Periode 3 - Les 4 - Willibrord en de verspreiding van het Christendom
Startklaar
Op je plek zitten
Telefoon in het Zakkie
Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui
timer
3:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Startklaar
Op je plek zitten
Telefoon in het Zakkie
Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui
timer
3:00
Slide 1 - Slide
1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Wat gaan we doen vandaag
Terugblik vorige les
Huiswerk nabespreken
Aantekening maken
Opdrachten maken
Slide 3 - Slide
4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Wat is een geestelijke?
A
De baas van een klooster
B
Iemand die voor de kerk werkt
C
Iemand die niet mag trouwen
D
De beste monnik of non in een kerk
Slide 4 - Quiz
7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Wat moest een monnik/non beloven?
A
Geen huisdieren nemen
B
Van niemand houden
C
Leven in armoede
D
Alleen maar goede dingen denken
Slide 5 - Quiz
7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
De Paus
Bisschop
Monnik of Non
Priester
Belangrijkste geestelijke
Woont in een klooster
Werkt in een kleinere kerk
Staat het dichtst bij god
Slide 6 - Drag question
This item has no instructions
Een monnik is in de middeleeuwen ook een dokter. Wat bedoelen we daarmee?
Slide 7 - Open question
This item has no instructions
Werk dat heel veel geduld vraagt en waar je netjes voor moet werken, noemen we ook wel 'monnikenwerk'. Waarom is dat denk je?
Slide 8 - Open question
This item has no instructions
Monnikenwerk
Tegenwoordig heet een precies werkje nog steeds monnikenwerk.
Dit is een voorbeeld van een bladzijde uit een boek dat geschreven is door een monnik. Een handschrift.
Slide 9 - Slide
This item has no instructions
HUISWERK VANDAAG
Lees uit je LB blz 100-102
Maak uit je WB (blz. 120) opdracht 2, 3, 4, 6
Slide 10 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Leerdoelen
Je kent de betekenis van de begrippen missionaris, martelaar
Je kunt beschrijven hoe het Christendom werd verspreid (T1)
Je kunt uitleggen welke rol Willibrord en Bonifatius speelden in de bekering van de Friezen tot het christendom. (T1)
Slide 11 - Slide
3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.
Hier is de slaapzaal. Alle monniken slapen in dezelfde ruimte.
Om het klooster staat een kloostermuur. De muur beschermt de monniken tegen rovers en wilde dieren.
Dit is de moestuin. De monniken verbouwen daar groente.
Dit is de kerk. Dit is het belangrijkste gebouw van het klooster. Hier bidden de monniken.
Dit is de eetzaal. Hier eten de monniken samen. Tijdens het eten leest één van de monniken voor uit de Bijbel.
Dit is de kloostergang. Alle gebouwen in het klooster worden verbonden door een kloostergang. Deze heeft een dak, zodat de monniken niet nat worden als het regent. De monniken gebruiken de kloostergang ook om te lezen en te bidden.
Dit is de kruidentuin. De monniken kweken zelf kruiden om te koken en om mensen beter te maken. Ze maken van sommige kruiden zalf, thee of olie. De monniken weten precies welk kruid zij nodig hebben.
Slide 12 - Slide
This item has no instructions
Christendom verspreiden
Niet iedereen in Europa was Christen
Daarom gingen missionarissen mensen bekeren
Soms ging dat met geweld, soms vrijwillig
Voorbeeld: Willibrord
Slide 13 - Slide
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Willibrord en Bonifatius
Willibrord bouwde kerken op plekken die voor de Franken en Friezen heilig waren.
Niet iedereen vond dat leuk: hij kreeg veel verzet
Bonifatius werd door Friezen vermoord
Hij was een martelaar
Martelaar = iemand die sterft voor zijn geloof
Slide 14 - Slide
5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.
Maak de Quiz en laat zien dat jij de grootste Willibrordkenner van de klas bent!
Slide 15 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Aan de slag!
Lees uit je LB (blz. )
Maak uit je WB (blz. ) opdracht
Slide 16 - Slide
6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen