2. fictie en non-fictie

Tekstdoelen en fictie
Klas 1
Nederlands
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tekstdoelen en fictie
Klas 1
Nederlands

Slide 1 - Slide

Tekstdoelen en tekstsoorten
Als iemand iets schrijft, heeft hij een doel met die tekst: dat wat hij wil bereiken (tekstdoel)

Om dat doel te bereiken, kiest hij het soort tekst waarmee hij dat doel het beste kan bereiken (tekstsoort)


Slide 2 - Slide

Fictie of non-fictie?

Slide 3 - Slide

Non-fictie
Het doel van de schrijver is:
- informatie geven over een bepaald onderwerp;
- overtuigen
- uitleg geven over hoe je iets moet doen.

Slide 4 - Slide

Fictie
De schrijver wil:
- dat zijn verhaal met plezier gelezen wordt (amuseren)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide


Is dit fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 7 - Quiz


fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 8 - Quiz


Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 9 - Quiz

Is een boek van Harry Potter realistische of niet-realistische fictie?
A
realistisch
B
niet-realistisch

Slide 10 - Quiz

Opdrachten maken:
- Boek blz. 67 opdracht 3;
Af?
Nakijken.
 

Slide 11 - Slide