Regelmatige werkwoorden eindigen op -ir, -er, -re


Wij gaan jullie uitleg geven over de regelmatige werkwoorden die eindigen op:
-ir
-er 
-re



1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 5 min

Items in this lesson


Wij gaan jullie uitleg geven over de regelmatige werkwoorden die eindigen op:
-ir
-er 
-re



Slide 1 - Slide

Hoe vervoeg je de regelmatige werkwoorden die eindigen -er, -ir en -re


1. Haal -er, -ir of -re van het hele werkwoord af (de stam maken)
2. Plaats de goede uitgang erachter

'We gaan nu vertellen wat die uitgangen zijn!'

Slide 2 - Slide

De uitgangen van -er zijn:

je    -e

tu    -es

il/elle    -e

on    -e

nous   -ons 

vous    -ez

ils/elles    -ent

Slide 3 - Slide

Vervoeg:
Vous (chercher)
A
vous cherchez
B
vous cherchent
C
vous cherches
D
vous chercher

Slide 4 - Quiz

Vervoeg:
Elle (jouer)
A
elle joues
B
elle joue
C
elle jouer
D
elle jouent

Slide 5 - Quiz

De uitgangen van -re zijn:


je    -s

tu    -s

il/elle    -

on    -

nous    -ons

vous    -ez

ils/elles    -ent

Slide 6 - Slide

Vervoeg:
On (dèfendre)
A
on dèfendre
B
on dèfend
C
on dèfends
D
on dèfendons

Slide 7 - Quiz

de uitgangen van -ir zijn:

je    -is

tu     -is

il/elle    -it

on     -it

nous     -issons

vous    -issez

ils/elles    -issent

Slide 8 - Slide

Vervoeg:
Tu (grandir)
A
tu grandit
B
tu grandissons
C
tu grandissent
D
tu grandis

Slide 9 - Quiz

Hebben jullie hier iets van geleerd?
A
Ja
B
Ja

Slide 10 - Quiz