oefentoets 1.1 en 1.2 iran

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Oefentoets

Lees de vraag goed.

Klik op een afbeelding om deze te vergroten.

Let op typefouten -> de computer kijkt automatisch na.

Klik 1x op volgende om naar de volgende vraag te gaan.

Klik je 2x dan heb je een vraag overgeslagen.

Niet gemaakte vragen worden als fout gerekend.

Wat is de hoofdstad van Iran?

Welke taal wordt er in Iran gesproken?

Waarom worden hele stukken land in Iran niet gebruikt?

1. Het regent er te veel
2. Het is er te bergachtig
3. Het is er te heet
4. Het land is te groot

Hoe noem je een hoofddoek die vrouwen in Iran dragen?

Welk begrip past er bij de volgende omschrijving:

'De beschrijving van een gebied of plaats'

Welk type kaart zie je
op de afbeelding?

1. thematische kaart
2. overzichtskaart
3. plattegrond
4. atlaskaart

'De bevolkingsspreiding van Iran is ongelijk verdeeld'

1. waar
2. niet waar

Wat is de formule om de bevolkingsdichtheid te berekenen?

In een land wonen 325.000 mensen.
Het land is 10.000 km2 groot.

Bereken de bevolkingsdichtheid op 1 getal achter de komma.
SCHRIJF JE BEREKENING OP, daar krijg je ook 1 punt voor.

Op elke kaart horen 4 dingen te staan.
1 ding is niet vergeten op deze kaart.
Welk ding is niet vergeten?

waar staat 1:1000 voor als je kijkt naar de schaal van de kaart?

1. 1 cm op de kaart = 1000 cm in het echt
2. 1 cm op de kaart = 1000 km in het echt
3. 1 cm op de kaart = 1 km in het echt
4. 1 cm op de kaart is 1.000.000 cm in het echt

In het noorden van Teheran regent het meer dan in het westen van Teheran.

1. waar
2. niet waar

Is deze foto in het noorden of zuiden
van Teheran genomen?

1. noorden
2. zuiden

Het noorden van Teheran is nieuwer dan het zuiden van Teheran.
Geef nog 2 andere verschillen tussen de twee wijken.

Welk begrip wordt er omschreven?

'Een kaart van een wijk, een dorp of een stad met alle straten en huizenblokken erop.'

Schrijf de aardrijkskundige schaalniveaus op waarbij je begint met het meest ingezoomde schaalniveau.

Zet tussen elk schaalniveau een spatie - spatie.
bijvoorbeeld: schaalniveau - schaalniveau - schaalniveau

maak de zin af:

Hoe meer je uitzoomt hoe...

1. kleiner het gebied en meer details je ziet
2. groter het gebied en meer details je ziet
3. kleiner het gebied en minder details je ziet
4. groter het gebied en minder details je ziet

welk schaalniveau wordt er weergegeven?

1. lokaal
2. regionaal
3. nationaal
4. continentaal

welk schaalniveau wordt er weergegeven?

1. lokaal
2. regionaal
3. nationaal
4. continentaal

Leg uit waarom deze kaart
mondiaal schaalniveau is,
terwijl je toch niet heel de wereld ziet.

Hoe lang heb jij geleerd voor deze oefentoets?

niet

ongeveer 15 minuten

ongeveer 30 minuten

ongeveer 45 minuten

ongeveer 1 uur

meer dan 1 uur

Hoe goed heb je mee gedaan tijdens de lessen?

(voor deze vraag krijg je geen punten)

niet

onvoldoende

matig

voldoende

goed

Wat vind je fijn aan de aardrijkskunde lessen?
(noem minstens 1 ding)

voor deze vraag krijg je geen punten

Wat vind je niet zo fijn aan de aardrijkskunde lessen?
(noem minstens 1 ding)

Voor deze vraag krijg je geen punten