VWO6 H32 Kosten en resultaat bij dienstverlening

VWO6 H32 Kosten en resultaat bij dienstverlening
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

VWO6 H32 Kosten en resultaat bij dienstverlening

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt de standaardkostprijs van een product of dienst berekenen
  • Je kunt het (begroot/ werkelijk) bedrijfsresultaat berekenen en uitsplitsen in verkoopresultaat en budgetresultaten 

Slide 2 - Slide

Voorcalculatie 
Bereken de kostprijs per product 
Bereken de verkoopprijs (in./ excl. btw) 
Bereken toegestane kosten per periode 
Bereken het begroot bedrijfsresultaat 

Slide 3 - Slide

Standaard kostprijs
Toegestane
Huur + loon vast: € 50.000
Grondstoffen 0,25 kg a € 8 
Normale productie 50.000 
Begrote productie 25.000 

Slide 4 - Slide

Standaard kostprijs
Toegestane
Huur + loon vast: € 50.000
Grondstoffen 0,25 kg a € 8 
Normale productie 50.000 
Begrote productie 25.000 
St. Kp = 50.000/50.000 + 0,25 x 8 = 1 + 2 = € 3

Slide 5 - Slide

Toegestane kosten periode 
Toegestane
Huur + loon vast: € 50.000
Grondstoffen 0,25 kg a € 8 
Normale productie 50.000 
Begrote productie 25.000 
St. Kp = 50.000/50.000 + 0,25 x 8 = 1 + 2 = € 3
Toegestane kosten periode = C + N x B = 50.000 + 25.000 x € 2 = € 100.000

Slide 6 - Slide

Bereken verkoopprijs
Verkoopprijs = kostprijs + winstopslag 

Winstopslag 50% van de verkoopprijs 

   Kostprijs 
+ winstopslag 
= verkoopprijs
100%
Wat volgt na van of dan = 100%

Slide 7 - Slide

Bereken verkoopprijs
Verkoopprijs = kostprijs + winstopslag 

Winstopslag 50% van de verkoopprijs 

   Kostprijs 
+ winstopslag 
= verkoopprijs
€ 3,00  50%
 ..............   50%
100%
€ 6,00
Wat volgt na van of dan = 100%

Slide 8 - Slide

Begroot bedrijfsresultaat
= verkoopresultaat +/ budgetresultaten 

verkoopresultaat = afzet x (p -v) 
budgetresultaat = bezettingsresultaat (in voorcalculatie)
bezettingsresultaat = (B-N) x C/N 
p = verkoopprijs € 6
v = variabele kosten pp € 2
C/N = € 1 

Slide 9 - Slide

Kostprijsberekeningen

Voorcalculatie
  • standaard kostprijs
  • begroot bedrijfsresultaat = verkoopresultaat +/- budgetresultaten




nacalculatie                      
  • werkelijk bedrijfsresultaat = verkoopresultaat +/ - budgetresultaten


Slide 10 - Slide

Formule

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
Amsterdam Denim begroot de constante standaardkosten voor het 1e kwartaal 2021 op € 120.000. De variabele standaardkosten op € 250.000. De begrote productie is 5.000 stuks en de normale productie is 8.000 stuks. 

Bereken de kostprijs per jeans voor het 1e kwartaal 2021 


NpCs+BpVs=8.000120.000+5.000250.000=65

Slide 12 - Slide

Begroot vs. werkelijk
Je hebt een t-shirt fabriek. Je verwacht in een normale periode 10.000 t-shirts te maken. Hiervoor heb je 5.000 kilo katoen, inkoop € 5 per kilo en 400 uur arbeid, loon € 15 per uur. 

Slide 13 - Slide

Budgetresultaat
Bij de begroting stel je vast wat het budget voor de komende periode is voor de begrote productie. 

Na afloop stel je de werkelijke kosten vast. Het verschil ten opzichte van de begroting wordt uitgesplitst in budgetresultaten. 

Budgetresultaat = efficiencyresultaat + prijsresultaat + bezettingsresultaat

Slide 14 - Slide

Kostprijs
Wordt bepaald in voorcalculatie dmv de verwachte/begrote kosten

In de nacalculatie worden deze kosten vergeleken met de werkelijke kosten

Kostprijs = standaardkostprijs
Bevat alleen de toegestane/standaard kosten (kosten die onderneming moet maken als productie onder normale omstandigheden plaatsvindt)


Slide 15 - Slide


Slide 16 - Open question


Slide 17 - Open question

Machine-uurtarief 
Berekening is identiek aan berekening standaard kostprijs. Wordt toegepast binnen industrie en dienstverlening, wanneer de kosten van de inzet van een machine een groot deel van de kosten vormen. 




Machine-uurtarief
Machine-uurtarief

Slide 18 - Slide

Rekenen met een opslagpercentage 
De constante kosten per product worden berekent als een percentage van de variabele kosten per product. 

Wordt toegepast als de begrote productie niet bekend is, maar wanneer de onderneming (op basis van ervaring) wel een goed beeld heeft van de normale samenstelling van de totale kosten. 




Slide 19 - Slide

Voorbeeld 
Bij € 600.000 variabele loonkosten zijn de constante kosten € 200.000. Volgens de administrateur is deze verhouding constant ofwel verhouding variabele loonkosten is 3 staat tot 1. 

Dalen de variabele loonkosten naar € 300.000 dan zullen de constante evenredig dalen en uitkomen op € 100.000. 

Slide 20 - Slide

Stap 1: bereken de constante kosten door eerst de totale variabele grondstofkosten en de totale variabele loonkosten te bereken. 

Stap 2: de constante kosten zijn onafhankelijk van de productie. neem het berekende bedrag bij stap 1 over en tel hier de variabele kosten bij de begrote productie bij op. 

Slide 21 - Slide

Uit de tekst kunnen we afleiden dat 30% van de constante kosten samenhangt met de variabele grondstofkosten. 30% van € 16.000 constante kosten = € 4.800

Dit betekent dat bij € 7.000 variabele grondstofkosten er rekening gehouden moet worden met € 4.800 bijkomende constante kosten. In percentage komt dit neer op (€ 4.800/€ 7.000 x 100%) = 69% (afgerond) 

Slide 22 - Slide

32.2 Efficiencysresultaten
Heb je meer of minder gebruikt van een productiemiddel ten opzichte van begroting standaardkostprijs ? 
  • Hoeveelheid grondstoffen
  • Aantal uren arbeid

Formule: (sh - wh) x sp       of                sh x sp 
                                                                       - wh x sp 
                                                                       = efficiencyresultaat

s = standaard
h = hoeveelheid
w = werkelijk 
p = prijs

Slide 23 - Slide


timer
4:00

Slide 24 - Open question


timer
5:00

Slide 25 - Open question

32.3 Prijsresultaten
Welke prijsverschillen zijn er ten opzichte van de begrote standaardkostprijs? 

Formule: (sp - wp) x wh                  of             sp x wh
                                                                                 - wp x wh
                                                                                 = prijsresultaat

Slide 26 - Slide

Bezettingsresultaat
Het bezettingsresultaat geeft aan in welke mate de constante kosten worden gedekt (terugverdiend).

Formule bezettingsgraad (voorcalculatie):  


 

Slide 27 - Slide

Bezettingsresultaat in grafiek

Slide 28 - Slide

Budgetresultaat
Budgetresultaat bestaat uit:
-efficiencyresultaat (vanuit variabele kosten)
-prijsresultaat (vanuit variabele kosten/constante kosten)
-bezettingsresultaat (vanuit constante kosten)


Slide 29 - Slide

Prijsresultaat op constante kosten

Toegestane constante kosten bij de normale productie en/of afzet verminderd met de werkelijke constante kosten. 

  • verhoging huur
  • stijging hypotheekrente 
  • aanschaf nieuwe machine 

Slide 30 - Slide


timer
5:00

Slide 31 - Open question


Slide 32 - Open question

Huiswerk
Maken 32.13 

Wil je meer oefenen? Maar dan de opgaven 32.14 tm 32.17 en/of examenopgaven uit het werkboek

Slide 33 - Slide