eindtoets geluid HAVO

Toets GELUID
klas 2 HAVO
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Toets GELUID
klas 2 HAVO

Slide 1 - Slide

Je mag je aantekeningen en rekenmachine bij deze toets gebruiken.

Je hebt voor deze toets 45 minuten de tijd, daarna wordt de toets afgesloten.

Bij de meeste vragen kun je de afbeelding vergroten.

Open vragen: 
- Rond je antwoord af op een heel getal tenzij bij de 
   som anders staat aangegeven.
- Vul alleen het getal in zonder de eenheid.
- Gebruik in je antwoord een komma, geen punt.

De tabel met geluidssnelheden staat op de 3e slide van deze toets
Belangrijk

Slide 2 - Slide

Geluidssnelheid in m/s in 
verschillende stoffen

Slide 3 - Slide


Een snaar maakt 480000 trillingen per minuut, kan een mens dit geluid horen?
Een snaar maakt 5000 trillingen per seconde, kan een mens dit geluid horen?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 4 - Quiz

Materiaal dat geluid terugkaatst is .....
Materiaal dat geluid terugkaatst is .....
A
Hard en glad
B
Hard en ruw
C
Zacht en glad
D
Zacht en ruw

Slide 5 - Quiz


In een sciencefictionfilm wordt een vijandelijk ruimteschip op weg van Mars naar Venus opgeblazen. De explosie gaat gepaard met een geweldige lichtflits en een oorverdovende knal.
Waarom heeft de filmregisseur vroeger bij de natuurkundeles zitten slapen?
A
We hebben nog geen ruimteschip dat zover kan reizen
B
In de ruimte kan er niets exploderen
C
In de ruimte is er geen tussenstof voor het geluid
D
Hij vond het een stom vak

Slide 6 - Quiz

Een vleermuis produceert tonen die hoger zijn dan een mens kan horen.

Hoe noemen we deze tonen?
Een vleermuis produceert tonen die hoger zijn dan een mens kan horen. 
Hoe noemen we deze tonen?
A
Infrarode tonen
B
Infrasone tonen
C
Ultrasone tonen
D
Ultraviolette tonen

Slide 7 - Quiz

Een olifant produceert tonen die lager zijn dan een mens kan horen.

Hoe noemen we deze tonen?
Een olifant produceert tonen die lager zijn dan een mens kan horen. 
Hoe noemen we deze tonen?
A
Infrarode tonen
B
Infrasone tonen
C
Ultrasone tonen
D
Ultraviolette tonen

Slide 8 - Quiz


In welke afbeelding staat de trilling met de grootste trillingstijd getekend?
A
Afbeelding A
B
Afbeelding B
C
Afbeelding C
D
Afbeelding D

Slide 9 - Quiz


In welke afbeelding staat de trilling met de hoogste frequentie getekend?
A
Afbeelding A
B
Afbeelding B
C
Afbeelding C
D
Afbeelding D

Slide 10 - Quiz


In welke afbeelding staat de trilling met de grootste geluidssterkte getekend?
A
Afbeelding A
B
Afbeelding B
C
Afbeelding C
D
Afbeelding D

Slide 11 - Quiz


Hoeveel trillingen staan er in de afbeelding getekend?
A
1 trilling
B
2,5 trillingen
C
5 trillingen
D
10 trillingen

Slide 12 - Quiz


Wat heeft GEEN invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De dikte van de snaar
B
Hoe hard je de snaar aanslaat
C
De lengte van de snaar
D
De spanning van de snaar

Slide 13 - Quiz


Een snaar maakt 480000 trillingen per minuut, kan een mens dit geluid horen?
Als de frequentie omlaag gaat, wordt de toonhoogte...
A
Hoger
B
Lager
C
Verandert niet

Slide 14 - Quiz


Voor de trilling in de afbeelding geldt: 0,005 s/div
Hoe groot is de frequentie van de trilling?
A
20 Hz
B
50 Hz
C
0,000020 Hz
D
50000 Hz

Slide 15 - Quiz


Iemand die op een snaarinstrument speelt, kan er voor zorgen dat een snaar een lagere toon gaat geven. Op welke van de onderstaande manieren kan hij dat doen?

