4. Los verbos: hacer, salir, venir, ir.

¡Buenos días!
Toledo
1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¡Buenos días!
Toledo

Slide 1 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
  • Tarea final

  • Los verbos hacer, salir, venir, ir

  • ¡A trabajar!

  • Repaso

  • Los deberes
Toledo

Slide 2 - Slide

La tarea final: een hoorspel
Wat is een hoorspel?
Een hoorspel is eigenlijk een soort podcast. Je hebt dus geen beeld,
alleen maar geluid. Je speelt de scène zo levensecht mogelijk na zodat
de luisteraar het als het ware voor zich ziet. Alle geluiden moet je dus
ook nabootsen. Bijvoorbeeld wanneer een deur open en dicht gaat, of
als er een paard voorbij loopt. 
samen met M&M

Slide 3 - Slide

Spanje in de 16e en 17e eeuw
Bij M&M verdiepen jullie je in de 16e en 17e eeuw. Jullie gaan een nieuwsbulletin maken. Een onderdeel van dat nieuwsbulletin is een hoorspel in het Spaans. Wat weet je al van M&M?
Hoe was het leven in Spanje in die tijd? 




1. Zoek samen op hoe het leven van een Spanjaard er in die tijd uit zag. 
2. Bedenk samen een script.
3. Bedenk geluiden die je in het script kan verwerken. 
4. Maak een hoorspel en neem het op.
5. Tijdens de maatwerkweek presenteren jullie het hoorspel. 

• Gebruik woordenschat, grammatica en zinsbouw zoals geleerd in deze module.
• Benoem minimaal 6 activiteiten die de Spanjaarden dagelijks uitvoeren.
• Benoem hierbij de dagen, de dagdelen en het tijdstip.
• Gebruik de wederkerende en onregelmatige werkwoorden van deze module.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Tarea final
In de planning van je module zie je wanneer je allemaal tijd krijgt om aan de tarea final te werken in de les (4 lessen). 

12 januari                19 januari 


TIP: Indien je deze tijd goed gebruikt hoef je thuis minder te doen!

Slide 6 - Slide

Los verbos: hacer, salir, venir, ir.
De werkwoorden hacer, salir en venir hebben een onregelmatige ik-vorm. 
Venir heeft bovendien een klinkerwisseling. Op welk werkwoord lijkt venir?

Het werkwoord ir is helemaal onregelmatig (zie schema).
doen/maken
vertrekken/uitgaan
komen
gaan
TENER

Slide 7 - Slide

Maak de volgende opdrachten
De opdrachten maak je in je schrift. Schrijf voor de kantlijn altijd duidelijk welke opdracht je aan het maken bent. 

Slide 8 - Slide

2.4 A Rellena con la forma correcta del verbo ir.
Vul de juiste vorm van het werkwoord ir in.

1. Esteban y Flor _______________________ al comedor.
2. Yo _______________________ a clase de inglés.
3. Los profesores ____________________ a casa.
4. Mis amigos y yo _________________________ al instituto en autobús.
5. Joseba, ¿_____________________ a clase ahora?
6. Esteban y Flor ____________________ al supermercado.

Slide 9 - Slide

2.4 A Rellena con la forma correcta del verbo ir.
Vul de juiste vorm van het werkwoord ir in.

1. Esteban y Flor van al comedor. (Naam + naam = ellos/ellas/ustedes)
2. Yo voy a clase de inglés.
3. Los profesores van a casa. 
4. Mis amigos y yo vamos al instituto en autobús.
5. Joseba, ¿Vas a clase ahora? (Er staat een naam, maar je vraagt aan Joseba "Ga jij nu naar de les?", gebruik dus de jij-vorm)
6. Esteban y Flor van al supermercado. (naam+naam=ellos/ellas/ustedes)

Slide 10 - Slide

2.4 B Contesta las preguntas en español.
Geef antwoord in het Spaans (gebruik hele zinnen).
1. ¿Cuándo haces la cama?

2. ¿A qué hora hacéis los deberes?

3. ¿A qué hora vienen tus padres?

4. ¿Salimos este sábado?

5. ¿Vienes al cine conmigo?

Slide 11 - Slide

2.4 B Contesta las preguntas en español.
Geef antwoord in het Spaans (gebruik hele zinnen).
Mogelijke antwoorden zijn:
  • Hago la cama a las diez de la noche.
  • Hacemos los deberes a las tres de la tarde. 
  • Mis padres vienen a las siete de la noche. 
  • Sí, salimos este sábado a la 13:00/ No, no salimos este sábado a la 13:00.
  • Sí, voy a cine contigo/ no, no voy a cine contigo.

