Boeddhisme

Boeddhisme
Boeddhisme
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Boeddhisme
Boeddhisme

Slide 1 - Slide

Wie is Boeddha
A
een boeddhistische god
B
een Nepalese prins
C
een Tibetaanse politicus
D
een Indiase taxichauffer

Slide 2 - Quiz

Wat is Pali Canon
A
een boeddhistisch lied
B
een boeddhistisch schilderij
C
een boeddhistisch boek
D
een boeddhistische belasting

Slide 3 - Quiz

Wat is de belangrijkste heilige spreuk van het boeddhisme?
A
geen woorden, maar daden
B
Eer aan het sieraad in de lotus
C
Onze vader die in de hemelen zijt
D
Wacht niet op een goede dag, maakt er één

Slide 4 - Quiz

Wat is voor de boeddhisten een heilige stad?
A
Bodh Gaya
B
Mekka
C
Varansi (Benares)
D
Rome

Slide 5 - Quiz

Wie is de belangrijkste boeddhistische god?
A
Allah
B
Braham
C
Wodan
D
geen van allen

Slide 6 - Quiz

Wat vieren boeddhisten tijdens Wesak?
A
De geboorte van Boeddha.
B
De verlichting van Boeddha.
C
De geboorte, de verlichting en de dood van Boeddha.
D
De dood van Boeddha.

Slide 7 - Quiz

Wanneer vieren boeddhisten het liefst feest?
A
Tijdens volle maan
B
In het weekend
C
Tijdens zonsverduistering
D
In de zomer

Slide 8 - Quiz

Boeddhisten geloven in reïncarnatie. Wat is een ander woord voor reïncarnatie?
A
wedergeboorte
B
leven
C
geest
D
trance

Slide 9 - Quiz

Wie is de dalai lama?
A
een generaal
B
een godsdienstleraar
C
een koning
D
een dokter

Slide 10 - Quiz

Wanneer is boeddhisme onstaan?
A
1500 jaar geleden
B
2000 jaar geleden
C
2500 jaar geleden
D
3000 jaar geleden

Slide 11 - Quiz

Welke van de 4 waarheden is fout?
A
Er is een manier om het lijden te stoppen.
B
Lijden wordt veroorzaakt door fouten.
C
Door achtvoudige pad te volgen pad te volgen stopt het lijden.
D
Het is vol lijden.

Slide 12 - Quiz

Waar zie je geen gebedsvlaggen?
A
op tempels
B
op kloosters
C
op een standbeeld
D
op stoepa’s

Slide 13 - Quiz

Wanneer moeten de jongens vanuit het klooster opnieuw allerlei geloften afleggen?
A
18
B
19
C
21
D
20

Slide 14 - Quiz

Wat gebeurd er na de geloften?
A
ze treden definitief toe tot het klooster
B
meer rechten
C
meer plichten
D
Ze zijn vrij

Slide 15 - Quiz

Wanneer vieren ze de heilige tand?
A
s’ochtends
B
s’middags
C
s’avonds
D
s’nachts

Slide 16 - Quiz