Oefenen beeldspraak

Oefenen F&G
3Hc & -d
1. Beeldspraak
2. spanning in het verhaal
3. perspectieven

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenen F&G
3Hc & -d
1. Beeldspraak
2. spanning in het verhaal
3. perspectieven

Slide 1 - Slide

De camping bevond zich aan de voet van de berg.

A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 2 - Quiz

Die engel van hiernaast heeft ons veel geholpen na de brand in de schuur.

A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 3 - Quiz

Onze tuin snakt naar regen.

A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 4 - Quiz

Dat meisje is zo fris als een hoentje
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 5 - Quiz

Na het slechte bericht van de dokter stak mijn vader zijn kop in het zand.

A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 6 - Quiz

Die Citroën uit 1980 kwam hoestend en proestend op gang.

A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 7 - Quiz

Als je moet wachten op de uitslag van een onderzoek, kruipt de tijd voorbij.

A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 8 - Quiz

Hij voelt zich als een vis in het water.
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking

Slide 9 - Quiz

zo sterk als een
zo doof als een
zo blind als een
zo slim als een
zo vrij als een 
beer
vogel
kwartel

Slide 10 - Drag question

Fragment Wreed

Mel Wallis de Vries

Schichtig kijk ik over mijn schouder . Het park is donker, nat en verlaten. De schimmen van de hoge bomen zijn de enige getuigen. Ik weet dat ze niks zullen verklappen.

Vaarwel, denk ik terwijl ik me omdraai. Niemand zal zich mij herinneren. En het beste is als ik mezelf ook vergeet.

Plotseling zie ik iets tussen de bomen bewegen! Een moment weet ik niet wat ik moet doen en raak ik in paniek. Maar dan komt alles weer terug. Ik haal diep adem en verschuil me in de donkere schaduwen.

Slide 11 - Slide

Op welke manier verwerkt de schrijfster spanning in dit verhaal?

Slide 12 - Open question

Manieren van spanning
opbouwen

Slide 13 - Mind map

Manieren van spanning

- Gevaarlijke situatie of omgeving

- Onverwachte wending

- Open plek

- Vermoedens

- Cliffhanger

- Uitstel van het einde

- Informatievoorsprong

Spanningsboog = periode tussen het begin en het einde van de spanning.

Slide 14 - Slide

Wat is het 'ik-perspectief'?

Slide 15 - Open question

Wat is het 'auctoriale perspectief'?

Slide 16 - Open question

Wat is het 'personale perspectief'?

Slide 17 - Open question

Wat is het verschil tussen een open en gesloten einde?

Slide 18 - Open question

Welke van de onderstaande uitspraken klopt?
A
Het thema van een verhaal is een terugkerend element.
B
Het thema van het verhaal is de hoofdgedachte van het verhaal.
C
Het thema van het verhaal is een tastbaar begrip in het verhaal met een betekenis.
D
Het thema van het verhaal is datgene wat de hoofdpersoon wil bereiken.

Slide 19 - Quiz

Hieronder lees je een fragment uit De menselijke soort van Robert Antelme. Hoe blijkt uit dit korte stukje het karakter van de nachtwaker (in een concentratiekamp in de Tweede Wereldoorlog)?
De nachtwaker van ons blok, een Spaanse republikein, liep op sandalen door het gangpad van het blok tussen de twee rijen bedden heen en weer. Hij wachtte op het reveil. Het was zacht weer. Er scheen een zwak licht. Er klonk geen lawaai. Van tijd tot tijd kwam er iemand van zijn strozak om te gaan pissen. Als hij aanstalten maakte van zijn brits te klimmen, kwam de nachtwaker naar hem toe en wachtte hij tot hij op de vloer was gestapt. Hij hoopte dat de ander iets zou zeggen, maar deze nam zijn schoenen in de hand om geen lawaai te maken en begaf zich naar de deur. Toch vroeg de nachtwaker hem zachtjes: ‘Gaat het?’ De ander knikte en antwoordde: ‘Gaat wel.’

Slide 20 - Slide

Hoe blijkt uit dit korte stukje het karakter van de nachtwaker (in een concentratiekamp in de Tweede Wereldoorlog)?

Slide 21 - Open question

Muller was hinderlijk keurig. Hij zag er altijd uit of hij zojuist van de stomerij kwam, broek
vlekkeloos in de plooi, regenjas opgesteven, blauwe blazer ongekreukt en zijn lippen in een
glimlach geperst. Niemand mocht zich aan hem storen. Hij wilde een onberispelijke indruk maken.
Muller was beleefd, hij knikte altijd begrijpend als een ander wat betoogde, ja als het ja moest zijn,
5 soms nee. Een vertegenwoordiger mag nooit opvallen, vond hij. Vaak wisten de mensen met wie
hij onderweg te maken had, niet eens of hij komen moest of al was langs geweest.

Fragment van 'Een bord spaghetti" - Adriaan van Dis (1984)
A
Personaal (hij/zij) perspectief
B
Alwetend (auctoriaal) perspectief
C
Ik-perspectief

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Beschrijf in vijf zinnen wat je ziet op een manier dat het in een leesboek zou kunnen staan.

Slide 24 - Open question

Ga verder met...
... zelfstandig leren/oefenen voor de F&G toets.
Tot het einde van de les.

Slide 25 - Slide