§1.2 + §1.4

Onderzoek (herh. 1.2)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Onderzoek (herh. 1.2)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wetmatigheid
Een wet waarbij je geen uitzonderingen verwacht

Voorbeeld?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Kans
De waarschijnlijkheid dat een bepaalde gebeurtenis zal optreden

Waarom spreken we bij MAW over kansen en niet over wetmatigheden?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten 1.3
Waren er onduidelijkheden?
Waren er moeilijke vragen?
-Bespreking

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Variabele
Een kenmerk van een actor of samenleving dat kan variëren.

(Actor = deelnemer aan een sociaal of politiek proces)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welke variabelen horen bij deze vraag?:
Heb je als hoogopgeleide meer kans op een baan?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Welke variabelen horen bij deze vraag?:
Zijn ouderen eenzamer dan jongeren?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wetmatigheid
Kans
Variabele
Zwaartekracht
IQ
De aarde draait om de zon
Spijbelaars vertonen later crimineel gedrag
Sekse (geslacht)
Leeftijd

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

§1.4 Model en hypothesen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Conceptueel model
Een schema met hokjes en pijltjes waarin de invloed van variabelen op elkaar wordt weergegeven

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Leg het conceptueel model uit

Slide 11 - Open question

Hoe de leerkracht zich opstelt naar de leerling, heeft invloed op hoe de leerling zichzelf ziet.

Is er een mogelijkheid dat het gedrag van de leerling hier ook een rol in speelt? 
Als dit het geval is, op welke variabele zou het dan van invloed zijn?

Slide 12 - Open question

Privékwesties, cijfers, etc.
Hypothese
Een toetsbaar idee over de werkelijkheid. Dit is in de vorm van een stelling en hoeft niet altijd waar te zijn.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Wat is een goede hypothese?
A
Hebben jongens een hoger IQ?
B
Hebben jongens een hoger IQ dan meisjes?
C
Hebben meisjes een hoger of lager IQ dan jongens?
D
Meisjes hebben een hoger IQ dan jongens.

Slide 14 - Quiz

Een hypothese is een stelling, geen vraag.

Stel een hypothese op bij het conceptueel model

Slide 15 - Open question

Bijvoorbeeld: Hoe meer kilometer en leerling moet afleggen van huis naar school, hoe minder energie een leerling heeft.
Maar ook goed is: hoe meer kilometers... hoe meer energie...
Het gaat er niet om of de hypothese waar is maar of deze toetsbaar is. En als je je fysiek inzet kan dat trouwens ook een positief effect hebben op een positieve inzet tijdens het leren. 
Opdrachten 1.4 (huiswerk)
Opdracht 22 tot en met 25.
Je mag weer rustig overleggen met je buur.
Ik ben beschikbaar voor vragen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions