De apostrof gebruik je:
- Om uitspraakproblemen te voorkomen als je een -s schrijft achter woorden die eindigen op de enkele klinkers a, i, o, u en y: buggy’s, Emma’s boek, ski’s;
--> er is dus geen apostrof nodig in: Lines tas, loverboys, niveaus;
- Als weglatingsteken: Hans’ gitaar, ’s-Hertogenbosch, ’s morgens;
- in afleidingen en meervouden van afkortingen: cc’en, sms’je, wc’s;
- in verkleinwoorden op -y voorafgegaan door een medeklinker: pony’tje (maar: spraytje).