Let op: A las diez = om tien uur           son las diez = het is 10 uur
               A las = om ...      maar bij 1 uur gebruik je "a la una" om 1 uur (enkelvoud)

Slide 12 - Slide

2.5 Vertaal onderstaande zinnen
1. Hoe laat sta je ’s ochtends op?
2. Ik sta om half zeven op.
3. ’s ochtends doucht Pepe om half acht en kleedt zich aan.
4. Hij maakt zijn bed op en ontbijt.
5. Om kwart over acht gaan Luis en Carmen naar school.
6. ’s middags om vier uur gaan wij terug naar huis.
7. Ik maak mijn huiswerk om 17.00 uur.
8. Om 18.20 uur dineer ik met mijn familie.
9. ’s avonds sport ik.
10. Om 22.00 uur gaan zij naar bed. 
Gebruik je woordenlijst
TIP

Slide 13 - Slide

2.5 Vertaal onderstaande zinnen
1: ¿A qué hora te levantas por la mañana?
2: Me levanto a las seis y media. 
3: Por la mañana Pepe se ducha a las siete y media y se viste.
4: (Él) hace su cama y desayuna.
5: Luisa y Carmen van a la escuela a las ocho y cuarto. (tijd mag ook vooraan in de zin)
6: A las 4 de la tarde volvemos a casa. (tijd mag ook achteraan in de zin)
7: Hago mis deberes a las cinco (de la tarde).
8: A las seis y veinte ceno con mi familia. (het hele werkwoord dineren = cenar)
9: Por la noche hago deporte. (sporten is in het Spaans geen werkwoord deporter bestaat dus niet je hebt altijd het hulpwerkwoord hacer nodig. Dus sporten = hacer deporte)
10: A las diez de la noche se acuestan.

Slide 14 - Slide

Haz los 
ejercicios 1, 2 y 3
Welk werkwoord is juist?
Vervoeg deze werkwoorden
Vervoeg het werkwoord dat tussen haakjes staat.

Slide 15 - Slide

Haz los 
ejercicios 1, 2 y 3
Welk werkwoord is juist?
Vervoeg deze werkwoorden
Vervoeg het werkwoord dat tussen haakjes staat.
__
__
_
__
_
_
_
pienso        piensas      piensa      pensamos   pensáis
tengo          tienes        tiene          tenemos    tenéis
piensan
tienen
duerme
hago
empiezan
salimos
vuelve
c. het gaat over: 'las clases' (meervoud)

Slide 16 - Slide

Vervoeg de werkwoorden en zet de zinnen in de juiste volgorde.
Vind de juiste vormen van 
de werkwoorden
4.3
4.4
Extra opdrachten

Slide 17 - Slide

 A: ¿Quiere un bocadillo de jamón?
 B: No pueden llegar tarde.
 C: Siempre un bolígrafo para escribir.
 D: ¿A qué hora empezáis la clase?
 E: Duerme en una cama muy cómoda.
 F: Entienden muy bien la gramática.
 G: ¿Sois italianos?
 H: Tenemos mucha hambre.
 I: Despierta a su hija todas las mañanas.
 J: ¿Vienes a la escuela a pie?
 K: Contamos un cuento a nuestro hermano pequeño todas las noches
 L: Hago deporte a las 8:45.


Opdracht 4.3
A: entiende
B: quieren 
C: puedes
D: pido
E: empiezo
F: duermen 
G: encuentras
H: sirve 
I: somos 
J: hago 
K: tenemos
L: cuentan
M: salgo 
N: vengo
Opdracht 4.4

Slide 18 - Slide

Klaar?
Maak de LessonUp les: Module 5 - tarea 2 

Door het maken van deze LessonUp les 
oefen je met de stof van tarea 2.
(verbos reflexivos +  los verbos hacer, salir, venir, ir)

Wil je je geheugen eerst weer even opfrissen?
Bekijk dan het filmpje op de volgende pagina over verbos reflexivos.


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Leertips
WERKWOORDEN LEREN
• Zorg er allereerst voor dat je de persoonlijke voornaamwoorden goed kent. (ik, jij, hij….)
• Let op de overeenkomsten tussen de werkwoorden en pas de stappen toe zoals beschreven in de
uitleg. 
• Schrijf de rijtjes meerdere malen uit. Check ook goed of je ze goed opgeschreven hebt.
• Maak er een rap of een liedje bij waardoor het beter in je hoofd blijft hangen.

GRAMMATICA LEREN
• Bestudeer de grammaticaregels goed. Lezen is geen Leren!
• Kan je het aan iemand anders uitleggen? Dan zit het meestal wel goed in je hoofd.
• Maak de oefeningen die je eerder hebt gemaakt nog een keer, controleer daarna met je schrift
of je het goed hebt gedaan.
• Maak voor jezelf of voor een klasgenoot een “toets”.'


Aangezien we elkaar nu niet zien in de klas, kan ik me voorstellen dat je er bij het maken van je huiswerk pas achter komt dat je nog een aantal vragen hebt. Stel deze gerust via Magister!

Slide 21 - Slide

Los deberes


Stuur mij een mail via magister met daarin je viertal voor het hoorspel. 
Diegene van wie ik geen mail heb ontvangen deel ik zelf in.

Leren voor de online overhoring 
tarea 1 y 2 woordenschat en grammatica

Martes el doce de enero, primera hora
Dinsdag 12 januari, eerste uur

Slide 22 - Slide