A3: W.14: Grammatik und Wortschatz üben

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Welchselunterricht 2021
Herzlich Willkommen! 
Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!

1 / 11
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Welchselunterricht 2021
Herzlich Willkommen! 
Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!

Slide 1 - Slide

  1. Unterrichtsziele erzählen
  2. Grammatik Aufgabe machen
  3. Hausaufgaben machen


             


Während der Unterrichtsstunde:

Slide 2 - Slide

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Unterrichtsziele:
  • Je kunt zwakke en sterke werkwoorden vervoegen en het voltooid deelwoord ervan maken in de tegenwoordige- en verleden tijd.
  • Je kunt nieuwe woorden met betrekking tot sociale media in een zin plaatsen.

Slide 3 - Slide

Kapitel 13 - Grammatik
Wir lesen die Grammatik auf Seiten 65 im Textbuch durch.
Danach machen wir Aufgabe 3.3 teilweise zusammen.


Slide 4 - Slide

Kapitel 13 - Hausaufgaben
Macht Aufgaben 3.3b afmaken und dann 3.4, 4.4a,b, 7.1 und 8.1 während der Unterrichtsstunde. 
Wenn du nicht fertig bist, wird es Hausaufgaben. 


Slide 5 - Slide

Kapitel 13 - Landeskunde
Die Aufgaben Einleitung, 1.1, 2.1 & 3.1 sollen fertig sein. 
Habt ihr diese Aufgaben schon gemacht? 
Kontrollier es bitte. 


Slide 6 - Slide

Kapitel 13 - Grammatik
Erstens nehmen wir die Grammatik des Kapitels durch.
Danach schauen wir Aufgabe 3.3 an und machen sie während der Unterrichtsstunde. 

Wir besprechen sie auch!
timer
8:00

Slide 7 - Slide

Lektion 1 - Hausaufgaben
Mach bitte die Aufgaben 1, 2, 3, 7 & 8 im Arbeitsbuch.
Die Aufgaben müssen am Mittwoch fertig sein!


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Leervragen:
[1] Maak een korte zin in het Duits met de woorden ontbijt, honing & brood.
[2] Hoe zeg je in het Duits dat er in het weekend altijd verse broodjes zijn. 
[3] Maak een zin in het Nederlands met de woorden der Grund & die Zeitung erin.

Wiederholung!
Wortschatz
Antwoorden:
  • [1] Eigen antwoord
  • [2] Am Wochenende gibt es immer frische Brötchen.
  • [3]Een goede reden om de krant te lezen, is om het nieuws te kunnen volgen.

Slide 10 - Slide

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
  1. Wisst ihr es schon..?
  2. Unterrichtsziele
  3. Lektion 6 abschließen


             


Während der Unterrichtsstunde:
wiederholen

Slide 11 - Slide