2havo-d Kapitel 3+5 kennis reproduceren (ter voorbereiding op toets)

Oefentoets
Kapitel 3+5

Je mag je boeken gebruiken
1 / 35
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Oefentoets
Kapitel 3+5

Je mag je boeken gebruiken

Slide 1 - Slide

Persoonlijk voornaamwoorden
herhalen Kapitel 1+2
 Ik kan de persoonlijk vnw vertalen

Slide 2 - Slide

Kombiniere die Personalpronomen 
mit der richtigen Übersetzung
ich
er
du
wir
sie
ihr
Sie
sie 
es
man
wer
jij
ik
wij
hij
zij (ev)
U
jullie
men
het
wie
zij (mv)

Slide 3 - Drag question

Onregelmatige werkwoorden
Herhaling Kapitel 1+2
Ik kan haben en sein vervoegen
(Let op! Op de toets moet je het toepassen!)

Slide 4 - Slide

Das Verb haben
Kombiniere die Personalpronomen mit der richtigen Form des Verbes
ich
du
er/sie/es/man/wer
wir
ihr
sie/Sie
haben
hat
hast
habe
haben
habt

Slide 5 - Drag question

Das Verb sein
Kombiniere die Personalpronomen mit der richtigen Form des Verbes
ich
du
er/sie/es/man/wer
wir
ihr
sie/Sie
seid
sind
bin
sind
bist
ist

Slide 6 - Drag question

Kloktijden
Ik kan de kloktijden in het Duits
uitschrijven

Slide 7 - Slide

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is 09:00 uur
Uhrzeit
1/8

Slide 8 - Open question

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is 12:15
Uhrzeit
2/8

Slide 9 - Open question

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is 07:30
Uhrzeit
3/8

Slide 10 - Open question

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is 12:50
Uhrzeit
4/8

Slide 11 - Open question

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is 14:20
Uhrzeit
5/8

Slide 12 - Open question

Wie spät ist es? Schreibe auf:
Het is 16:40
Uhrzeit
6/8

Slide 13 - Open question

De vertaling van op woensdag is:

Uhrzeit
7/8

Slide 14 - Open question

Je spreekt met een vriend(in) af en je wilt zeggen hoe laat je bij hem/haar bent.
Ich bin ... drei Uhr bei dir.
Uhrzeit
8/8

Slide 15 - Open question

Rangtelwoorden

Ik kan een rangtelwoord maken

Slide 16 - Slide

De rangtelwoorden 1 t/m 19 maak je door: getal + ...
Ordinalzahlen
1/3

Slide 17 - Open question

De rangtelwoorden 20 t/m - maak je door: getal + ...
Ordinalzahlen
2/3

Slide 18 - Open question

Ordinalzahlen
3/3
Welke uitzonderingen
moet je bij de rangtelwoorden
(Ordinalzahlen) kennen?Wie spät ist es? Schreibe auf:

Slide 19 - Mind map

Ik kan de regels van de lidwoorden toepassen

Slide 20 - Slide

Stunde
der/die/das
1/8
A
der
B
die
C
das

Slide 21 - Quiz

März
der/die/das
2/8
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quiz

Restaurant
der/die/das
3/8
A
der
B
die
C
das

Slide 23 - Quiz

Landschaft
der/die/das
4/8
A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quiz

Bäumchen
der/die/das
5/8
A
der
B
die
C
das

Slide 25 - Quiz

der/die/das
6/8
Noem 3 regels + voorbeeld
wanneer een zelfst.nw
mannelijk is.
Bijv. alle windrichtingen
der Norden

Slide 26 - Mind map

der/die/das
7/8
Noem 3 regels + voorbeeld
wanneer een zelfst.nw
vrouwelijk is.
Bijv. op - ung
die Umgebung
Het rijtje met -ung wil ik compleet zien!

Slide 27 - Mind map

der/die/das
8/8
Noem 3 regels + voorbeeld
wanneer een zelfst.nw
onzijdig is.
Bijv. op - lein
Fräulein

Slide 28 - Mind map

Welke Duitse bezittelijk voornaamwoorden ken je?
De bezittelijk
voornaamwoorden

Slide 29 - Mind map

Vertaal het woord en het bezittelijk vnw.
Pas de regel ook toe!
(een) Speisekarte

Slide 30 - Open question

Vertaal het woord en het bezittelijk vnw.
Pas de regel ook toe!
(geen) Stundenplan

Slide 31 - Open question

Vertaal het woord en het bezittelijk vnw.
Pas de regel ook toe!
(haar) Bücher

Slide 32 - Open question

Vertaal het woord en het bezittelijk vnw.
Pas de regel ook toe!
(onze) Nachtisch

Slide 33 - Open question

Vertaal het woord en het bezittelijk vnw.
Pas de regel ook toe!
(zijn) Gabel

Slide 34 - Open question

Vertaal het woord en het bezittelijk vnw.
Pas de regel ook toe!
(jullie) Gemüse

Slide 35 - Open question