Woche 39

Woche 39


Herzlich Wilkommen beim Deutschunterricht!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Woche 39


Herzlich Wilkommen beim Deutschunterricht!

Slide 1 - Slide

Ziel der Woche
"Aan het einde van deze week kan ik ohne en statt in zinnen gebruiken en alle naamvallen bepalen en terugvinden in schema's."

Slide 2 - Slide

Was wir machen werden

Wo 28 sept - ohne en statt + naamvallen

Vr 30 sept - samenvatting grammatica > oefentoets

Ma 3 okt - oefentoets nakijken + laatste vragen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Korrektur

Slide 5 - Slide

Noch einmal üben
AB S. 32 Übung 7


1. arbeiten
4. schön aussehen
2. fragen
5. selber machen
3. fertig sein
6. sparen

Slide 6 - Slide

Naamvallen!!!!!!

Slide 7 - Slide

501S
Deel 1: woorden
Je leert de Kurzlernlisten van Lektion 1 en 2 Du-Ne en Ne-Du. Die van Lektion 3 leer je alleen Du-Ne.

Deel 2: grammatica
Volgende slide

Deel 3: leesvaardigheid

Slide 8 - Slide

Herhaling grammatica
Lektion 1:
- GR1 = Modalverben, Sätze umschreiben
- GR2 = Infinitiv + zu en , dass
Lektion 2:
- GR1 = finale Angaben 
- GR2 = ohne en statt
Extra
- Kasusschema Der- & Ein-Gruppe, inkl. Präpositionen (+3, +4, +3/4) 









Slide 9 - Slide

Modalverben - Sätze umschreiben
Oefentoets Aufgabe 2

Je kan zinnen omschrijven door een Modalverb toe te voegen.

Je leert:
- de rijtjes van de Modalverben
- de betekenis van de Modalverben

Slide 10 - Slide

Infinitiv + zu / , dass
Oefentoets Aufgabe 3

Je kan twee zinnen samenvoegen met Infinitiv+zu of , dass. 

Je leert:
- wanneer je welke nodig hebt (2 ow = , dass. 1 ow = Infinitiv+zu)
- Bij zu altijd een Infinitiv. Bij , dass altijd een persoonsvorm.

Slide 11 - Slide

Finale Angaben
Oefentoets Aufgabe 4

Je kan een doel in een zin aangeven met um zu/damit of zur/zum.

Je leert:
- 1 ow = um zu, 2 ow = damit
- zum + mnl/onz znw, zur + vrl znw

Slide 12 - Slide

ohne en statt
Oefentoets opgave 5

Je kan een zin omschrijven zodat er ohne of statt instaat. Dit is soms met zu en soms met , dass.

Je leert:
- dat ohne 'zonder' betekent en dat statt 'in plaats van' betekent
- dat het deel dat je omschrijft het negatieve deel in de zin is

Slide 13 - Slide

Naamvallen
Oefentoets Aufgabe 6

Je kan de juiste uitgangen van lidwoorden en andere woorden die bij de der-Groep en ein-Groep horen invullen.

Je leert:
- de stappen uit het stappenplan toe te passen

Slide 14 - Slide

Und dann seid ihr dran

Slide 15 - Slide