5WWE: herhaling kinderen en jongeren met een handicap

5WWE: even opfrissen kinderen en jongeren met een handicap
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Sociale wetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

5WWE: even opfrissen kinderen en jongeren met een handicap

Slide 1 - Slide

Welke benaming gebruik je het best?
A
invalide
B
mindervalide
C
gehandicapte
D
persoon met een handicap/ beperking

Slide 2 - Quiz

Hoe heet het aparte onderwijs voor middelbare scholieren met een handicap?
A
BLO
B
BSO
C
BuSO
D
GON

Slide 3 - Quiz

Waarvoor staat de B in BLO?
A
Beroeps
B
Bijzonder
C
Buitengewoon
D
Beperking

Slide 4 - Quiz

Waarbij is een moeizame fijne motoriek een kenmerk?
A
Dyslexie
B
Dyscalculie
C
Dyspraxie
D
Dysfasie

Slide 5 - Quiz

Welke term verwijst naar de zorg voor iemand door een familielid of vriend?
A
mantelzorg
B
zelfzorg
C
ambulante zorg
D
eerstelijnszorg

Slide 6 - Quiz

Lindenhof is een instelling waar mensen met een handicap wonen. Het centrum is gelegen buiten de stad, in een groot park. Dat is een voorbeeld van
A
uitsluiting
B
segregatie
C
integratie
D
inclusie

Slide 7 - Quiz

Een basisschool weigert om een kind met downsyndroom in te schrijven, omdat het kind toch nooit de leerdoelen zal kunnen bereiken. Dat is een voorbeeld van
A
uitsluiting
B
segregatie
C
integratie
D
inclusie

Slide 8 - Quiz

In de basketbalclub is iedereen welkom. Maar Hannes, die een lichte verstandelijke handicap heeft, zit tijdens wedstrijden altijd op de reservebank. Dat is een voorbeeld van …
A
uitsluiting
B
segregatie
C
integratie
D
inclusie

Slide 9 - Quiz

In de scouts van ons dorp mag iedereen lid worden. De leiding doet haar best om te zorgen dat iedereen aan alle activiteiten kan meedoen. Zo zoekt ze jaarlijks een kampplaats met toegankelijke toiletten en mag er een persoonlijk assistent mee op kamp. Dat is een voorbeeld van …
A
uitsluiting
B
segregatie
C
integratie
D
inclusie

Slide 10 - Quiz

Een handicap is het gevolg van problemen met het lichaam of de hersenen.
A
medisch model
B
deficitmodel
C
sociaal model
D
biopsychosociaal model

Slide 11 - Quiz

Een handicap is het gevolg van onvoldoende aanpassing van de omgeving aan de persoon.
A
medisch model
B
deficitmodel
C
sociaal model
D
biopsychosociaal model

Slide 12 - Quiz

Mensen met een handicap zijn hulpbehoevend, afhankelijk en incompetent.
A
medisch model
B
deficitmodel
C
sociaal model
D
biopsychosociaal model

Slide 13 - Quiz

Het ICF-schema
A
medisch model
B
deficitmodel
C
sociaal model
D
biopsychosociaal model

Slide 14 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een sensorische handicap?
A
ASS
B
Down-syndroom
C
Slechtziendheid
D
IQ van 60

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een verstandelijke handicap?
A
ASS
B
Down syndroom
C
Slechtziendheid
D
IQ van 80

Slide 16 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een pervasieve ontwikkelingsstoornis?
A
ASS
B
Down-syndroom
C
Slechtziendheid
D
IQ van 60

Slide 17 - Quiz

Wat is geen onderdeel van het ICF-schema?
A
ziekte/aandoening
B
functies/ anatomische eigenschappen/ stoornissen
C
activiteiten
D
media

Slide 18 - Quiz

Wat is geen onderdeel van het ICF-schema?
A
participatie
B
externe factoren
C
persoonlijke factoren
D
macro-factoren

Slide 19 - Quiz