1. Hij kan de snaar minder strak spannen.
2. Hij kan zijn vingers zo plaatsen dat hij daarmee het trillende deel van de snaar korter maakt.
A
op geen van beide manieren
B
alleen op manier 1
C
alleen op manier 2
D
alleen op manier 2

Slide 16 - Quiz


Geluidsarme banden op een auto monteren is een manier om geluidsoverlast tegen te gaan. Wat voor soort maatregel is dat?
A
een maatregel bij de bron
B
een maatregel tussen bron en ontvanger
C
een maatregel bij de ontvanger

Slide 17 - Quiz


Een gehoorbeschermer dragen is een manier om geluidsoverlast tegen te gaan. Wat voor soort maatregel is dat?
A
een maatregel bij de bron
B
een maatregel tussen bron en ontvanger
C
een maatregel bij de ontvanger

Slide 18 - Quiz


Dubbel glas gebruiken in huizen is een manier om geluidsoverlast tegen te gaan. Wat voor soort maatregel is dat?
A
een maatregel bij de bron
B
een maatregel tussen bron en ontvanger
C
een maatregel bij de ontvanger

Slide 19 - Quiz


Tapdansen in een flat is een voorbeeld van luchtgeluid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz


3 uur luisteren naar een geluid van 100 dB, .....
A
Geeft geen blijvende gehoorschade
B
Geeft grote kans op blijvende gehoorschade
C
Zorgt dat je gelijk helemaal doof bent
D
Geeft zeer grote kans op gehoorschade

Slide 21 - Quiz


Een hommel maakt met zijn vleugels een brommend geluid. De frequentie van dit geluid is 200 Hz. Bereken hoe lang één volledige trilling duurt in seconden.
A
0,005 s
B
0,05 s
C
0,5 s
D
5 s

Slide 22 - Quiz


In het figuur is een geluidstrilling weergegeven. Hoe groot is de trillingstijd van deze trilling in milliseconden?
A
0,006 ms
B
0,004 ms
C
2 ms
D
4 ms

Slide 23 - Quiz


De benen van een stemvork bewegen in 10 seconden 660 keer heen en weer.
Hoe groot is de frequentie?
A
66 Hz
B
660 Hz
C
6600 Hz
D
66 kHz

Slide 24 - Quiz


Tussen het uitzenden van het geluid en het ontvangen van de echo zit 0,42 s. 
Hoe diep is de zee?
A
72 m
B
144 m
C
317 m
D
634 m

Slide 25 - Quiz


Er wordt een decibelmeter bij een grote luidspreker gehouden. 20 meter verderop staat ook iemand met een decibelmeter. Wat zal de man die verderop staat meten?
A
Hetzelfde aantal dB
B
Een hoger aantal dB
C
Een lager aantal dB

Slide 26 - Quiz


 Albert ziet op 272 m boven zijn hoofd een vuurpijl ontploffen. Hoeveel seconden later hoort hij de knal?

Albert hoort ---------- seconde later de knal.

Vul alleen het getal in, op 2 decimalen nauwkeurig, zonder de eenheid. Gebruik in je antwoord geen punt, maar een komma.


Slide 27 - Open question


Een snaar trilt 1200 keer per minuut. 
Bereken de frequentie.

De frequentie van de snaar is ---------- Hertz.

Rond je antwoord af op een heel getal. Vul alleen het getal in zonder eenheid.



Slide 28 - Open question


Een boot gebruikt een sonar om de diepte van de zee te meten.
Hoeveel tijd zit er tussen het uitzenden van het signaal en de ontvangen echo als de zee 3 km diep is?

Tussen het signaal en de ontvangen echo zit een tijd van --------- seconden.

Rond je antwoord af op een heel getal. Vul alleen het getal in zonder eenheid.

Slide 29 - Open question


Albert staat tegenover een hoge muur.
Als hij schreeuwt hoort hij 1,4 seconde later de echo van die schreeuw weer terugkomen. Hoe meter staat Albert van de muur?

Albert staat --------- meter van de muur.

Rond je antwoord af op een heel getal. Vul alleen het getal in zonder eenheid.

Slide 30 - Open question


Bij een saxsolo van Candy Dulfer meet Tom op vijf meter afstand van het podium een geluidssterkte van 93 dB. Even later doen er nog zeven andere saxofonisten mee die allen even hard spelen als Candy. 
Wat zal de dB-meter nu aangeven?    De dB-meter geeft ---------- dB aan.

Rond je antwoord af op een heel getal. Vul alleen het getal in zonder eenheid.

Slide 31 - Open question

Einde toets geluid

Slide 32 - Slide