EHBO presentatie

1 / 24
next
Slide 1: Slide
ehboBeroepsopleiding

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij flauwte?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan bij epilepsie?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Waar denk je aan bij luchtwegbelemmering?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

Waar denk je aan bij een ribbreuk?

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

Waar denk je aan bij astma?

Slide 10 - Mind map

Flauwte 
  • Kortdurende stoornis
  • Door een toegenomen/afgenomen bloedtoevoer naar de hersenen
  • Het kan ontstaan door (3 antwoorden):
  1. Uitputting
  2. Psychische oorzaken
  3. Benauwde omgeving
  • Komt pas voor bij kinderen na ___ jaar.  

Slide 11 - Slide

Flauwte, wat zie je gebeuren? 
  • Het gezicht wordt bleker (lichte huidskleur) of valer (donkere huidskleur)
  • Kan gaan zweten of geeuwen
  • reageert nauwelijks op aanspreken
  • kortdurend bewusteloos

Slide 12 - Slide

Flauwte, wat moet je doen?
bel 112 bij bewusteloosheid.
Bel 112 bij flauwte onder de 6 jaar. 
Probeer een wegraking te voorkomen door:
  • Frisse lucht
  • Plat neerleggen
  • Rustig tegen persoon blijven praten
Kind 10 min. laten liggen
Bel 112 wanneer het kind niet opknapt. 

Slide 13 - Slide

Epilepsie
  • Het is een aandoening van de hersenen
  • ontregeling lichaam, epileptische aanval door:
  1. Verkoudheid
  2. Griep
  3. Koorts
  •  of de medicatie is door groei ontoereikend
  • kleine of grote aanval

Slide 14 - Slide

Epilepsie, wat is het?
  • Kleine aanval
  1. Bewustzijn paar seconden minder
  2. Onwillekeurige bewegingen met hoofd en ogen
  • Grote aanval
  1. Eerst bewusteloosheid
  2. Tonische kramp en volledige verstijving (met kans op tongbeet)
  3. Schudkrampen over het hele lichaam
  4. Gevolgd door bewusteloosheid
  • Kind komt uitgeput uit een grote aanval; gaat het liefst slapen.

Slide 15 - Slide

Epilepsie, wat moet je doen?
  • Bel altijd 112
  • Stop niks tussen de tanden
  • Geef het kind de ruimte
  • Zorg ervoor dat het kind zich niet kan bezeren
Let op! Ga geen bewegingen tegenhouden!
  • na een aanval in de stabiele zijligging 
  • volgen aanvallen elkaar op, wordt het een levensbedreigende situatie

Slide 16 - Slide

Luchtwegbelemmering
  • Belemmering van de luchtweg; kijk of je het eerst zelf kunt verhelpen
  • Het kind huilt of kan praten, Hoest luid en/of braakt.
Wat doe je/kun je doen?
  • Kind is aan het spelen/eten en kan plots niet meer praten of huilen. Kind is angstig, onrustig en hapt, al dan niet gierend, naar adem.
Wat doe je/kun je doen?

Slide 17 - Slide

Luchtwegbelemmering, verslikken en effectieve hoest
  • Het kind huilt of kan praten, Hoest luid en/of braakt
  • Er is geen sprake van een volledige belemmering.
  • Meestal verwijderd het voedsel of voorwerp door hoesten
  • Heesheid kan optreden bij een beschadiging door een scherp voorwerp
  • Wat kun je doen? Aanmoedigen tot hoesten indien nodig.

Slide 18 - Slide

Luchtwegbelemmering, verslikken en niet-effectieve hoest
  • Kind is aan het spelen/eten en kan plots niet meer praten of huilen. Kind is angstig, onrustig en hapt, al dan niet gierend, naar adem
  • Hoe meer aan het gieren/happen naar adem, hoe groter de afsluiting
  • Volledige afsluiting bij geen geluid of ademen
Gelaatskleur wordt blauw en bewustzijn verminderd
  • Wat doe je? Bel 112 en geef slagen op de rug en/of buikstoten.
Hoofd naar beneden maakt dit effectiever

Slide 19 - Slide

Ribbreuk
  • Na een ongeval pijn in de borst. 
  • Ademhalen gaat moeizaam en oppervlakkig.
  • Kan bleek zien
  • Duidelijk geconcentreerd op de ademhaling. 

Slide 20 - Slide

Ribbreuk, wat doe je?
  • Bel 112
  • halfzittend tegen je aanleunen en zelf ondersteunen. Natuurlijk niet als het al een prettige houding heeft gevonden. 
  • Laat een diepe borstwond open, dek deze dus niet af met verband. 

Slide 21 - Slide

Astma, wat is het?
  • Een plotseling opkomende aanval van benauwdheid. 
  • Luchtweg wordt vernauwd door het opzwellen van het slijmvlies.
  • Een kind voelt de aanval vaak aankomen en kan hiervoor medicatie inhaleren. 
  • Rechtop zitten of staan en eerst uitademen dan inhaleren. 

Slide 22 - Slide

Yman is gevallen van een speeltoestel. Hij zit half onderuitgezakt op de grond tegen een paal van het toestel. Zijn ademhaling is oppervlakkig maar je hoort hem er moeite mee hebben. Wat doe je in deze situatie?
A
Yman optillen en binnen op een rustige plek verder helpen.
B
112 bellen en hem rechtop neerzetten.
C
112 bellen, Yman laten zitten tegen de paal en hem ondersteunen.

Slide 23 - Quiz

Barry heeft astma. Op schoolreisje is zijn inhalator nat geworden, maar hij voelt zich benauwd worden. Wat doe je?
A
Een keuken opzoeken en laten stomen bij een hete kraan.
B
Rustig blijven, rechtop laten zitten en eventuele prikkels vermijden.
C
Direct naar een huisarts of ziekenhuis.

Slide 24 - Quiz