Paragraaf 2.3

1 / 15
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kan benoemen tot welke mensachtigen wij behoren.
  • Je kan uitleggen wat prehistorie betekent.
  • Je kan uitleggen wat het voornaamste middel van bestaan van nomaden was tijdens de prehistorie. 
  • Je kan uitleggen hoe de samenleving van jagers en verzamelaars overging naar een landbouwsamenleving.
  • Je kan kenmerken van de jagers-verzamelaarssamenleving en de landbouwsamenleving noemen.
     

Slide 2 - Slide

De Prehistorie
  • De allereerste mensen ontstonden zo'n 2,5 miljoen jaar geleden.
  • Ongeveer 200.000 jaar geleden ontstond de mensensoort waartoe wij behoren.
  • Die mensensoort heet de homo sapiens.
  • Dat betekent: de verstandige mens
  • De homo sapiens had grotere herseninhoud dan andere menssoorten.
  • Dat maakte het maken van gereedschappen en potten makkelijker.

Slide 3 - Slide

De Prehistorie
  • De allereerste mensen ontstonden zo'n 2,5 miljoen jaar geleden.
  • Ongeveer 200.000 jaar geleden ontstond de mensensoort waartoe wij behoren.
  • Die mensensoort heet de homo sapiens.
  • Dat betekent: de verstandige mens
  • De homo sapiens had grotere herseninhoud dan andere menssoorten.
  • Dat maakte het maken van gereedschappen en potten makkelijker.

Slide 4 - Slide

De Prehistorie
  • Maar we weten niet super veel van de mensen in de prehistorie.
  • Dat komt omdat er alleen maar ongeschreven bronnen zijn uit die tijd.
  • Dat zijn bijvoorbeeld wapens, gereedschappen, tekeningen maar ook foto's.
  • Waarom zouden er geen geschreven bronnen zijn uit de prehistorie?
  • Omdat het schrift nog niet was uitgevonden!

Slide 5 - Slide

Aan de slag!
Lees: stukje 2.3.1
Maak: 1 t/m 4
Eerder klaar? Werk alvast verder
Stoplicht op oranje
Dan mag er zachtjes overlegd worden! 

Slide 6 - Slide

Jagers- verzamelaars
  • De eerste mensen waren jagers-verzamelaars. 
  • Ze joegen op dieren en verzamelde noten en bessen om te eten.
  • Het vlees van de dieren werd opgegeten.
  • De huiden werden gebruikt voor kleding...
  • ...en de botten konden worden gebruikt voor gereedschappen. 
  • Alles werd dus gebruikt!

  • De dingen die mensen gebruiken om te overleven noemen we bestaansmiddelen.
  • Dus bestaansmiddelen zijn bijvoorbeeld het voedsel, het onderdak en de gereedschappen die mensen gebruiken.

Slide 7 - Slide

Jagers- verzamelaars
  • De meeste gereedschappen werden toen gemaakt van steen. Daarom hebben we het over de steentijd.

  • Jagers-verzamelaars leefden in ongeveer groepen van 30 of 40 mensen.
  • Ze trokken rond van plek naar plek. Ze hadden dus geen vaste woonplek.
  • Wanneer het eten in een bepaald gebied bijna op was, trokken ze weer verder.
  • Mensen zonder een vaste woonplek noemen we nomaden.

Slide 8 - Slide

Jagers- verzamelaars
  • De meeste gereedschappen werden toen gemaakt van steen. Daarom hebben we het over de steentijd.

  • Jagers-verzamelaars leefden in ongeveer groepen van 30 of 40 mensen.
  • Ze trokken rond van plek naar plek. Ze hadden dus geen vaste woonplek.
  • Wanneer het eten in een bepaald gebied bijna op was, trokken ze weer verder.
  • Mensen zonder een vaste woonplek noemen we nomaden.

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Lees: stukje 2.3.2
Maak: 5 t/m 7
Eerder klaar? Werk alvast verder
Stoplicht op oranje
Dan mag er zachtjes overlegd worden! 

Slide 10 - Slide

Landbouw
  • Rond 11.000 v.C. kwamen mensen in het Midden-Oosten erachter dat  ze zelf planten konden verbouwen.

Slide 11 - Slide

Landbouw
  • Rond 11.000 v.C. kwamen mensen in het Midden-Oosten erachter dat  ze zelf planten konden verbouwen.
  • Langzaam maar zeker begonnen mensen zo hun eigen eten te verbouwen!

Slide 12 - Slide

Landbouw
  • Rond 11.000 v.C. kwamen mensen in het Midden-Oosten erachter dat  ze zelf planten konden verbouwen.
  • Langzaam maar zeker begonnen mensen zo hun eigen eten te verbouwen!
  • Ook gingen mensen dieren houden, geiten of schapen bijvoorbeeld.

Slide 13 - Slide

Landbouw
  • Mensen hoefden dus niet meer op zoek naar hun voedsel of te jagen. 
  • De mensen konden ook op één plek blijven wonen. 
  • De mensen die op één plek bleven wonen en aan hun voedsel kwamen door landbouw en veeteelt die leefden in een landbouwsamenleving.

Slide 14 - Slide

Landbouw
  • Op een gegeven moment was er genoeg voedsel dat niet iedereen boer meer hoefde te zijn.
  • Sommige mensen stopte dan daarmee en gingen zich focussen op andere taken zoals het maken van gereedschappen of het bakken van potten.
  • Dat focussen op één vakgebied noemen we specialisatie.

Slide 15 - Slide