Na een vergrotende trap: groter dan, meer dan, beter dan
Voorbeeld: Hij is groter dan zijn klasgenoot.
Slide 19 - Slide
Wanneer gebruik je dan?
Na ander, andere of anders:
Anders dan mijn zus hou ik erg van katten.
Documenten worden soms op een andere plek opgeslagen dan u gewend bent.
Het is een ander verhaal dan ik eerst dacht.
Slide 20 - Slide
Wanneer gebruik je als?
Bij vergelijkingen met (net) zo ... en even ...:
Donna is even oud als Amber.
Donna is net zo oud als Amber.
Suriname is vier keer zo groot als Nederland.
Slide 21 - Slide
Ezelsbruggetje
Dan gebruik je bij ongelijkheid
-In talen is hij veel beter dan zijn broer.
Als gebruik je bij gelijkheid.
-Hij is net zo leuk als jij
Let op!Er zijn uitzonderingen. Suriname is vier keer zo groot als Nederland. Ongelijkheid, maar het woordje zoleidt tot als.
‘Suriname is vier keer zo groot dan Nederland’, omdat het daar inhoudelijk om een ongelijkheid gaat. In deze zin leidt het gebruik van zo echter tot als
Slide 22 - Slide
Hij weet dat beter dan/ als ik.
A
dan
B
als
Slide 23 - Quiz
Hij is net zo groot dan/ als zijn vader.
A
dan
B
als
Slide 24 - Quiz
Ik ken zijn broer beter dan/ als zijn zus.
A
dan
B
als
Slide 25 - Quiz
Jan doet het heel anders dan/ als ik het gedaan zou hebben.