Een verslag gaat over iets wat je hebt meegemaakt,
gehoord, gezien of hebt gelezen.
De regels voor het maken van een verslag:
- bedenk een pakkende of passende titel voor het verslag.
- in de eerste alinea vertel je waar het over gaat.
- schrijf het verslag in de verleden tijd.
- vertel in de kern wat er allemaal gebeurde. Doe dat in de volgorde waarin
het gebeurde. Gebruik woorden zoals: eerst, daarna, toen, ten slotte.
Vul voordat je begint met een verslag het 5W1H-model in.