3K T4 Ordening Oefentoets

Thema 4 Ordening
Oefentoets 3K
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 4 Ordening
Oefentoets 3K

Slide 1 - Slide

Geef aan of de volgende beweringen juist of onjuist zijn.
Sleep de woorden juist en onjuist
over de beweringen.
Celwanden worden als kenmerk gebruikt om organismen in te delen in rijken.
Bacteriën hebben celkernen.
De meeste soorten bacteriën voeden zich met dode resten van organismen.
Bij de bereiding van yoghurt en zuurkool worden bacteriën gebruikt.
In de afbeelding geeft P een bloem aan.
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist

Slide 2 - Drag question

Geef aan of de volgende beweringen juist of onjuist zijn.
Sleep de woorden juist en onjuist over de beweringen.
Bij sommige schimmelsoorten spelen paddenstoelen een rol bij de voortplanting.
Bij de productie van het medicijn penicilline worden schimmels gebruikt.
De zeester van de afbeelding is tweezijdig symmetrisch.
Dieren hebben celwanden om de cellen.
Vissen planten zich voort door eieren met een kalkschaal.
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist

Slide 3 - Drag question

Hoe planten bacteriën zich voort?
A
Door deling
B
Door eieren
C
Door sporen
D
Door zaden

Slide 4 - Quiz

Welke van deze planten
gebruiken voor de
voortplanting sporen?
A
Alleen de spar
B
Alleen de varen
C
De spar en de roos
D
Alle 3 de planten

Slide 5 - Quiz

Bij welke van de volgende afdelingen van het dierenrijk hebben de dieren een uitwendig skelet?
A
Bij de geleedpotigen
B
Bij de gewervelden
C
Bij de stekelhuidigen
D
Bij de wormen

Slide 6 - Quiz

Een volwassen langpootmug en een
emelt (een larve van een langpootmug).
Emelten verpoppen zich, hieruit ontstaan
volwassen langpootmuggen.
Tot welke afdeling v/h dierenrijk behoort een emelt?
A
Tot de geleedpotigen
B
Tot de stekelhuidigen
C
Tot de weekdieren
D
Tot de wormen

Slide 7 - Quiz

Bij welke afdeling van het dierenrijk is de huid van de dieren bedekt met stekels of knobbels?
A
Bij de geleedpotigen
B
Bij de holtedieren
C
Bij de stekelhuidigen
D
Bij de weekdieren

Slide 8 - Quiz

Tot welke afdeling van het
dierenrijk behoort dit dier?
A
Tot de holtedieren
B
Tot de weekdieren
C
Tot de wormen
D
Tot de stekelhuidigen

Slide 9 - Quiz

In de afbeelding is een salamander
getekend. De huid van een salamander
is bedekt met slijm.
Een salamander haalt adem met longen en met de huid.
Een salamander plant zich voort door eieren zonder schaal.
Tot welke groep van de gewervelden behoort een salamander?
A
Tot de amfibieën
B
Tot de reptielen
C
Tot de vissen
D
Tot de zoogdieren

Slide 10 - Quiz

Hieronder staan enkele kenmerken die voorkomen bij
organismen. 1. Elke cel is omgeven door een celwand.
2. Voortplanting vindt plaats door sporen.
Welk van deze kenmerken komt, of welke komen
voor bij een knolamaniet (zie afbeelding)?

A
Alleen kenmerk 1
B
Allen kenmerk 2
C
Beide kenmerken
D
Geen van beide kenmerken

Slide 11 - Quiz

Bij welke groep van de gewervelden zijn de dieren koudbloedig en is de huid bedekt met droge schubben?
A
Bij de amfibieën
B
Bij de reptielen
C
Bij de vissen
D
Bij de vogels

Slide 12 - Quiz

Hier is een bruinvis getekend.
Bruinvissen leven in zee.
Ze halen adem met longen
en ze zijn warmbloedig.
Tot welke groep van de gewervelden behoort een bruinvis?
A
Tot de amfibieën
B
Tot de reptielen
C
Tot de vissen
D
Tot de zoogdieren

Slide 13 - Quiz

In de afbeelding staan de verhouding
tussen het aantal soorten geleedpotige
dieren en het aantal andere diersoorten.
Hoeveel procent van alle diersoorten
bestaat volgens dit diagram uit soorten geleedpotigen?
A
Minder dan 25 %
B
Tussen de 25 % en 50 %
C
Tussen de 50 % en 75 %
D
Meer dan 75 %

Slide 14 - Quiz

In de afbeelding is een tekst uit een
medische encyclopedie over zwemmerseczeem.
Door welke organismen wordt zwemmerseczeem veroorzaakt?
A
Door bacteriën
B
Door schimmels
C
Door dieren
D
Door planten

Slide 15 - Quiz

In de afbeelding is een cel van een organisme getekend. In cellen van dit organisme komen geen bladgroenkorrels voor.
Tot welk rijk behoort het organisme waarvan deze cel afkomstig is?

