Uitleg zu, nach, in

Willkommen!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Willkommen!

Slide 1 - Slide

Lernziel
Aan het eind van de les kan je:
-de verschillende betekenissen van naar noemen
-de verschillende vormen van "naar" juist toepassen
-de regels benoemen

Slide 2 - Slide

naar:

in (bij vaste uitdrukking, landen met een ldiwoord) 

nach (steden, landen zonder lidwoord, richting) 

zu (mensen en gebouwen, dingen)

Slide 3 - Slide

in

in die Disko gehen*

in das Kino gehen

in die Türkei gehen*

bij landen met een lidwoord

in die Türkei, in die Schweiz, in die Niederlande

vaste combinaties

in die Kirche, in die Disko, ins Schwimmbad

Slide 4 - Slide

nach

nach links

nach rechts

nach Deutschland

nach Italien

(nach Hause gehen)

Slide 5 - Slide

zu

zu meiner Freundin

zu dem/zum Supermarkt

zu einem Freund

(zu Hause/zuhause sein)

Slide 6 - Slide

Wir fahren ... die Schweiz
A
nach
B
in

Slide 7 - Quiz

An den Ampeln fahren Sie .. links.
A
zu
B
nach

Slide 8 - Quiz

Wir sind um 7 Uhr ... Hause.
A
zu
B
nach

Slide 9 - Quiz

Ich gehe ... der Kasse.
A
zu
B
nach

Slide 10 - Quiz

Ich fahre morgen ... Amsterdam.
A
in
B
nach
C
zu

Slide 11 - Quiz

Wie komme ich ... dir?
A
nach
B
zu

Slide 12 - Quiz

zuhause/zu Hause
A
thuis
B
naar huis

Slide 13 - Quiz

Wir fahren (naar) ... der Schule.

Slide 14 - Open question

Ik fahre (naar) ... Maastricht.

Slide 15 - Open question

Er geht (naar) ... seiner Freundin.

Slide 16 - Open question

Kommst du mit (naar) ... Kino?

Slide 17 - Open question

ZUM is een samenvoeging van:

Slide 18 - Open question

INS is een samenvoeging van:

Slide 19 - Open question

ZUR is een samenvoeging van:

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video