4.4 Vermogen en Energie

Vermogen en energie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vermogen en energie

Slide 1 - Slide

Planning
Planning en leerdoelen bespreken.
Herhaling vorige keer
Uitleg vermogen.
Berekenen vermogen.
Zelfstandig werken. 

Slide 2 - Slide

Aan het eind van deze les:
  • Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
  • Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.

Slide 3 - Slide

Teken het schakelschema van:

a) Een serieschakeling met 2 lampjes en een schakelaar.

b) Een parallelschakeling met 3 lampjes waarvan 1 los aan en uit kan. 
timer
3:30

Slide 4 - Slide

Omrekenen W naar kW

Slide 5 - Slide

Omrekenen

Slide 6 - Slide

timer
1:20
Reken om: 
a. Zet om: 2500 mA = … A
b. Zet om: 0,003 A = … mA
c. Zet om: 750 mV = … V
d. Zet om: 0,02 V = … mV
e. Zet om: 1,5 A = … mA
f. Zet om: 6800 mA = … A
g. Zet om: 0,9 V = … mV
h. Zet om: 120 mV = … V

Slide 7 - Slide

timer
1:20
Reken om: 
a. Zet om: 2500 mA = … A
b. Zet om: 0,003 A = … mA
c. Zet om: 750 mV = … V
d. Zet om: 0,02 V = … mV
e. Zet om: 1,5 A = … mA
f. Zet om: 6800 mA = … A
g. Zet om: 0,9 V = … mV
h. Zet om: 120 mV = … V
Reken om: 
a. 2500 mA = 2,5 A
b. 0,003 A = 3 mA
c. 750 mV = 0,75 V
d. 0,02 V = 20 mV
e. 1,5 A = 1500 mA
f. 6800 mA = 6,8 A
g. 0,9 V = 900 mV
h. 120 mV = 0,12 V

Slide 8 - Slide

Het vermogen van een apparaat
  • De hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde verbruikt
  • Je laptop verbruikt meer elektrische energie per uur dan je telefoon
  • Verbruik van energie wordt met een energielabel aangegeven

Slide 9 - Slide

Spanning en stroomsterkte!!!!
Het vermogen hangt af van:

De spanning waarop een apparaat werkt 
en
De stroomsterkte die door het apparaat loopt. 

Slide 10 - Slide

Grootheid
Afkorting
Eenheid
Afkorting
Spanning
U
Volt
V
Stroomsterkte
I
Ampère
A
Vermogen
P
Watt
W

Slide 11 - Slide

Vermogen berekenen & noteren
  • Formule voor vermogen:
Vermogen = spanning x stroomsterkte 
  • P = U x I
  • U = P/I
  • I=P/U

Slide 12 - Slide

Voorbeeldopgave
 


Stap 1: Wat heb je al?
Stap 2: Wat is er gevraagd?
Stap 3: Formule opschrijven
Stap 4: Uitwerken
Stap 5: Antwoord + eenheid!

De formule die je gebruikt is:
Vermogen = Stroomsterkte * Spanning




Een lampje heeft een spanning van 9 V nodig, de stroomsterkte is 0,22A vanuit de spanningsbron.

Bereken het vermogen

Slide 13 - Slide

Vermogen, tijd en energieverbruik

Hoe groter het vermogen van het apparaat
--> hoe sneller de batterij leeg zal zijn. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Vermogen, tijd en energieverbruik
Als je een mobiele telefoon of een tablet even niet gebruikt, schakelt het apparaat zoveel mogelijk onderdelen uit.

 Het beeldscherm gaat bijvoorbeeld al na korte tijd op zwart. Hierdoor daalt het totale vermogen van het apparaat meteen.

Slide 16 - Slide

Vermogen, tijd en energieverbruik
Aan het verlagen van het vermogen zit een grens. 

 Als een batterij meer elektrische energie kan opslaan, kan een apparaat er – bij hetzelfde vermogen – langer op werken.

Slide 17 - Slide

Aan de slag
Havo
Wat? Lees 4.4 en maak 1 t/m 9
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.
Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO
Klaar?
Test jezelf

timer
5:00
KGT
Wat? Lees 4.4 opgave 1 t/m 13
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.
Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO
Klaar?
Test Jezelf

Slide 18 - Slide

Aan het eind van deze les:
  • Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
  • Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.

Slide 19 - Slide

Doelen voor vandaag

Slide 20 - Slide

Huiswerk 
Het huiswerk voor de volgende les:
Paragraaf 4.4 opgave 1 t/m 13


Je mag overleggen binnen je groep.

Klaar? Vraag om een nakijkblad. 
timer
5:00

Slide 21 - Slide