§ 2.4 Romeinen en Germanen

1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat was een oude Romeinse nederzetting? (Tip het ligt bij de Rijn)
A
Rotterdam
B
Dordrecht
C
Amsterdam
D
Nijmegen

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Germanen
Romeinen
Landbouwsamenleving
Landbouw-stedelijke samenleving
Dorpen en Stammen
Groot rijk met steden en dorpen
Epidemiën zorgen ervoor dat er minder handel is
Plunderaars en bondgenoot

Slide 8 - Drag question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Noem twee kenmerken van de Germaanse samenlevingen toen de Romeinen daarmee in contact kwamen

Slide 12 - Open question

2 Geef aan:
a Waarom de Romeinen het gebied ten oosten van de Rijn verlieten?
b Welke afspraken Romeinen maakten met sommige Germaanse volken over samenwerking in de grensgebieden en
c Welke handel de Romeinen met de Germanen dreven

Slide 13 - Open question

3 a Noem drie interne oorzaken van het verval van het Romeinse Rijk
b Geef aan welke rol Germanen speelden bij het verval van het Rijk
c Leg uit waardoor elementen van de Grieks-Romeinse cultuur bleven bestaan in de tijd van volksverhuizingen

Slide 14 - Open question

De Grote prehistorie en oudheid quiz!

Slide 15 - Slide

Wat is een primaire bron
A
Een bron die beter is als de tweede bron
B
Een bron met zuiver mineraalwater
C
Een bron uit de eerste hand
D
Een bron waaruit je informatie kan verzamelen

Slide 16 - Quiz

Wat is een van de oudste steden ter wereld?
A
Dubai
B
Rome
C
Amsterdam
D
Jericho

Slide 17 - Quiz

Wat had je altijd in een oude stad?
A
Handel, Ambachten en Tempel
B
Handel, Landbouw en Tempel
C
Handel, Nijverheid en Koningen
D
Handel, Landbouw en een priester

Slide 18 - Quiz

Hoe noemde de Grieken zich?
A
Gewoon Grieken
B
Hellenen
C
Spartanen
D
Zonen en dochters van Zeus

Slide 19 - Quiz

Wie verspreidde het Christelijk geloof het meest?
A
Petrus
B
Jezus zelf
C
Paulus
D
De Romeinse keizer

Slide 20 - Quiz

Hoe het hondje van Obelix in de stripserie Asterix en Obelix
A
Panoramix
B
Vercingoterix
C
Idéfix
D
Heroïx

Slide 21 - Quiz