Woordraadstrategieën H.5 woorddelen

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
  • Ik ken de vijf woordraadstrategieën.

  • Ik kan uitleggen hoe je verschillende woordraadstrategieën moet gebruiken.

  • Ik kan voorbeelden herkennen en uitleggen welke woordraadstrategie je in moet zetten
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
  • Ik ken de vijf woordraadstrategieën.

  • Ik kan uitleggen hoe je verschillende woordraadstrategieën moet gebruiken.

  • Ik kan voorbeelden herkennen en uitleggen welke woordraadstrategie je in moet zetten

Slide 1 - Slide



Slide 2 - Slide

Wat zijn woordraadstrategieën?

Slide 3 - Open question

Woordraadstrategie

Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen:

  1. Uitleg
  2. synoniem 
  3. Tegenstelling
  4. voorbeeld 
  5. tegenstelling
  6. bekend woorddeel

Slide 4 - Slide

Woordraadstrategie synoniem
Zoek naar een synoniem: een ander woord met dezelfde betekenis.
  • Exact - Precies
  • vreemde snuiter - rare snijboon - zonderling

Vaak vind je als je even verder leest in de tekst een synoniem voor een moeilijk woord dat je niet weet.

Slide 5 - Slide

Woordraadstrategie omschrijving:
De schrijver geeft al een uitleg (definitie) van het woord.

  • Mijn oma is geholpen aan staar, een aandoening waarbij de lens is vertroebeld.
  • Misofonie, mensen die zich ergeren aan bepaalde, op zich onschuldige, geluiden, zoals luid ademen en harde muziek uit oordopjes.

Slide 6 - Slide

Wat het verschil tussen een synoniem en een omschrijving?

Slide 7 - Open question

Woordraadstrategie tegenstelling vinden:
  • Tegenstellingen zijn woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.

  • Als je een onbekend woord tegenkomt, kun je soms de betekenis begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling staat.

  • Zoek je een tegenstelling? Let dan op de volgende woorden: maar, echter, toch, daarentegen.
Bijvoorbeeld:
Goedkoop - duur
begrijpelijk - onbegrijpelijk

Slide 8 - Slide

Woordraadstrategie bekend woorddeel:

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent. Zulke woorden noemen je samenstellingen. 

Bijvoorbeeld:

  • Lolbroek
  • Kletskous
  • Internetverslaafde

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
'parkeergarage'
 
Het woord is een samenstelling van 'parkeer' en 'garage'

parkeergarage is dus een garage om in te parkeren...




Slide 10 - Slide

Er zijn verschillende soorten neerslag, bijvoorbeeld regen, hagel en sneeuw.
Welke woordraadstrategie kun je gebruiken?
A
synoniem
B
tegenstelling
C
voorbeeld
D
omschrijving

Slide 11 - Quiz

Kop is een homoniem, een woord met twee of meer betekenissen.

Welke woordraadstrategie wordt hier gebruikt?
A
Zoek een synoniem
B
Zoek een definitie
C
Zoek een omschrijving

Slide 12 - Quiz

Pas woordraadstrategie "Zoek een bekend woorddeel" toe.
Wat betekent het woord "klantvriendelijk"?
A
Onbeschoft gedragen naar klanten
B
Een prettige houding naar klanten hebben

Slide 13 - Quiz


Welke woordraadstrategie kun je gebruiken om te weten te komen wat 'ronddartelen' betekent?
A
een voorbeeld zoeken
B
een omschrijving zoeken
C
een synoniem zoeken

Slide 14 - Quiz


Een jaar na de catastrofe was pas zichtbaar hoeveel schade de ramp had veroorzaakt.
Welke woordraadstrategie gebruik je hier?
A
omschrijving
B
synoniem
C
bekend woorddeel
D
voorbeeld

Slide 15 - Quiz

Welke woordraadstrategie zie je hier terug?
A
voorbeeld
B
tegenstelling
C
synoniem
D
betekenis / omschrijving

Slide 16 - Quiz


Deze nieuwe bibliotheek heeft een moderne uitstraling en ziet er heel anders uit dan het vorige ouderwetse gebouw.
Welke woordraadstrategie gebruik je hier?
A
omschrijving
B
synoniem
C
tegenstelling
D
voorbeeld

Slide 17 - Quiz


Haar opa is haar idool, iemand voor wie ze grote bewondering heeft.
Welke woordraadstrategie gebruik je hier?
A
omschrijving
B
synoniem
C
bekend woorddeel
D
voorbeeld

Slide 18 - Quiz


Laatste vraag!
Mijn opa wordt vergeetachtig.
Welke woordraadstrategie gebruik je hier?
A
omschrijving
B
synoniem
C
bekend woorddeel
D
tegenstelling

Slide 19 - Quiz

Heb je nog vragen?

Slide 20 - Mind map

Vragen?

Slide 21 - Slide

He
A

Slide 22 - Quiz