Slide 16 - Open question

Tot welke afdeling van het dierenrijk
behoort het dier van deze afbeelding?

Slide 17 - Open question

Op rottend fruit tref je vaak witte, ‘pluizige’ draden aan. Deze draden zijn organismen.
Tot welk rijk behoren deze organismen?

Slide 18 - Open question

In de afbeelding is een zeepaardje getekend. Zeepaardjes
leven in de zee. Ze leven van plankton en halen hun hele
leven adem via kieuwen. Tot welke groep van de
gewervelden behoort het zeepaardje?

Slide 19 - Open question

De ringslang is de meest voorkomende slang in Nederland. Een ringslang moet ’s morgens eerst een tijd opwarmen voordat hij actief kan worden.
Is een ringslang koud- of warmbloedig?
A
Koudbloedig
B
Warmbloedig

Slide 20 - Quiz

Varkens (zie afbeelding) zijn zoogdieren.
Noem twee uiterlijke kenmerken,
waaraan je kunt zien dat varkens zoogdieren zijn.

Slide 21 - Open question

Noem de 4 rijken waarbinnen we alle organismen bij biologie indelen.

Slide 22 - Open question

Noem de 4 stammen waarin het rijk van de planten wordt onderverdeeld.

Slide 23 - Open question

Noem de 2 klassen waarin de stam van de zaadplanten wordt onderverdeeld.

Slide 24 - Open question

Sponzen en stekelhuidigen zijn vb. van stammen bij het dierenrijk. Noem de 5 andere stammen waarin het rijk van de dieren wordt onderverdeeld.

Slide 25 - Open question

Noem de 4 klassen waarin de stam van de geleedpotigen wordt onderverdeeld.

Slide 26 - Open question

Noem de 5 klassen waarin de stam van de gewervelden wordt onderverdeeld.

Slide 27 - Open question

Bij welke groep van de geleedpotigen bestaat het gehele lichaam uit segmenten?
A
Bij de duizendpoten
B
Bij de insecten
C
Bij de kreeftachtigen
D
Bij de spinachtigen

Slide 28 - Quiz

In de afbeelding is een hooiwagen
getekend. Een hooiwagen is een
geleedpotig dier. Tot welke groep van de geleedpotigen behoort een hooiwagen?
A
Tot de duizendpoten
B
Tot de insecten
C
Tot de kreeftachtigen
D
Tot de spinachtigen

Slide 29 - Quiz

Waarom wordt een vogelspin ingedeeld bij de spinachtigen?
A
Omdat een vogelspin geen vleugels heeft.
B
Omdat een vogelspin is opgebouwd uit segmenten.
C
Omdat een vogelspin acht poten heeft.
D
Omdat een vogelspin het woord spin in de naam heeft.

Slide 30 - Quiz

In de afbeelding is een gevleugelde werkmier getekend.
Werkmieren hebben gewoonlijk geen vleugels, maar in de
zomer ontwikkelen zich in hun nest gevleugelde mieren.
Deze verlaten met duizenden tegelijk het nest en vliegen
de wijde wereld in.
Aan welk deel van het lichaam zijn de vleugels
van een vliegende werkmier bevestigd?
A
Aan de kop
B
Aan het borststuk
C
Aan het achterlijf
D
Dat verschilt per mier

Slide 31 - Quiz

Geef aan of de volgende beweringen juist of onjuist zijn.
Sleep de woorden juist en onjuist
over de beweringen.
pantoffeldiertje
amoebe
Bij pantoffeldiertjes vindt voortbeweging plaats door het vormen van schijnvoetjes.
Bij het pantoffeldiertje wordt met P een voedingsvacuole aangegeven.
Bij pantoffeldiertjes worden onverteerde voedselresten verwijderd via de celanus.
Een amoebe heeft een celkern.
Pantoffeldiertjes en amoeben zijn beide eencellige dieren.
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist

Slide 32 - Drag question