vulkanen

2025 7.1vulkanen
1 / 31
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

2025 7.1vulkanen

Slide 1 - Slide

Sleep de benamingen naar de juiste vulkanen
Dode vulkaan
Actieve vulkaan
Slapende vulkaan

Slide 2 - Drag question

Een vulkaan die misschien nog kan uitbarsten
Een vulkaan die het contact met de haard kwijt is
Een vulkaan die af en toe uitbarst
Slapende vulkaan
Dode vulkaan
Actieve vulkaan

Slide 3 - Drag question

Geen Vulkaan
Vulkaan
Geen Vulkaan
Vulkaan
Vulkaan

Slide 4 - Drag question

Dode vulkaan
Slapende vulkaan
Actieve vulkaan

Slide 5 - Drag question

slapende vulkaan
dode vulkaan
actieve vulkaan

Slide 6 - Drag question

heel veel vulkanen
een paar vulkanen
geen vulkanen

Slide 7 - Drag question

Stratovulkanen bouwen zich op in lagen. Wat is kenmerkend aan de lava van stratovulkanen?
A
Dun / vloeibaar en gasrijk
B
Dun / vloeibaar en weinig gas
C
Dik / stroperig en weinig gas
D
Dik / stroperig en gasrijk

Slide 8 - Quiz

stratovulkanen zijn
A
explosieve vulkanen
B
effusieve vulkanen

Slide 9 - Quiz

De continentale plaat duikt onder de oceanische plaat, dit komt omdat de continentale plaat:
A
Lichter en dikker is
B
Zwaarder en dunner is
C
Ouder en zwaarder is
D
Dit is onzin mevrouw

Slide 10 - Quiz

Actieve vulkanen zijn vulkanen die ...
A
nooit meer gaan uitbarsten
B
misschien gaan uitbarsten
C
elke 5 jaar uitbarsten
D
regelmatig uitbarsten

Slide 11 - Quiz

De magmakamer van een vulkaan zit buiten de vulkaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Bij een schildvulkaan
A
vinden explosieve erupties plaats
B
vinden effusieve erupties plaats

Slide 13 - Quiz

schildvulkaan
A
lage, brede vulkaan met flauwe helling
B
vulkaan met steile hellingen die is opgebouwd uit lagen lava en pyroclastisch materiaal
C
vulkaan met zeer grote krater, ontstaan door het instorten van het dak van een leeggelopen magmakamer
D
stroming van het gesmolten gesteente onder de aardkorst binnen in de aarde

Slide 14 - Quiz

Een schildvulkaan heeft
A
steile hellingen en is smal
B
flauwe hellingen en is breed

Slide 15 - Quiz

strato
vulkaan
schild
vulkaan

Slide 16 - Drag question

stratovulkaan 
schildvulkaan 

Slide 17 - Drag question

Schildvulkaan
Stratovulkaan
Caldera

Slide 18 - Drag question

Om platentektoniek uit te kunnen leggen moet je eerst iets weten over de opbouw van de aarde. Sleep de juiste namen naar de juiste cijfers. 
Aardmantel
Aardkorst
Aardkern

Slide 19 - Drag question

Opbouw van de aarde. 
Sleep het goede antwoord op de goede plek.


Aardkorst
Aardmantel
Aardkern

Slide 20 - Drag question

 De opbouw van de aarde
Sleep de lagen van de aarde naar het juiste vakje.
aardkorst
buitenkern
aardmantel
binnenkern

Slide 21 - Drag question

Wat zijn breuken?
A
Dat zijn platen
B
Dat zijn de grenzen van platen
C
Dat zijn een soort aardbevingen
D
Dat is de plek waar het epicentrum zit

Slide 22 - Quiz

Breuken ontstaan door
A
platen tegen elkaar
B
platen uit elkaar
C
platen naast elkaar
D
platen over elkaar

Slide 23 - Quiz

Wat is magma?
A
Koude, vloeibare gesteente buiten de aarde
B
Vast gesteente binnen in de aarde
C
Heet, vloeibaar gesteente binnen in de aarde
D
Heet, vloeibaar gesteente op het oppervlak

Slide 24 - Quiz

Is dit magma?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Wat is het verschil tussen magma en lava?
Magma ...
A
zit diep in de aarde.
B
ligt op de aardkorst.

Slide 26 - Quiz

Is magma eerst lava? Of is lava eerst magma?
A
Magma is eerst lava
B
Lava is eerst magma

Slide 27 - Quiz

Bij een mid-oceanische rug ontstaat nieuw gesteente
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Bij de mid-oceanische rug bewegen platen
A
Naar elkaar
B
Uit elkaar
C
Langs elkaar

Slide 29 - Quiz

Wanneer ontstaat een Mid-oceanische rug?
A
Als twee platen uit elkaar bewegen (divergent)
B
Als twee platen naar elkaar toe bewegen (convergent)
C
Als een oceanische plaat onder een continentale plaat duikt
D
Als twee platen langs elkaar heen bewegen (transform)

Slide 30 - Quiz

Een mid-oceanische rug ontstaat bij platen die
A
van elkaar af bewegen
B
naar elkaar toe bewegen
C
langs elkaar bewegen

Slide 31 - Quiz