2. Kunst of cultuur?

Kunst of cultuur?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
KunstbeschouwingSecundair onderwijs

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Kunst of cultuur?

Slide 1 - Slide

Cultuur =
Cultuur is alles wat mensen maken, gebruiken en doorgeven in hun samenleving. Het gaat over gewoonten, waarden, taal, technologie, wetenschap én kunst. Cultuur laat zien wie we zijn als groep en hoe we met elkaar omgaan.

Slide 2 - Slide

Kunst = 
Kunst is een onderdeel van cultuur dat draait om creatieve expressie. Het is een manier om gevoelens, ideeën of boodschappen uit te drukken. Kunst kan veel vormen aannemen: schilderijen, muziek, dans, film, literatuur, theater… 

Slide 3 - Slide

Kunst = schoonheid? 
Sommigen zien kunst vooral als een vorm van schoonheid: een middel om emoties op te roepen en esthetisch plezier te beleven. 

Anderen benadrukken de expressieve kant: kunst is een manier voor de maker om gevoelens, ideeën of kritiek op de samenleving uit te drukken. 

Slide 4 - Slide

Weer anderen beschouwen kunst als een middel tot communicatie, een manier om mensen te laten nadenken, verbinden of confronteren met maatschappelijke of persoonlijke thema’s. 

Deze uiteenlopende opvattingen laten zien dat kunst nooit één betekenis heeft, maar altijd afhankelijk is vantijd, cultuur en persoonlijke interpretatie.

Slide 5 - Slide

Cultuur of kunst? 
Kortom, cultuur vormt het bredere kader van menselijke creaties en gedragingen, terwijl kunst een specifiek expressief onderdeel van die cultuur is. Kunst is zowel een spiegel van de samenleving als een middel om emoties, ideeën en waarden over te brengen. 

De waarde van kunst ligt dus niet alleen in wat zichtbaar of hoorbaar is, maar ook in de betekenis die mensen eraan geven en de impact die het kan hebben op individuen en gemeenschappen.

Slide 6 - Slide

Opdrachten blz. 7 
Opdracht 2 doen we eerst en maak ieder voor zich 
Opdracht 1, 4 maak je per twee

Slide 7 - Slide

Kunstuitingen in tijd en ruimte

Slide 8 - Slide

Kunststromingen en cultuurstromingen 
Kunststromingen verwijzen in de eerste plaats naar ontwikkelingen binnen de kunsten zelf: schilderkunst, beeldhouwkunst, architectuur, muziek, theater of literatuur. Elke kunststroming heeft specifieke kenmerken in stijl, vorm, techniek en uitdrukking die kenmerkend zijn voor een bepaalde periode.
Cultuurstromingen daarentegen zijn ruimer. Ze verwijzen naar de denkwijzen, waarden en maatschappelijke visies die in een bepaalde tijd overheersen. 

Slide 9 - Slide

Cultuurstromingen 
Een cultuurstroming beïnvloedt dus niet alleen kunst, maar ook filosofie, wetenschap, religie, politiek en zelfs het dagelijks leven. Vaak is een kunststroming een uitdrukking of weerspiegeling van de grotere cultuurstroming waarin ze ontstaat.

Slide 10 - Slide

Verschilpunten tussen kunststromingen en cultuurstromingen

Domein
Kunststromingen: richten zich op kunstvormen (beeldende kunst, muziek, literatuur, architectuur, theater, dans).

Cultuurstromingen: omvatten bredere maatschappelijke ontwikkelingen (waarden, normen, wetenschap, religie, politiek én kunst).

Slide 11 - Slide

Kenmerken
Kunststromingen: specifieke stijlkenmerken zoals kleurgebruik, vorm, compositie, perspectief, thematiek.

Cultuurstromingen: ideeën, levensbeschouwingen, mens- en wereldbeelden die de hele samenleving beïnvloeden.

Slide 12 - Slide

Reikwijdte
Kunststromingen: beperken zich tot de artistieke expressie van een periode.

Cultuurstromingen: vormen de algemene context waarbinnen kunststromingen ontstaan.

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Cultuurstroming Renaissance: herontdekking van de oudheid, mens centraal, opkomst van wetenschap en humanisme.

Kunststroming Renaissance: schilderkunst met lineair perspectief (Leonardo da Vinci), beeldhouwwerken (Michelangelo), klassieke zuilenordes in architectuur.

Slide 14 - Slide

Verschil in een notendop
Kunststroming = smal: verandering in stijl en vorm binnen de kunsten.

Cultuurstroming = breed: een wereldbeeld of manier van denken die alle domeinen van de cultuur beïnvloedt (waaronder kunst).

Slide 15 - Slide

Tijdlijn 
We nemen de verdeling volgens het boek Antropia: 
Prehistorie (1,6 miljoen v.Chr. – 3300 v.Chr.)
Oude Nabije Oosten (3500 v.Chr. – 800 v.Chr.)
Klassieke oudheid (800 v.Chr. – 476)
Middeleeuwen (476 – 1450)
Vroegmoderne tijd (1450 – 1789)
Moderne tijd (1789 – 1945)
Hedendaagse tijd (1945 – nu)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Jaaropdracht
Vul elk kunstwerk dat we gezien hebben in het boek direct op je tijdlijn op de flappen van je boek in, zodat je dit kan situeren en weet binnen welke cultuur en kunststroming zich dit bevindt. 

Slide 18 - Slide