Hfdst. 1 Lifeguard in zwembaden

Lifeguard in zwembaden
Wetten en regelgeving
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Keuzedeel LifeguardMBOStudiejaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Lifeguard in zwembaden
Wetten en regelgeving

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat zijn taken van een lifeguard?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Wet & regelgeving
* WHVBZ
*BHVBZ

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wetten, Regels en Plannen
* Toezichtplan
* Nood- en Ontruimingsplan
* Calamiteitenplan 
* Schoonmaakplan
* VVA - Veiligheid, Verantwoordelijkheid & Aansprakelijkheid

Slide 7 - Slide

Wat zijn Kwaliteiten van een toezichthouder?

Slide 8 - Mind map

Wat zijn Kwantiteiten van een toezichthouder?

Slide 9 - Mind map

Wat je als Lifeguard moet weten 

  • Ben je verantwoordelijk voor de veiligheid van de bezoekers in het bassin dat aan jou is toevertrouwd.​ 
  • Werk je actief aan de veiligheid van de bezoekers door ongevallen/verdrinking te voorkomen (preventie) in het bassin dat aan jou is toevertrouwd.​ 
  • Ben je in staat om bij een ongeval/(bijna) verdrinking, snel en goed hulp te verlenen en levensreddende handelingen uit te voeren. Eventueel samen met andere collega’s.​

Slide 10 - Slide

Wat je als Lifeguard moet weten 


 
  • Wet is wat moet, Besluit is wat hoort. 

Slide 11 - Slide

Wat je als Lifeguard moet weten 

  • Preventief handelen
  • Reddend handelen

Slide 12 - Slide

In welk plan staat de afgesproken rol per zwembadmedewerker, waardoor je precies weet wat je moet doen, mocht er iets gebeuren?
A
Calamiteitenplan
B
Het logboek bij het toezichtplan
C
Nood- en Ontruimingsplan
D
Toezichtplan

Slide 13 - Quiz

Welke van de onderstaande stellingen is juist?
I. In de wet is geregeld dat een zwembad een Toezichtplan, een Nood- en Ontruimingsplan en een Calamiteitenplan moet hebben.
II. VVA (Veiligheid, Verantwoordelijkheid en Aansprakelijkheid is ook een plan wat in elk zwembad aanwezig moet zijn.
A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 14 - Quiz

De afkorting BHVBZ staat voor:
A
Besluit Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen en Zwemgelegenheden
B
Besluit Hygiëne en Veiligheid Bezoekers en Zwembadmedewerkers
C
Besluit Hygiëne en Verantwoordelijkheden Badinrichtingen en Zwembadmedewerkers
D
Besluit Hygiëne en Verantwoordelijkheden Bezoekers en Zwemgelegenheden

Slide 15 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
In het BHVBZ staat dat er alleen gewerkt mag worden met gekwalificeerde toezichthouders
B
In het BHVBZ staat dat er deels gewerkt mag worden met niet (volledig) gekwalificeerde toezichthouders
C
In het BHVBZ staat niks over het al dan niet werken met gekwalificeerde toezichthouders
D
Geen van bovenstaande stellingen is juist

Slide 16 - Quiz

Als Lifeguard:
A
Moet je ervoor zorgen dat je altijd fit blijft
B
Draag je een verplicht tenue
C
Controleer je continue de situatie in het zwembad
D
Mag je sieraden dragen

Slide 17 - Quiz

Welke van de onderstaande stellingen is juist?
I. Als Lifeguard moet je er altijd netjes en verzorgd uitzien.
II. Goed gastheerschap is voor een Lifeguard net zo belangrijk als toezichthouden.
A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 18 - Quiz

Drie belangrijke kenmerken van een Lifeguard zijn:
A
Fit, gastvrij en tolerant
B
Flexibel, fit en vriendelijk
C
Tolerant, flexibel en gastvrij
D
Vriendelijk, gastvrij en tolerant

Slide 19 - Quiz

Welke van de onderstaande stellingen is juist?
I. Als Lifeguard ben je een echte teamplayer.
II. Als Lifeguard is het vooral je eigen verantwoordelijkheid om te doen wat er in het Toezichtplan staat.
A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video