandwonden, Stabiele zijligging, Reanimatie.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

kennisquiz

EHBO, Brandwonden, Stabiele zijligging, Reanimatie.

Slide 1 - Slide

Wat is het eerste wat je doet als je een slachtoffer gaat helpen?
A
Bel 112
B
Geruststellen
C
Let op gevaar

Slide 2 - Quiz

Wat moet je zeggen als je 112 belt?
A
Waar je bent, wat er is gebeurd en hoeveel slachtoffers er zijn
B
Het verzekeringsnummer van het slachtoffer doorgeven.

Slide 3 - Quiz

Hoe kun je het slachtoffer op een veilige manier uit de situatie verplaatsen?
A
Met de stabiele zijligging
B
De rautek toepassen
C
met de AED

Slide 4 - Quiz

Waarom is het handiger om het slachtoffer op dezelfde plaats te laten liggen als het niet noodzakelijk is hem te verplaatsen?
A
Zo kan het ambulancepersoneel zien waar het ongeluk is gebeurd
B
Voor het politieonderzoek
C
Zo raak je je slachtoffer niet kwijt
D
Zo worden letsels door verplaatsing voorkomen

Slide 5 - Quiz

Hoe kun je de diepte van een brandwond aangeven?
A
1ste, 2de en 3de graads
B
5 stappen
C
Door te kijken of er een blaar zit

Slide 6 - Quiz

Wat is het belangrijkste om te doen bij brandwonden?
A
112 bellen
B
Koelen
C
steriel maken
D
de blaar doorprikken

Slide 7 - Quiz

Hoe koel je een brandwond?
A
10 min met lauw stromend water
B
15 minuten met ijskoud water
C
45 min met water
D
met koelgel

Slide 8 - Quiz

Kritische beroepssituatie 

Slide 9 - Slide


Beroepsbeoefenaar


Lena is sociaal cultureel werker. Ze is vaak in het buurthuis te vinden. Ze werkt met jongeren van 12 tot 16 jaar.

Slide 10 - Slide

Casus
Op een middag heeft Lena overleg met een groepje jongeren. Het gaat over verbeteringen in de buurt. De jongeren zijn het niet met elkaar eens. Er ontstaat een gespannen sfeer. Plotseling staat een jongere op. Het is Jacco. Hij pakt een schaar en steekt Heleen, het meisje naast hem, in haar bovenbeen. Heleen grijpt naar haar been en valt van haar stoel. De andere jongeren gaan zich ermee bemoeien. De een trekt partij voor Heleen, de ander voor Jacco. Ze gaan met elkaar op de vuist.

Slide 11 - Slide

Dilemma:
Lena ziet Heleen op de grond vallen. Tegelijkertijd ontstaat er een massale vechtpartij. Wat moet Lena doen?
A
Ze bekommert zich meteen om Heleen.
B
Ze probeert eerst de ruzie te sussen om te voorkomen dat er nog meer ongelukken gebeuren.

Slide 12 - Quiz

Welke eerste hulp verleen je bij een beenwond door een schaar?

Slide 13 - Open question

Kan iemand met een wond in het bovenbeen in shock raken? Hier wordt de medische betekenis van shock bedoeld, niet de psychologische betekenis.

Slide 14 - Open question

Moet Heleen toch naar een huisarts als het bloeden is gestopt en de wond is verbonden?

Slide 15 - Open question

Waarom leg je iemand in een stabiele zijligging?
A
Om rug en nekletsel te voorkomen
B
Ademhaling stabiliseren
C
Om de rug te onderzoeken
D
Voor de bloedtoevoer

Slide 16 - Quiz

Wanneer leg je iemand in de stabiele zijligging?
A
Als je gaat reanimeren
B
Als iemand een abnormale ademhaling heeft
C
Als iemand gestikt is
D
Als iemand bewusteloos is, maar wel goed ademt

Slide 17 - Quiz

Waarop ligt de nadruk bij reanimeren
A
Het beademen
B
Het geven van borstcompressies
C
Temperatuur controleren
D
Bloedsomloop in de gaten houden

Slide 18 - Quiz

hoe lang moet je de ademhaling controleren?
A
10 seconden
B
30 seconden
C
een minuut

Slide 19 - Quiz

Wat is een goede verhouding tussen het geven van borstcompressies en beademing
A
10/2
B
100/10
C
30/2

Slide 20 - Quiz

Hoeveel borstcompressies geef je per minuut?
A
zoveel mogelijk
B
30
C
100-120
D
op gevoel

Slide 21 - Quiz

Hoe diep moet de borstkas worden ingedrukt bij het geven van compressie
A
op gevoel
B
1 cm
C
10 cm
D
5 a 6 cm

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Einde
Bedankt voor jullie
Inzet!!!

Succes met opleiding.

Tot ziens!!

Slide 24 - Slide