Hieronder lees je een fragment uit De menselijke soort van Robert Antelme. Hoe blijkt uit dit korte stukje het karakter van de nachtwaker (in een concentratiekamp in de Tweede Wereldoorlog)?
De nachtwaker van ons blok, een Spaanse republikein, liep op sandalen door het gangpad van het blok tussen de twee rijen bedden heen en weer. Hij wachtte op het reveil. Het was zacht weer. Er scheen een zwak licht. Er klonk geen lawaai. Van tijd tot tijd kwam er iemand van zijn strozak om te gaan pissen. Als hij aanstalten maakte van zijn brits te klimmen, kwam de nachtwaker naar hem toe en wachtte hij tot hij op de vloer was gestapt. Hij hoopte dat de ander iets zou zeggen, maar deze nam zijn schoenen in de hand om geen lawaai te maken en begaf zich naar de deur. Toch vroeg de nachtwaker hem zachtjes: ‘Gaat het?’ De ander knikte en antwoordde: ‘Gaat wel.’