Mavo Thuis - Herhaling Chap5 ABCDH voor Mavo Havo Vwo

1 / 50
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
Vandaag herhalen wij alles wat we tot nu toe uit chap5 geleerd hebben. 
- vocabulaire A+B 
- zinnen C
- Grammaire D+H

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Traduis (vertaal) en néerlandais:
le cousin

Slide 4 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
la cousine

Slide 5 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
pourquoi

Slide 6 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
qui

Slide 7 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
bien sûr

Slide 8 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
parler

Slide 9 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
demander

Slide 10 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
de neef

Slide 11 - Open question

Denk je aan het lidwoord?
Is het woord vrouwelijk of mannelijk?
Welk lidwoord staat er voor het woord?


Traduis (vertaal) en français:
de nicht

Slide 12 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
natuurlijk

Slide 13 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
waarom

Slide 14 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
wie

Slide 15 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
praten

Slide 16 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
vragen

Slide 17 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Choisis le bon mot (kies het juiste woord): Tu as quelles ...?
A
noter
B
forte
C
matières
D
avenir

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Choisis le bon mot (kies het juiste woord): mei
A
mars
B
juin
C
avril
D
mai

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Choisis le bon mot (kies het juiste woord): januari
A
juillet
B
novembre
C
janvier
D
octobre

Slide 21 - Quiz

acheter kan hier niet omdat het de volledige werkwoord is en in de zin heb je een hij-vorm nodig (achète)
Les phrases-clés
Tip: Leer ze uit jouw hoofd (ook schrijven).
Let op: welk woord zou jij kunnen veranderen in de zin?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Traduis (vertaal) en néerlandais:
Tu as passé un bon weekend?

Slide 23 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
C'est mon copain (= mon ami)

Slide 24 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en néerlandais:
Mon anniversaire, c'est le 13 avril.

Slide 25 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
Heb je een leuk weekend gehad?

Slide 26 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
Het is mijn vriend.

Slide 27 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Traduis (vertaal) en français:
Ik ben op 13 april jarig.

Slide 28 - Open question

Denk je aan het lidwoord?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Chapitre 5: grammaire D+H
- De Passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)
- De vorm van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

1) Passé composé (gram D)
Jij wilt zeggen dat je iets gedaan hebt
bijv. Ik heb gepraat
In het Frans heb je net als in het Nederlands: het werkwoord hebben (= avoir) nodig en een voltooid deelwoord (= gepraat).

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

a
ai
avons
ont
avez
as
elle
nous
ils
tu
vous
j'

Slide 32 - Drag question

Sleep het persoonlijk voornaamwoord (in het blauw) op de juiste vorm van de werkwoord avoir (in het rood)

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Vul de juiste vorm van het w.w. avoir in.
Tu ...(hebt)... un chat.

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Vul de juiste vorm van het w.w. avoir in.
Nous ...(hebben)... un chien.

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Vul de juiste vorm van het w.w. avoir in.
Elles ...(hebben)... une maison.

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Het voltooid deelwoord
Zo maak je het:
volledig werkwoord - 'er' + é
bijv. parler - er = parl + é
= parlé

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Maak het voltooid deelwoord van het werkwoord: parler

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Maak het voltooid deelwoord van het werkwoord: danser

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Maak het voltooid deelwoord van het werkwoord: manger

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Zet het werkwoord in de passé composé : je/j' (demander)

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Zet het werkwoord in de passé composé : vous (danser)

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Zet het werkwoord in de passé composé : ils (regarder)

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

2) Het bijvoeglijk naamwoord
(grammaire H)

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Het bijvoeglijk naamwoord (gram H)
Het is de kameleon! Het past zich aan het zelfstandig naamwoord. In het Frans kan het mannelijk, vrouwelijk , enkelvoud en meervoud zijn.
Mannelijk enkelvoud : -
Vrouwelijk enkelvoud : +e
Mannelijk meervoud: +s
Vrouwelijk meervoud: +es

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Kies het juiste vorm.
Mannelijk meervoud van : grand
A
grand
B
grande
C
grandes
D
grands

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Kies het juiste vorm.
Vrouwelijk meervoud van : petit
A
petit
B
petits
C
petite
D
petites

Slide 47 - Quiz

This item has no instructions

Kies het juiste vorm.
Vrouwelijk enkelvoud van : vert
A
verte
B
vert
C
verts
D
vertes

Slide 48 - Quiz

This item has no instructions

Kies het juiste vorm.
Mannelijk enkelvoud van : noir
A
noire
B
noir
C
noirs
D
noires

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Klaar!
Herhaal voca AB, zinnen C, gram DH van Chap5

Slide 50 - Slide

This item has no instructions