Thema 5 Kruisingen

Thema 5 Erfelijkheid en evolutie
1. Genotype en fenotype
2. Chromosomen
3. Genen en allelen
8. Dominant en recessief
4. De evolutie theorie
5. Geschiedenis van het leven op aarde

1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 5 Erfelijkheid en evolutie
1. Genotype en fenotype
2. Chromosomen
3. Genen en allelen
8. Dominant en recessief
4. De evolutie theorie
5. Geschiedenis van het leven op aarde

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt een kruisingsschema opstellen en daaruit de kans op een bepaald genotype bij de nakomelingen van de kruising afleiden

Slide 2 - Slide

Kruisingen
  • Tabel waarin alle mogelijke combinaties van allelen bij 1 kruising noteert.
  • Overerving van 1 erfelijke eigenschap, er wordt gekeken naar 1 allelenpaar
  •  P = ouders
  • F1 = kinderen van P
  • F2 = kinderen van F1 
Voorspellen welk fenotype de nakomelingen van een kruising krijgen

Slide 3 - Slide

Kruising
  1. Wat zijn de genotypen van de dieren die onderling gekruist worden?
  2. Welke allelen kunnen de geslachtscellen van beide ouders bevatten?
  3. Welke mogelijkheden bestaan er voor de versmelting van een eicelkern met een zaadcelkern? 

Slide 4 - Slide

Kruising
Bij labradors is het allel voor zwarte vachtkleur (A) dominant over het allel voor gele vachtkleur (a). Een zwartharig vrouwtje dat homozygoot is voor de vachtkleur, paart een aantal keren met een geelharig mannetje. 
Hoe ziet het kruisingsschema eruit? 

De dieren in de F1 planten zich onderling voort. 
1. Welke vachtkleur kunnen de labradors in de F2 hebben? 
2. Hoe groot is de kans voor elke vachtkleur?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Oefenvragen
1. Een mannetje (AA) wordt gekruist met een vrouwtje (aa). Welke mogelijke zaadcellen en eicellen kunnen er gemaakt worden?
2. Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Twee cavia’s (heterozygoot voor deze aanleg), worden met elkaar gekruist. Hoe groot is het percentage nakomelingen dat wit haar zal hebben?


 

Slide 7 - Slide

Je hebt het begrepen als je deze twee zelfstandig kunt oplossen:
3. Een cavia vrouwtje met krullen paart met een cavia mannetje met steil haar. Beide zijn homozygoot. Al hun kinderen krijgen krullen.
a. Welk gen is recessief?
b. Wat zijn de genotype van de ouders geweest?
c. Maak een kruisingsschema tot en met de F2
d. Wat zijn de verhoudingen steil/ krullenhaar in de F2?
4. Een zebra met zwarte strepen wordt gekruist met een zebra met oranje strepen. 50% van de nakomelingen krijgen zwarte strepen en 50% krijgen oranje strepen. De oranje zebra is homozygoot.
Is de oranje zebra homozygoot recessief of homozygoot dominant?
Klaar? Maken opdracht 9 t/m 12



Slide 8 - Slide

Oefenen
Malmberg maken alle opdrachten van 5.2

Slide 9 - Slide

timer
1:00

Slide 10 - Slide

Volgende les
2.2 Verteringsstelsel

Slide 11 - Slide